Canon cliëntenbeweging GGz
Poster collecte Nationale Reclasseringsdag 1950
Rechter Nico Muller was van 1910-1960 een centrale figuur in het reclasseringsvak. Hier op 75 jarige leeftijd, 1954.
Klaas Dijkhoff, sinds maart 2015 staatssecretaris Veiligheid en Justitie in het kabinet-Rutte II.
Sjef van Gennip 1951 is sinds 2004 directeur van Reclassering Nederland.
Peter Palsma, sinds 2012 algemeen directeur bij Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering; daarvoor sinds 2006 directeur bedrijfsvoering.
Elly Westerbeek is sinds 1 oktober 2015 directeur ad interim van Verslavingsreclassering GGZ, sinds 2010 werkte zij al in diverse managementfuncties bij SVG.
Edwin ten Holte was van 2005 tot oktober 2015 directeur van de Verslavingsreclassering GGZ.
Zonder de inzet van reclasseringswerkers had de samenleving veel grotere problemen, verklaarde staatssecretaris Fred Teeven op 25 mei 2012.
Verwante vensters
1800 – Wraak of hulp?
Tweehonderd jaar reclassering in Nederland
“Reclasseringswerkers delen allen dezelfde maatschappelijke opdracht en dezelfde unieke toegevoegde waarde in de justitieketen. Zij putten uit een gezamenlijk kennisdomein en zijn dragers van een gezamenlijk vakmanschap. Een vakman of -vrouw werkt professioneel. Dat betekent verankerd zijn in de waarden van je vak, bijhouden van nieuwe kennis, nadenken over je professionele effectiviteit, expliciteren wat je doet en waarom je dat doet, zorgvuldig werken met de instrumenten en methoden die het handelen ondersteunen."
(Geciteerd in: J. Bosker, E. de Jonge & A. Menger (2011): Het vakmanschap van de reclasseringswerker. Verslag en reflecties van het gelijknamige congres.)
Bij het vakmanschap van de reclasseringswerker hoort ook dat hij kennis heeft van de geschiedenis van zijn vak. Daarmee kan hij veranderingen begrijpen en verklaren, verbanden leggen. Kennis van de geschiedenis geeft perspectief, nuanceert eenzijdige beeldvorming en corrigeert mythevorming. Er is ook wel iets te leren van de ervaringen en inzichten opgedaan vóór onze tijd. Want wij zijn in de jaren tien van de 21e eeuw niet de eersten die zich bezighouden met reclassering. “Ervoor zorgen dat een ex-gedetineerde een eerlijke plaats in de samenleving kan innemen” was samen met de ‘zedelijke verbetering’ een kerntaak die de reclassering in 1823 op zich nam. En dat is dan gelijk een verschil met de tegenwoordige reclassering: deze ‘nazorg’ is sinds 2005 geen vanzelfsprekende reclasseringstaak meer. Wel kunnen gemeenten ‘nazorgtrajecten’ inkopen bij de reclassering.
Een grote verandering is ook dat sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw het strafrechtelijke klimaat, dat in de decennia daarvoor in vergelijking tot andere Europese landen betrekkelijk mild was, is verhard; vooral een gevolg van toenemende criminaliteit en strenge bezuinigingen. Het ministerie heet sinds 2002 niet voor niets: ‘ministerie van Veiligheid en Justitie’. Min of meer parallel daarmee ontpopte Justitie zich van subsidiegever tot opdrachtgever: wie betaalt bepaalt!
Reclasseringswerkers hadden moeite zich aan te passen aan deze nieuwe realiteiten. In de professionalisering sinds de jaren vijftig en zestig was in de methodiekontwikkeling sterk de nadruk gelegd op de vrijwilligheid van de cliënt en het hulpverleningskarakter van het reclasseringswerk. Nu werden centrale begrippen als ‘hulp en steun’ aangevuld met ‘begeleiding, toezicht, controle op nakoming van afspraken’. ‘Achter de cliënt’ staan werd steeds vaker tegenover de cliënt staan. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid om recidivegevaar te voorkomen wordt sterk benadrukt. Het inzicht dat reclasseringswerk plaatsvindt in een zeker spanningsveld tussen straffen en helpen, tussen justitie en dader, werd weer ontdekt.
Reclasseringswerk is ‘werken in een gedwongen kader’. Dat wordt de laatste vijftien jaar opnieuw doordacht en uitgewerkt in nieuwe methodieken. Dat geeft het reclasseringsvak nieuw elan, zoals blijkt uit de jaarlijkse congressen ‘Het vakmanschap van de reclasseringswerker’ die sinds 2011 in Utrecht worden georganiseerd.
De reclasseringsgeschiedenis laat echter nog meer veranderingen en dilemma’s zien. Begrippen en werkwijzen uit het bedrijfsleven hebben hun entree gemaakt, zoals ‘productgericht werken’ en ‘outputsturing’. Dit roept de vraag op naar de ruimte die de reclasseringsmedewerker mag en moet hebben. Alleen op het individu toegesneden maatwerk kan effectief zijn.
Nog een dilemma. Reclasseringswerk begon als vrijwilligerswerk. Met het ingroeien in het strafstelsel – vooral de voorlichtingsrapportage – begonnen beroepskrachten de plaats van vrijwilligers in te nemen. Deze ontwikkeling werd in de jaren zestig versterkt door de ontzuiling. Zelfs de reclasseringsafdeling van het Leger des Heils stuurde einde jaren tachtig zijn vrijwilligers naar huis. Maar reclasseringswerk zonder vrijwilligers is ondenkbaar, ook in de 21e eeuw. Gedachten over de participatiesamenleving dragen bij aan eerherstel voor het vrijwilligerswerk. Een voorbeeld was de vrijwilligersgroep die functioneerde rond de ex-gedetineerde Benno L. in Leiden. In de COSA-methodiek, een reclasseringsproject gericht op de re-íntegratie van zedendelinquenten, wordt dit verder uitgewerkt. Rond de Exodushuizen zijn vele honderden vrijwilligers actief. De Stichting Gevangenenzorg pakt het vrijwillige (bezoek)werk c.q. celbezoek weer op van de Katholieke en Protestantse reclasseringsverenigingen die al veertig jaar van het toneel verdwenen zijn.
De samenleving is veranderd en de reclassering veranderde mee. Nederland telde in 1823 twee miljoen inwoners, nu zijn dat er bijna zeventien miljoen. De overzichtelijke en statische agrarische samenleving werd dynamisch, hoog ontwikkeld, verstedelijkt en multicultureel. De opvattingen over helpen en straffen veranderden sterk.
Echter, ondanks deze veranderingen zijn er ook zekere constanten te ontdekken. Zo worden reclasseringswerkers vaak nog steeds gedreven door dezelfde idealen en waarden als hun voorgangers: het bewerkstelligen van een veilige samenleving door het nastreven van een menswaardige, op gedragsverandering gerichte bejegening van (ex-) delinquenten.
Publicatiedatum: 10-11-2014
Datum laatste wijziging: 19-11-2015
Auteur(s): Marcel Krutzen, Maarten van der Linde
(1948-2020), Anneke Menger, Jaap van Vliet
Verwante vensters
- 1823 Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen
- 1849 Edouard Ducpétiaux
- 1985 Forensisch welzijnswerk
Extra
Zo Spoedig, Selectief, Slim, Samen
en Simpel Mogelijk (ZSM)
Aan het begin van deze canon met bijna 200 jaar
geschiedenis
past aandacht voor een van de nieuwste praktijken in het
reclasseringswerk: de ZSM-werkwijze, die in in 2012 werd
ingevoerd. Politie, Openbaar Ministerie, Reclassering,
Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de
Kinderbescherming pakken met ZSM veelvoorkomende
criminaliteit aan: ‘Samen op Snelle, Slimme, Selectieve,
Simpele
en Samenlevingsgerichte’ wijze'. Dat wordt gezien als een
belangrijk signaal aan daders, slachtoffers en de
samenleving. Het doel is een hogere effectiviteit van de
straf, lagere kosten en een groter gevoel van veiligheid
bij
burgers.
Reclassering en buurtteam. Mensen die, vanwege een
licht vergrijp, in aanraking komen
met justitie, zouden door de reclassering verwezen kunnen
worden naar een buurtteam. Hierdoor kan een startende
criminele carrière in de kiem gesmoord worden doordat
problematiek vroegtijdig wordt gesignaleerd en wordt
aangepakt.
Op de website van het Openbaar Ministerie is vermeld: ‘In
de
ZSM-werkwijze wordt na aanhouding van de verdachte zo
spoedig mogelijk een beslissing genomen over het
afdoeningstraject. Het gaat hierbij om betekenisvolle
interventies, waarbij verdachten een passende reactie
krijgen, recht wordt gedaan aan slachtoffers en de buurt
merkt hoe snel daders worden gecorrigeerd.’ In deze
formulering is meer dan voorheen rekening gehouden met het
slachtoffer en de gemeenschap, hoewel men er ook uit zou
kunnen lezen dat slachtoffers en de gemeenschap vooral de
rol van toeschouwer krijgen toebedeeld.
Wijkgericht werken. De reclassering kan,
door de aanwezigheid bij ZSM, ook een belangrijke verwijzer
voor de buurtteams zijn. Een vorm van veldwerk door de
reclassering dus, waarbij het van belang is om snel actie
te
ondernemen en korte lijnen te hebben met de buurtteams.
Ontwikkelwerkplaatsen ZSM: Om het reclasseringswerk
bij ZSM te ontwikkelen zijn in 2014 ontwikkelwerkplaatsen
ZSM gestart, in Groningen en in Utrecht. Bij deze
werkplaatsen is enige extra ruimte gecreëerd voor de
reclasseringswerkers om te doen wat nodig is. De
werkplaatsen worden gecoacht en beschreven door het
lectoraat Werken in Justitieel Kader van Hogeschool
Utrecht.
In de rubriek Aanvullend materiaal het
tussenrapport (oktober 2015) met eerste bevindingen over de
veranderende
rol van 'de reclasseringswerker in de frontlinie'.
Verder studeren
- Maarten van der Linde (2017), Ontstaan en ontwikkeling van de reclassering in vogelvlucht: 1823-heden in: Proces, Tijdschrift voor strafrechtspleging 2017 (96) 2, 93-107.
- Corine van Grumbkow en Jaap A. van Vliet (2013), Diffuse praktijken? De reclasseringswerker tussen missie en productie. In: Hans Moors & Erik Bervoets (red.) Frontlijnwerkers in de veiligheidszorg. , blz. 191-210. Uitgeverij Boom/Lemma.
- Ada Andreas & Jaap van Vliet (2012), Begrenzen en ondersteunen. De reclasseringswerker als professional en gezagsdrager. In: Gezagdragers, de publieke zaak op zoek naar haar verdedigers. Redactie: Thijs Jansen, Gabriël van den Brink, René Kneyber. Uitgeverij Boom.
- Jacqueline Bosker, Ed de Jonge & Anneke Menger (red.) (2011), Het vakmanschap van de reclasseringswerker. Verslag en reflecties van het gelijknamige congres. Hogeschool Utrecht, Lectoraat Werken in Justitieel Kader. Eindredactie: Anke van Stijn. Het congres vond plaats op 28 januari 2011.
- Jean-Paul Heinrich (1995), Particuliere reclassering en overheid in Nederland sinds 1823. Gouda Quint. Standaardwerk over de geschiedenis van de reclassering van 1823 tot beginjaren negentig.
Literatuur
- Hans Martin Don, Jaap van Vliet (red.) (2004), Terugblik op Horizon 2000. Themanummer Reclassering. In Proces. Tijdschrift voor strafrechtspleging 2004/6. Bijdragen van Cyrille Fijnaut, Jonna Smit, Constantijn Kelk, Marten Hoekstra, Reneé Kool, M.S.H. Ridder-Padt, Frans Zwanenburg, Geert van der Laan, Jaap van Vliet, Miranda Boone, René P
- Kees Schuyt & Max Kommer (1998), Niet bij straf alleen. De spanning tussen idealisme en realisme in het reclasseringswerk. Amsterdam University Press. Bundel verschenen ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de reclassering in Nederland.
- C.J.C.F. Fijnaut (red.) met medewerking van J.P. Balkema en J. Witvliet (1988), Reclassering: Horizon 2000. Ontwikkelingen in strafrecht en samenleving en de rol van de reclassering. Uitgave van de Nederlandse Federatie van Reclasseringsinstellingen en Gouda Quint, Arnhem. Bundel verschenen ter gelegenheid van 165 jaar reclassering Nederland
Aanvullend materiaal
- Lous Krechtig, Anneke Menger, Maaike de Boois, Moniek Zuurbier (2015), Zo samen mogelijk naar een gerichte en effectieve aanpak van crimineel gedrag. Een actie-onderzoek bij de werkplaatsen ZSM in Midden en Noord Nederland. Rapportage Fase 2. Hogeschool Utrecht.
Links