Canon Sociaal Werk
Onderdeel van het Historisch Centrum Sociaal Werk – HCSW.nl
NL | EN

Canon geestelijke gezondheidszorg

Outreachende hulpverlening begon in de jaren negentig aan een revival. ing.

Outreachende hulpverlening begon in de jaren negentig aan een revival. ing.

SPV-er Henrie Henselmans schreef in 1993 een proefschrift over Bemoeizorg

SPV-er Henrie Henselmans schreef in 1993 een proefschrift over Bemoeizorg

Jos van der Lans overhandigt op 20 januari 1994 WVC-minister Hedy d’Ancona het pamflet ’Naar een modern paternalisme’.

Jos van der Lans overhandigt op 20 januari 1994 WVC-minister Hedy d’Ancona het pamflet ’Naar een modern paternalisme’.

Daklozen worden door hulpverleners op straat aangesproken.

Daklozen worden door hulpverleners op straat aangesproken.

Arie Querido (1901-1983), sociaal-geneeskundige in Amsterdam.

Arie Querido (1901-1983), sociaal-geneeskundige in Amsterdam.

Niet iedereen is gediend van bemoeizorg.

Niet iedereen is gediend van bemoeizorg.

Kritische sticker tegen onbeschaafd huisbezoek

Kritische sticker tegen onbeschaafd huisbezoek

Een van de vele folders in Nederland over bemoeizorg-activiteiten.

Een van de vele folders in Nederland over bemoeizorg-activiteiten.

Volkskrant, 3 maart 2009: Bemoeizorg in Rotterdam is succesvol

Volkskrant, 3 maart 2009: Bemoeizorg in Rotterdam is succesvol

Studieopdrachten
  1. Wie was Arie Querido en wat deed hij? Waarom zegt Henrie Henselmans dat bemoeizorg het zelfde was als wat Querido deed? Hoe kan het dat Henselmans het wiel opnieuw moest uitvinden?
  2. In de slotalinea van dit venster wordt de Rotterdamse interventieteams voor de voeten geworpen dat ze de intentie van Johanna ter Meulen naast zich neer hebben gelegd.
    - Zoek uit wat nu precies de kritiek van de Rotterdamse ombudsman was op de interventieteams?
    - Wat deden ze verkeerd in de ogen van Johanna ter Meulen?
  3. De slotzin legt een verband tussen de woonopzichteressen en het tegenwoordige streven naar empowerment. Wat wordt precies met het laatste bedoeld, en wat zijn de overeenkomsten en verschillen met de bedoelingen van de woonopzichteressen?