Studieopdracht bij 1920 Wetgeving voor buitengewoon onderwijs

> Ga naar de venster Wetgeving voor buitengewoon onderwijs

Canon gehandicaptenzorg

> Informatie over boekeditie

In 1923 werd het buitengewoon onderwijs uitgebreid met scholen voor doofstomme kinderen.

Wilhelmina Bladergroen - 1908-1983 - stond aan de basis van het LOM-onderwijs

• Via de Binet-Herderscheetest selecteerde men kinderen voor het zwakzinnigenonderwijs.

Passend onderwijs aan leerlingen met gedragsproblemen

Cartoon naar aanleiding van de bezuinigingen op het speciaal onderwijs

Actiebanner Algemene Onderwijs Bond tegen bezuinigingen op passend onderwijs

Ontwikkeling van het aantal rugzakjes in het onderwijs - bron min OCW

Groei uitgaven passend onderwijs. Bron Volkskrant 6 maart 2012

Cijfers passend onderwijs in Nederland - Volkskrant 16 juli 2014

Studieopdrachten

Lees van W.A. van Liefland het artikel Over de naam van onze kinderen en onze scholen (Tijdschrift voor Buitengewoon Onderwijs, 27, pp. 107-109). Termen als ‘zwakzinnig’, ‘achterlijk’, ‘debiel’, ‘imbeciel’ en ‘idioot’ waren rond 1900 heel gangbaar en zeker niet beledigend bedoeld. Dat gold ook voor de schoolse equivalenten, de ‘school voor achterlijken’, de ‘zwakzinnigenschool’, de ‘debielenschool’ en de ‘imbecielenschool’. Desondanks veranderde gedurende de twintigste eeuw de betiteling van kinderen met een beperkt verstandelijk vermogen en de voor hen bedoelde scholen herhaaldelijk. Achterhaal aan de hand van het artikel van Van Liefland en de uitgebreide zoekmogelijkheden van de website http://100jaarorthopedagogiek.nl/ waar bovengenoemde termen en schoolbetitelingen
a. oorspronkelijk vandaan kwamen c.q. door wie ze werden geïntroduceerd en gebruikt;
b. wat men er mee trachtte aan te duiden;
c. waarom (en door wie) deze naamgeving ter discussie komt te staan en herhaaldelijk zal worden aangepast.
In de twee statistieken die in het venster zijn opgenomen zie je een stevige groei van het aantal rugzakjes en fors toenemende uitgaven voor passend onderwijs sinds 2003. Reden voor het kabinet-Rutte om in 2012 bezuinigingen aan te kondigen, waartegen het onderwijsveld heftig protesteerde. Wat zijn de verklaringen voor de stijging van de uitgaven? En wat zijn de argumenten van de voor- men tegenstanders van de bezuinigingen? En waar sta jij zelf in dit debat. Schrijf een korte beschouwing van maximaal 1000 woorden over dit onderwerp.