NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1913 Heleen ter Meulen
De start van het medisch maatschappelijk werk
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Het besef dat er een wisselwerking bestaat tussen gezondheid en sociale omstandigheden drong omstreeks 1910 ook door tot het Wilhelminagasthuis in Amsterdam. Daar werkte Heleen ter Meulen als verpleegkundige in het Paviljoen voor Inwendige Ziekten. Zij kwam als verpleegkundige dagelijks in aanraking met de armoede van patiënten en de onhoudbare situatie thuis, zoals een longpatiënt in een ongezonde woning, een hartpatiënt op een bovenhuis met drie steile trappen of een baan met een te grote fysieke inspanning.

In 1913 startte zij met `maatschappelijk ziekenhuiswerk`. Het doel van haar werk noemde zij `alle maatschappelijke belemmeringen uit de weg te ruimen die het herstel van de uit het ziekenhuis ontslagen patiënt kunnen tegenwerken`. Zij legde in het eerste jaar meer dan 1400 huisbezoeken af om zich op de hoogte te stellen van de omstandigheden thuis en op het werk en actie te kunnen ondernemen.

In het Wilhelminagasthuis, waar Anna Reynvaan al eerder de verpleegstersopleiding op poten had gezet, kreeg zij de volledige steun van directeur-geneesheur Jan Kuiper. Met deze sociale vernieuwing liep het Wilhelminagasthuis in Nederland voorop, maar er waren ook buitenlandse voorbeelden. De Amerikaanse medisch specialist Richard Cabot was beïnvloed door sociaalwerkpionier Jane Addams en stelde in 1905 Garnet Pelton en daarna Ida Cannon aan als ziekenhuismaatschappelijk werksters in het Massachusetts General Hospital. Zij waren de eerste in de Verenigde Staten. Mary Stewart, sociaal werkster in het Royal Hospital in Londen, was zelfs al in 1895 begonnen met het bieden van maatschappelijke hulp aan patiënten. Zij was de eerste lady almoner in een Brits ziekenhuis. Haar activiteiten leidden in 1903 tot de oprichting van het landelijke Hospital Almoners Committee. Heleen ter Meulen was van dit alles op hoogte, want zij had in Londen een cursus in het ziekenhuismaatschappelijkwerk gevolgd.

Ook in Nederland breidde dit werk zich uit en dat leidde in 1917 tot de oprichting van de Vereeniging voor Maatschappelijk Werk in de Gemeenteziekenhuizen. Ook binnen psychiatrische instellingen werd het maatschappelijk werk geïntroduceerd. Om deze patiënten buiten de instelling nazorg te bieden werd in 1917 de Vereeniging Maatschappelijk werk bij Zenuwlijders en Krankzinnigheid opgericht. De nieuwe werksoort werd geplaagd door gebrek aan financiën. Dit werd verholpen door het werk onder te brengen bij de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst.

In de jaren vijftig werd het aandeel van verpleegkundigen met een sociale bijscholing minder. Vooral door de introductie van het social casework werd het medisch maatschappelijk werk geprofessionaliseerd. Geschoolde maatschappelijk werkers kwamen in de plaats van de `sociale zusters`.
Sinds de jaren zestig groeide het medisch maatschappelijk werk uit tot een volwaardige bedrijfstak van het maatschappelijk werk. Vrijwel elk ziekenhuis en gezondheidscentrum kent tegenwoordig wel een afdeling maatschappelijk werk. Lichamelijke en geestelijke gezondheidssituatie, huisvesting, partnerrelaties, werksituatie, financiën, wet- en regelgeving zijn onderwerpen van gesprek.

In het begin van de 21e eeuw krijgen ook de medisch maatschappelijk werkers te maken met ingrijpende veranderingen, zoals de transitie van AWBZ naar Wmo. Daar komt de toenemende marktwerking in de zorg nog bij, vooral de Diagnose-Behandel- Combinatie-structuur. Een ziekenhuis moet zich onderscheiden ten opzichte van andere ziekenhuizen en zorginstellingen op kwaliteit, prijs en innovatie. Dit geldt met name voor de behandelingen in het B-segment (segment met onderhandelbare prijzen). Dat betekent voor het MMW: zichtbaar maken van het MMW binnen de DBC`s; erkenning van het MMW d.m.v. doorberekening van de werkzaamheden van MMW`ers in de eindfactuur van de DBC en borging van psychosociale zorg binnen de ziekenhuizen in Nederland. Een ziekenhuis moet nog beter kunnen aantonen richting financiers (o.a. zorgverzekeraars) dat de behandelingen (meetbaar) effect sorteren (evidence based). Wetenschappelijk (en praktijkgericht) onderzoek gericht op functie MMW binnen ziekenhuizen lijkt hiervoor nodig.

Publicatiedatum: 08-04-2014
Datum laatste wijziging :28-05-2014
Auteur(s): Marcel Krutzen, Maarten van der Linde
(1948-2020)
,
Verwante vensters
Verder studeren
Literatuur
  • Nora van Riet en Marie-José Mineur (red.) (1997), Maatschappelijk Werk in de Intramurale Gezondheidszorg. Assen 1997.
  • Marie-José Mineur (1997), Maatschappelijk werk in het ziekenhuis, in: Herman Nijenhuis (red.), De lerende proefessie. hoofdlijnen van het maatschappelijk werk, Utrecht: SWP, 183-192.
  • F. Doeleman (1954), Het maatschappelijk ziekenhuiswerk in Nederland, in: Tijdschrift voor Maatschappelijk Werk 8, nr. 6, blz. 81-86.
  • Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werk, (1953), Taak en opleiding van de maatschappeijk werker in een ziekenhuis, in: Tijdschrift voor Maatschappelijk Werk 7, nr. 20, blz. 317- 322. Samenvatting van een rapport.
Aanvullend materiaal
Links
Video



Alleen thuis na overlijden partner. In dit filmpje vertelt medisch maatschappelijk werker Sonja Blaauw waar je hulp kunt vinden als je het alleen niet meer denkt te redden.

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste