NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Ne Me Quitte Pas (docu) Ne Me Quitte Pas (docu)
Regie: Sabine Lubbe Bakker en Niels van Koevorden
Nederland / België, 2013
Hoofdrolspelers: Marcel Meijs, Bob Spaanhoven
Producer: PVHfilm
Bestellen
 
  overzicht   volgende   laatste
De Belgische Ardennen is geen plek voor optimistische levensgenieters. Eerder ligt zwaarmoedigheid en melancholie op de loer zoals eerder al bleek uit films als Nue propriété van Joachim Lafosse en meerdere films van de gebroeders D'Ardenne. Zo ook in de documentaire Ne me quitte pas waarbij de regisseurs gedurende een aantal seizoenen twee alcoholische vrienden, Marcel en Bob, volgen. Melancholie, het verdriet om wat verloren is gegaan, kenmerkt de documentaire.
En er is nogal wat verloren gegaan. De documentaire is in hoofdstukken ingedeeld. In het eerste hoofdstuk vertrekt de vrouw van Marcel met hun kinderen. Marcel vraagt nog een keer om seks, maar dat weigert ze. Hij blijft achter met een leeggehaald huis in het bos en krijgt de kinderen eens in de twee weken op bezoek. Schrijnend zijn de beelden van de kinderen die zich huilend aan hun vader vastklampen als hun moeder hen komt ophalen. Even droevig zijn de beelden van het carnavalsfeest in het dorp waarbij de kinderen met Marcel in een hoek van een vervallen café de opgeklopte vrolijkheid aanzien. Overigens gaat Marcel heel liefdevol om met de kinderen. Er valt geen onvertogen woord; nergens is sprake van een woede-uitval of een in onmacht uitgedeelde klap. De kinderen slapen s'nachts vredig in zijn armen op de matras op de grond.

Bob is meer de beschouwende van de twee: de vrijbuiter die met hoed en sigaar in de mond filosofische gesprekken voert met zijn vriend en hem met de benen weer op de grond zet als die zwelgt in zelfmedelijden. Daarbij wordt dan wel een fles rum soldaat gemaakt; dat dan weer wel. 'Huilen heeft geen zin', stelt Bob, 'je moet door'. Hij laat maar op één moment zijn emoties blijken: als zijn zoon niet op komt dagen in het café in de stad waar ze eens in het halfjaar afspreken. Te druk zogenaamd. Marcel, de meest emotionele van de twee kan regelmatig zijn tranen niet bedwingen als het gaat over zijn verlies van vrouw en kinderen.
De twee hebben alleen elkaar nog. En zorgen voor elkaar als het nodig is. Bij de tandarts die niet veel meer weet te maken van hun gebitten; bij de verslavingskliniek waar Marcel zich laat inschrijven omdat het niet meer erger kan. Bob is de enige die op bezoek komt maar het niet kan laten in de kliniek een flinke slok te nemen op zijn tijd.

Heel veel kom je niet over beiden te weten. Hoe komen ze aan hun geld? Zo'n anderhalve liter rum per dag kost toch niet niks, zoals een kamergenoot van Marcel in het ziekenhuis opmerkt. Wat is er met de familie van Bob gebeurd? Twee jaar daarvoor zijn ze nog met z'n allen in Mali op safari geweest, blijkt uit redelijk gelukkig ogende opnamen uit die tijd. Het kan bijna niet anders of de regisseurs hebben meegedronken met Marcel en Bob. De twee zijn volkomen naturel voor de camera en nemen geen blad voor de mond. Niet als ze elkaar op de hak nemen en niet als ze zwelgen in hun eigen verdriet (en in de drank).

Eigenlijk blijken alle cliché's over alcoholisme waar. Dat er bij de vermelde alcoholconsumptie zeker het dubbele bijgeteld moet worden. Dat eenmaal verslaafd altijd verslaafd betekent en dat complete abstinentie de enige remedie is (wat weinig mensen volhouden; ook Marcel niet). En dat alcoholisme vaak familie gebonden is. In die zin lijkt de thematiek veel op die van De helaasheid der dingen naar het boek van Dimitri Verhulst. Maar daar wordt de teloorgang en dronkenschap meer hilarisch verbeeld en ontworstelt de hoofdpersoon zich aan dat milieu.

Het fraaie van deze documentaire is, dat weliswaar al die etiketten op deze twee mannen te plakken zijn, maar dat je je daar als kijker niet aan stoort. De regisseurs oordelen en veroordelen niet. Het leven is zoals het is; deze mannen leven hun leven op hun manier. Het laatste hoofdstuk van de documentaire heet dan ook niet voor niets: 'het leven gaat verder'. Maar je weet dat dat op de lange termijn naar de afgrond voert. En dat weten deze mannen ook en dat hebben ze geaccepteerd.
Deze mannen verlangen niet naar een groots en meeslepend leven (dat dan met alcohol bewerkstelligd moet worden). Het zijn geen sociaal gemankeerde figuren die alcohol nodig hebben om los te komen. Er lijken ook geen zware trauma's aanwezig die weggedronken moeten worden zoals in Under the Vulcano. Nee, het zijn gewone prettige, zij het wat melancholieke types (maar wie zou dat niet worden in de Belgische Ardennen?) waar je graag een middag mee in het café zou zitten. Maar ja, dan wordt er wel veel, heel veel gedronken.

Jan Theunissen



 
  overzicht   volgende   laatste