Canon zorg voor de jeugd
Affiches Centraal Genootschap Kinder- Herstellings- en vacantiekolonies
Arnold Kerdijk organiseerde in 1883 de eerste kindervakantie in Austerlitz.
Emma Kinderhuis in Wijk aan zee. Foto van vakantiekolonies.nl
De woonsituatie van arbeidersgezinnen was eind 19e eeuw bedroevend.
Utrechtse kinderen voor het station op weg naar een koloniehuis - omstreeks 1900
Aandeel voor de bouw van een nieuw koloniehuis voor Rotterdamse kinderen - 1895.
Kolonie der Vereeniging voor Rotterdamsche Gezondheids-Koloniën
Inschrijfformulier voor kinderen
Op de site vakantiekolonie.nl zijn vele honderden foto s te vinden van de vakantiekolonien.
M. Swankhuisen, e.a. Bleekneusjes. Vakantiekolonies in Nederland 1883-1970.
Zomer 2017 tentoonstelling en theaterprogramma Bleekneusjes op verschillende locaties, o.a. in Bergen aan Zee.
1883 Vakantiekolonies voor bleekneusjes en zenuwpeesjes
Van ondervoeding naar overgewicht
De leefsituatie van kinderen uit de grootstedelijke volksklasse was eind negentiende eeuw weinig rooskleurig. Veel gezinnen leefden dicht opeengepakt in krappe, onhygiënische woningen waar weinig frisse lucht en zonlicht binnenkwamen. Bovendien kende de arbeidersklasse een karig en eenzijdig voedselpakket met weinig eiwitten en nauwelijks vitaminen. De fysieke weerstand van schoolkinderen was daardoor laag en de kans op ziekten als tuberculose groot. Ter bevordering van hun gezondheid zonden filantropische verenigingen, zoals elders in Europa, lichamelijk zwakke kinderen voor enige tijd naar zee of naar een bosrijke omgeving. Vooral onderwijzer(e)s(sen) aan volksscholen maakten zich hier sterk voor.
De eerste kinderuitzendingen vonden plaats in 1883. In dat jaar bezorgde Arnold Kerdijk, secretaris van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, een twintigtal Amsterdamse kinderen een onvergetelijke vakantie in de bossen van Austerlitz. Al snel telde elke grote stad één of meerdere uitzendverenigingen die arme, bleke en magere kinderen voor een paar weken naar een koloniehuis stuurden. Veel van deze huizen stonden aan de kust, zoals Zwartendijk en het katholieke koloniehuis St. Antonius, beide in Egmond aan Zee. Andere huizen stonden in de bossen, zoals Sonsbeek in Arnhem en het Boschhuis te Nunspeet.
Om plaatselijke initiatieven te verenigen, ontstond in 1901 het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies. In de beginjaren vond uitzending naar gezondheidskolonies alleen plaats tijdens de zomervakantie – vandaar de volkse naam ‘vakantiekolonie’ – maar na 1920 gebeurde dat het gehele jaar door. Artsen en verpleegsters namen de plaats in van vrijwilligers. Op medisch gezag werd de standaarduitzendperiode verlengd van drie of vier weken naar vijf, later zes weken.
Aanvankelijk waren uitzendverenigingen volledig afhankelijk van particulier geld. Na de Eerste Wereldoorlog besloot de rijksoverheid echter structureel bij te springen. Hierdoor groeide de kinderuitzending uit tot een van de belangrijkste sociaal-geneeskundige voorzieningen voor schoolkinderen, waaraan in bijna honderd jaar tijd naar schatting zo’n 800.000 kinderen hebben deelgenomen.
De vakantie- en gezondheidskolonies waren bedoeld voor ‘bleekneusjes’, die zonder werkelijk ziek te zijn in een slechte gezondheidstoestand verkeerden. Lichamelijke zwakte, vaak een gevolg van ondervoeding, gold als belangrijk selectiecriterium. Naast frisse lucht nam goed, veel en gezond eten een belangrijke plaats in binnen de kinderuitzending. Kinderen moesten eten wat zij kregen voorgezet: alles moest op!
Hoewel de nadruk bij de uitzending lag op het bevorderen van de lichamelijke gezondheid, diende zij ook een pedagogisch doel. Het verblijf in een koloniehuis bood namelijk een uitgelezen mogelijkheid om volkskinderen op te voeden. Uitzendende verenigingen hoopten dat de kinderen het aangeleerde hygiënische gedrag na terugkomst thuis zouden introduceren. De medische kinderuitzending had dus ook een beschavingsmissie.
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw verbeterden de levensomstandigheden waarin kinderen opgroeiden sterk. Het aantal lichamelijk zwakke kinderen nam snel af. In plaats daarvan zonden verenigingen steeds meer kinderen uit op de indicatie ‘nervositas’ ofwel zenuwzwakte. Tot deze ‘zenuwpeesjes’ rekende men nerveuze kinderen, maar ook slechte eters en kinderen met problemen thuis. In de welvarende jaren zestig liepen de inkomsten uit collectes terug, want velen twijfelden nu aan het nut van dit werk. ‘Zenuwzwakte’ was wel een erg ruim label om kinderen voor zes weken uit het gezin en uit de klas weg te nemen. Voor die kinderen waren andere oplossingen denkbaar, zeiden critici. Rond 1970 stopte daarom de overheidssubsidie. Koloniehuizen kregen een andere bestemming of werden afgebroken. Dit betekende na bijna honderd jaar het definitieve einde van de vakantiekolonies.
Sinds een aantal jaren worden op kleine schaal zomerkampen voor een nieuwe groep zorgenkinderen georganiseerd: kinderen met obesitas. Eén op de zes kinderen in Nederland is te zwaar. Volgens hulpverleners heeft dit alles te maken met verkeerde voeding, te weinig beweging en het verkeerde voorbeeld van de ouders. Net als in de oude gezondheidskolonies ligt daarom ook in de zomerkampen voor dikke kinderen de nadruk op gezonde voeding, voldoende beweging en gedragsverandering.
Publicatiedatum: 15-03-2012
Datum laatste wijziging: 21-05-2017
Auteur(s): Fedor de Beer
Verwante vensters
- 1870 Helene Mercier
- 1886 Vakantiekolonies ter bevordering van gezondheid en welzijn
- 1901 Eerste consultatiebureau in Den Haag
Extra
Goed eten
Goed eten en aankomen, dat was belangrijk voor die vele
kleine, magere en lichamelijk zwakke kinderen. De drie
maaltijden en tussentijds melk drinken namen daarom een
centrale plaats in het kolonieleven in. Stevige, voedzame
kost kregen de kinderen te verstouwen: boterhammen,
aardappels, bonen en erwten, liters melk en rijst- of
gortepap toe. Maaltijden van het Centraal Genootschap
bevatten in 1953 zo’n 2550 calorieën per dag. Alles moest
op. Legio zijn de verhalen van kinderen die de warme
maaltijd of de lauwe lammetjespap niet ‘bliefden’, maar
deze figuurlijk en soms zelfs letterlijk door de strot
kregen geduwd.
Gewichtstoename kenmerkte het succes van de uitzending.
Wie onvoldoende aankwam, mocht niet naar huis. Trots
publiceerden verenigingen hun resultaten. Volgens het
jaarverslag van het Centraal Genootschap over 1950 waren
de 7071 door haar uitgezonden kinderen samen 18.405,4
kilo aangekomen, een record dat vier jaar later met maar
liefst 1500 kilo zou worden overtroffen.
Verder studeren
- Bakker, N., Noordman, J. & Rietveld - van Wingerden, M. (2010), Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Idee en praktijk 1500-2000. Assen: Van Gorcum, paragraaf 6.5, pp. 318-328.
- Swankhuisen, M., Schweizer, K. & Stoel, A (2003), Bleekneusjes. Vakantiekolonies in Nederland 1883-1970. Bussum: THOTH.
Literatuur
- Bakker, P.C.M. (2007), 'Kilo’s en koolhydraten: Nederlandse vakantiekolonies en de medicalisering van het ‘zwakke’ kind (1883-1940)', in"Jaarboek voor de geschiedenis van opvoeding en onderwijs 2007, pp. 25-47.
- Bakker, Nelleke (2011), 'Kweekplaatsen van gezondheid' Vakantiekolonies en de medicalisering van het kinderwelzijn', Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, jrg. 126, no. 4, pp. 29-53.
Aanvullend materiaal
- Beer, Feder de (2007), Kweekplaatsen van gezondheid voor het opkomend geslacht In: Lessen jrg. 2, no. 1, pp. 14-23
- Onderwijsmuseum (), Informatie en fotomateriaal over de Rotterdamsche vakantieschool
- Marie Louise Schipper (2012), 'Snoepmaker Haribo lokt kind ondanks anti-obesitas afspraken', in: de Volkskrant, 13 februari 2012. (Zie studieopdrachten)
Links
- Ervaringen van ‘bleekneusjes’
- Afbeeldingen koloniehuizen
- NOS op bezoek bij Rotterdamse vakantieschool
- Tentoonstelling en theatervoorstelling 'Bleekneusjes' - mei-juni 2017.
Studieopdrachten
Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
Video
Fragment uit een oude film van Bakhuizen, Mirns en Rijs. Hier zie je zusters, verzorgsters en kinderen ("bleekneusjes") uit Mooi Gaasterland.
Viering van het 10-jarige jubileum van het Bio-vakantieoord in "Russenduin" te Bergen aan Zee. In het Bio-Vakantieoord konden kinderen van lagere sociale afkomst ("bleekneusjes") een zesweekse vakantie houden. De kinderen waren meestal afkomstig uit de grotere steden waar in de bioscopen werd gecollecteerd.
Filmfragmenten ter ondersteuning van de locatietheatervoorstelling Bleekneusjes in mei juni 2017.