Canon Sociaal Werk
Onderdeel van het Historisch Centrum Sociaal Werk – HCSW.nl
NL | EN

Canon maatschappelijk werk

Sociale Pedagogiek

Sociale Pedagogiek

Cyriel De Keyser, start sociale padagogiek, KULeuven, 1964.

Cyriel De Keyser, start sociale padagogiek, KULeuven, 1964.

Franz Pöggeler, De mondige mens, vertaling Leirman, 1966

Franz Pöggeler, De mondige mens, vertaling Leirman, 1966

v.l.n.r. Walter Leirman, Herman Baert, Danny Wildemeersch. Onder: Luk Verbeke †.

v.l.n.r. Walter Leirman, Herman Baert, Danny Wildemeersch. Onder: Luk Verbeke †.

Analyse van o.a. Gerda De Bock (toen R.U.G.) over het sociaal werk in de jaren zestig.

Analyse van o.a. Gerda De Bock (toen R.U.G.) over het sociaal werk in de jaren zestig.

prof. dr. Maria De Bie, sociale agogiek Universiteit Gent (opvolger De Bock) bij start canonsociaalwerk

prof. dr. Maria De Bie, sociale agogiek Universiteit Gent (opvolger De Bock) bij start canonsociaalwerk

Willem Elias, culturele agogiek V.U.B.

Willem Elias, culturele agogiek V.U.B.

Verwante vensters

1966 – Sociale Pedagogiek

Academisch onderzoek en sociaal werk


Vanaf de jaren zestig en in het kader van de verzorgingsstaat groeide het sociaal werk breed uit. De behoefte aan wetenschappelijke ruggensteun nam toe. De hogeschoolopleidingen sociaal werk waren praktijkgericht en hadden noch het statuut noch de ruimte voor onderzoek. In dat licht ontstonden sociaalpedagogische afdelingen aan de universiteiten van Leuven en Gent, later in Brussel. Zij zouden een bijzondere invloed hebben omdat ze geëngageerd kozen voor toepasbaarheid.

Aan de K.U. Leuven startte Cyriel De Keyser de nieuwe afstudeerrichting in 1964 en zocht daarbij hulp in Nederland. Specifieke aandacht ging naar het educatieve werk met volwassenen. Via onderzoek bij Deense en Duitse volkshogescholen kwam de methodische kant van de volwassenenvorming op het voorplan. Het accent op persoonsvorming kreeg concrete betekenis via Franz Pöggeler's ‘De mondige mens’ (Leirmans vertaling, 1966).
Jonge assistenten maakten ook de brug tussen het Centrum voor Jeugdproblematiek (Hendrik Cammaer (†2011), Jong-Davidsfonds achtergrond) en sociale pedagogiek (Walter Leirman, Jong-Davidsfonds achtergrond). Ze gaven een bijzondere Schwung aan onderzoek en aanpak van nieuwe sociale problemen, waarbij het veranderende jeugdgedrag hen direct beroerde.
Leirman zou zich later ontpoppen als één van de wegbereiders voor ingehouden maatschappijkritische ondersteuning van vormingspraktijken en opbouwwerk. Een scharniermoment was 1975, toen Paulo Freire het eredoctoraat werd aangeboden. Freires gedachtegoed zou concreet effect hebben op (de ondersteuning van) het Alfabetiseringswerk. Het werd ook zichtbaar in het KREMAB-project (Kreativiteit en emancipatie in de buurt, 1977).
De protagonisten Herman Baert, Luc Verbeke († 2009) en Danny Wildemeersch zouden verder grote invloed hebben in hulpverlening, opbouwwerk en vormingswerk. Merkbaar bijvoorbeeld in CEMOSO (Centrum voor methodiekontwikkeling in de Samenlevingsopbouw, 1981).
Ondertussen werd ook de Nederlandse evolutie rond de agogiek (zie Tonko ten Have) meegenomen. Deze opleiding sociale pedagogiek functioneert vandaag nog steeds binnen de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, onder de noemer 'sociale en culturele pedagogiek'. Ze wordt georganiseerd binnen de onderzoeksgroep Laboratorium voor Educatie en Samenleving (LES).

Een bijna omgekeerde beweging, van praktijk naar onderzoek, is zichtbaar voor de sociale pedagogiek van de toenmalige Rijksuniversiteit Gent. Ook daar was de jeugdproblematiek een vertrekpunt, nog nadrukkelijker dan in Leuven. De juriste Gerda De Bock werd in 1953 de eerste directeur van de Gentse stedelijke sociale school. Het daaropvolgende jaar promoveerde ze en werd universitair titularis van de cursus ‘Wetgeving op het jeugdrecht’. Beide achtergronden zouden een belangrijke oriëntatie vormen voor De Bock om de sociaal werk-praktijk en het wetenschappelijk onderzoek, aan elkaar te koppelen.
Door haar dubbele positie zocht ze naar een nuttige combinatie die uitliep op de uitbouw van een afdeling sociale pedagogiek aan de universiteit. Het onderzoek in de jeugdbescherming leidde in 1974 tot het ‘Seminarie en Laboratorium voor Jeugdwelzijn en Volwassenenvorming’. Sociale agogiek werd een afstudeerrichting binnen de Psychologische en Pedagogische Wetenschappen. Samen met Eugeen Verhellen werd de kinder- en jeugdproblematiek daarvoor het anker. Ook Willy Faché maakte zich meer dan verdienstelijk in het actief jeugdonderzoek.
Onder impuls van Maria Bouverne-De Bie groeide deze afdeling sterk door, met veel aandacht voor praktisch relevant onderzoek naar hulpverlening, armoedebestrijding en blijvende aandacht voor de jeugdproblematiek.

Aan de Vrije Universiteit Brussel werd een afdeling agogiek opgericht, aansluitend op het werk van prof. Rudy Strijbol. De klemtoon werd door Willem Elias gelegd op ‘culturele agogiek’.

De Gentse opleiding is nu ingeschoven in de Master Sociaal Werk (UG). De Leuvense Masteropleiding Sociaal Werk is gekoppeld aan het departement sociologie, net als de Antwerpse.

Publicatiedatum: 30-11--0001
Datum laatste wijziging: 22-12-2016

Auteur(s): Wim Verzelen


Verder studeren

Literatuur

Aanvullend materiaal

Links

Studieopdrachten

Klik hier om de studieopdrachten te bekijken