NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1996 Start Buurtbemiddeling
Rotterdam, Zwolle en Gouda beginnen met conflict bemiddeling door burgers
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Buurtbemiddeling is een vorm van burgerparticipatie waarbij getrainde bemiddelaars (vrijwilligers) ruziënde buren helpen het contact te herstellen, problemen bespreekbaar te maken en oplossingen te bedenken voor hun conflict. De wortels van de buurtbemiddeling in Nederland liggen in de Verenigde Staten waar het bekend is onder de noemer ‘Community mediation’ en ontstaan is onder invloed van de Burgerrechtenbeweging. Hier werden vormen van bemiddeling ontwikkeld om tot meer gelijkheid te komen in termen van ras, etniciteit, klasse en gender. Vanuit de federale overheid kwam erkenning en ondersteuning voor dit soort initiatieven binnen de Civil Rights Act (1964). Via deze wet werd de Community Relations Service (CRS) onderdeel van het ministerie van Justitie. Hierdoor ontstond een model om buurtconflicten op een constructieve en niet-gewelddadige manier op te lossen, een model dat tot op de dag van vandaag functioneert.

San Francisco
In 1976 ontstonden de San Francisco Community Boards (SFCB) , een van de eerste concrete vertalingen van het idee van ‘Community mediation’. Dit project vormde de directe inspiratiebron voor de twintig jaar later ontwikkelde buurtbemiddeling in Nederland. De SFCB’s zijn het geesteskind van Raymond Shonholz vanuit de overtuiging dat sociale desintegratie niet aangepakt kan worden door een vooral repressief opererend strafrecht. Hij constateerde in kewetsbare communities een gebrek aan directe communicatie over irritaties en conflicten. De Community Boards versterken het vermogen van mensen om met onderlinge conflicten om te gaan, zodat escalatie en vervreemding worden tegengegaan. Ze intensiveren de sociale relaties op buurtniveau, zodat er een vitale wijkgemeenschap ontstaat. Zeker in buurten met een zeer diverse bevolkingssamenstelling is het belangrijk dat vrijwilligers uit de diverse groepen komen en dat men open leert te staan voor andere leefstijlen. Maar ook op individueel niveau leren vrijwilligers allerlei waardevolle vaardigheden, die ook in het eigen leven te gebruiken zijn. Bovendien worden ze tot meer verantwoordelijke leden van de buurt gemaakt. De SFCB is meer dan alleen een methode van conflictoplossing, het is ook een middel van sociaal opbouwwerk in de buurt. Financieel draait de SFCB op donaties.

Aleid Wolfson
Informatie over de Amerikaanse methodiek is langs verschillende wegen in Nederland gekomen, waardoor er rond 1996 drie proefprojecten voor buurtbemiddeling onafhankelijk van elkaar van de grond kwamen in Rotterdam, Gouda en Zwolle. De weg van San Francisco naar Zwolle liep via een studiereis in 1994 van Aleid Wolfsen, toentertijd griffier bij de rechtbank in Zwolle (later burgemeester van Utrecht). Tijdens zijn verblijf stuitte hij op de San Francisco Community Boards. Wolfsen: ‘Een oude professor had me op deze meest praktische en pure vorm van conflictbeslechting gewezen. Ik had het geluk dat ik mee kon doen met een training voor nieuwe vrijwilligers en ik mocht mee op pad met bemiddelaars.’ Gelijk nam Wolfsen zich voor: ‘Dit mooie juweeltje neem ik mee en dat ga ik in Nederland introduceren.’ Terug in Zwolle pakte hij de telefoon en belde met de burgemeester. ‘Hij was ook onmiddellijk enthousiast en haalde het hoofd van de dienst welzijn erbij. Binnen korte tijd hadden we een praktisch pamfletje gemaakt, andere partijen – woningcorporaties, politie – erbij betrokken en zijn we aan de slag gegaan.’ Het Zwolse initiatief kon op grote belangstelling rekenen. Wolfsen: ‘Zelfs het Journaal kwam erop af.’ “ Uiteindelijk werd het verder ontwikkeld onder de vlag van de Zwolse welzijnsorganisatie Travers.

Rotterdam
In Rotterdam was al begin jaren negentig aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit belangstelling voor de Community Boards. Er werd een onderwijsproject opgezet waarbij studenten openbare instellingen op buurtniveau bestudeerden wat betreft opvattingen over conflictbemiddeling. Als achtergrond dienden enige teksten van Raymond Shonholtz. Deze activiteit werd opgepikt door de Woningstichting Onze Woning (nu gefuseerd tot Woonbron). Zij dacht dat dergelijke vormen van conflictbemiddeling relevant konden zijn in haar eigen praktijk en konden bijdragen aan de bevordering van de kwaliteit van samenleven in de door haar beheerde woongebieden. Er werd besloten om met drie buurtraden te gaan werken in drie wijken met een verschillende wijkopbouw. Het experiment zou opgezet worden met een groep betrokkenen die het praktische deel van het project zouden vormgeven en anderzijds een groep onderzoekers die op afstand en evaluerend een bijdrage konden leveren. Financieel werd het project gedragen door de woningcorporaties en de gemeente. Maar dat was niet genoeg, er moesten aanvullende fondsen worden geworven. Daartoe werd een subsidieaanvraag ingediend, eerst alleen bij het ministerie van Justitie, later ook bij Binnenlandse Zaken voor de aanstelling van een onderzoeker voor drie jaar. Bij Justitie kregen de aanvragers tot hun verbazing te horen dat er al een project buurtbemiddeling was opgestart in Zwolle. De subsidieaanvraag van de onderzoekers van de Erasmus Universiteit voor een evaluatieonderzoek werd gehonoreerd, op voorwaarde dat in de evaluatie ook het project in Zwolle zou worden meegenomen, evenals het even later opgestarte experiment in Gouda.

Ruim 300 gemeenten
Buurtbemiddeling breidde zich sinds 1995 als een olievlek uit over Nederland. Intussen kunnen inwoners in ruim 300 gemeenten een beroep doen op buurtbemiddeling. Het is ook een succesvolle aanpak. Sinds de introductie in Nederland zijn er meer dan 180.000 meldingen gedaan van burenoverlast bij buurtbemiddelingsorganisaties. In 2022 waren er bij de verschillende buurtbemiddelingsorganisaties ruim 3000 bemiddelaars actief. Veelal met goed gevolg, want in gemiddeld 7 van de tien meldingen slagen de buurtbemiddelaars erin om het conflict in nieuwe leefbare banen te leiden. De meeste meldingen waarmee Buurtbemiddeling aan de slag gaat gaan over geluidsoverlast + 40%, verstoorde relaties (treiteren, schelden, lastig vallen) + 20% of zogeheten buitenproblemen (tuin, schutting) 13%. Buurtbemiddeling neemt werk uit handen van professionals, zoals de poltie en woningcorporaties. Zij hoeven ‘lichte’ burenconflicten niet zelf hoeven afhandelen, en dat betekent tijdwinst.

Kwetsbare financiële basis
Ondanks de succesformule van Buurtbemiddeling functioneren de Buurtbemiddelingsorganisaties nog steeds op een kwetsbare financiële basis. De financiering verschilt vaak per gemeente. Corporaties en lokale overheden zijn de grootste financiers, maar over hun bijdrage en de onderlinge verdeling moet vaak jaar-in-jaar-uit onderhandeld worden. In een aantal regio’s is de Buurtbemiddeling onderdeel van een welzijnsorganisatie, in andere regio’s, zoals in de regio Amsterdam BeterBuren, staan de Buurtbemiddelingsorganisaties geheel op eigen benen. Terwijl er tegen lage kosten effectief gewerkt wordt volgens een aanpak die overal waardering oogst is er dus niet iets als een landelijke uniforme regeling om deze vorm van burgerparticipatie duurzaam op de kaart te zetten. Er is ook geen eigenstandig landelijk orgaan, de landelijke coördinatie is onder gebracht bij het CCV, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Het CCV is ondermeer verantwoordleijk voor de erkennig van buurtbemiddelingsorganisaties.

De historische gegevens zijn ontleend aan de Open Universiteit-studie Buurtbemiddeling als bron van sociaal kapitaal: Een onderzoek naar de historie, werking en impact (2021). Zie hieronder literatuur.

Publicatiedatum: 26-09-2023
Datum laatste wijziging :26-09-2023
Auteur(s): Jos van der Lans,
Literatuur
Links
Video

YouTube, 18 feb 2020 | Wat kan buurtbemiddeling voor u betekenen? En voor wie is buurtbemiddeling? In deze video leggen we alles stap voor stap uit.

YouTube, 11 aug 2014 | Bij een bemiddelingsgesprek begeleiden de twee buurtbemiddelaars de buren die ruzie hebben met elkaar. Als beide partijen er samen uit komen, kunnen ze zelf bepalen of ze de afspraken op papier zetten of dat wat ze hebben besproken voldoende is.

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste