Canon samenlevingsopbouw
LPO-directeur Wil van de Leur was 25 jaar het gezicht van het opbouwwerk in Nederland.
Sinds 2024 is het Wil van de Leur-opbouwwerkarchief raadleegbaar via de Canon-website en bij de BPSW.
De Leeuwarder Courant meldt in 1978 dat Wil van de Leur naar de NRMW in Den Haag vertrekt.
Het eerste logo van het Landelijk Platform Opbouwwerk
Opvallende gelijkenis tussen de logo’s van de oude en nieuwe werkgever van Wil van de Leur.
Veel geld aan het ontwerpen van nieuwe logo’s gaf Van de Leur niet uit. Dit is het logo van het LCO uit 1993.
Voorkant van het eerste nummer van Mededelingen Opbouwwerk in 1982.
Na het ontstaan van het LCO in 1993 veranderde Mededelingen Opbouwwerk in: MO / Samenlevingsopbouw.
Met een paginagrote advertentie roepen zo’n 2000 bewonersgroepen op de Rijksbijdrageregeling opbouwwerk niet te halveren.
1982 Landelijk Platform/Centrum Opbouwwerk
... en zijn directeur Wil van de Leur
Begin 1978 had Wil van de Leur het in Leeuwarden wel gezien. Hij werkte er elf jaar, was als coördinator van het Centraal Orgaan Leeuwarden een bekend gezicht in de Friese hoofdstad en hij had er het opbouwwerk op de kaart gezet. De Transvaalwijk was uitgegroeid tot een voorbeeldwijk in de stadsvernieuwing en elke wijk in Leeuwarden beschikte ten minste over een fulltime opbouwwerker.
Van de Leur wilde echter verder. Hij hoorde dat de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn (NRMW) iemand zocht die de sectie samenlevingsopbouw verder moest ontwikkelen en zag daarin een uitgelezen kans om zijn ervaringen in het noorden in te zetten voor de vakontwikkeling van het opbouwwerk. Eenmaal verhuisd naar Den Haag viel dat tegen. De NRMW was een tamelijk ouderwetse koepelorganisatie, gedomineerd door de regenten van het maatschappelijk werk, die weinig op hadden met opbouwwerkers – die waren te links en te warrig.
Zelfstandige organisatie
Voor Van de Leur was daarom al snel duidelijk dat het opbouwwerk een zelfstandige organisatie nodig had om zich als vak verder te profileren. Het NIMO was daarvoor als onderzoeksinstituut niet geschikt. Voor die opvatting vond hij gretig gehoor bij topambtenaar Gradus Hendriks, die vlak voor zijn pensionering bepaald niet tevreden was dat zijn levenswerk, want dat was het opbouwwerk, verstrikt was geraakt in ideologische scherpslijperij en als vak niet goed uit de verf kwam. Vlak voor zijn pensioendatum kende hij Van de Leur 75.000 gulden toe om een zelfstandige organisatie op poten te zetten.
Zo startte in 1982 het Landelijk Platform Opbouwwerk (LPO), met een kleine bezetting en een logo dat vrijwel hetzelfde was als dat van het COL in Leeuwarden (zie afbeeldingen links). Het LPO had vier doelstellingen: 1) het creëren van lokale samenwerkingsverbanden of platforms van plaatselijke of lokale instellingen om te komen tot probleemoplossing van onderop en innovatie; 2) het organiseren van conferenties over opbouwwerkthema’s; 3) belangenbehartiging van het vak opbouwwerk richting centrale overheid; 4) het verzamelen en verspreiden van informatie via een nieuw tijdschrift.
Kraamkamer
Van de Leur kon er al zijn – nooit aflatende – creativiteit kwijt. Het LPO werd, met een bezetting van zo’n tien tot vijftien medewerkers, een kraamkamer voor allerhande initiatieven, waarover systematisch in het maandelijks verschijnende Mededelingen Opbouwwerk werd geschreven. Alles wat opbouwwerkers aanraakten kwam langs en werd omgezet in projecten en initiatieven. Van de Leur was een grootmeester in het aanspreken van subsidiepotjes. Het LPO hield zich bezig met opbouwwerkers en het onderwijsvoorrangsbeleid, stadsvernieuwing, het oprichten van lokale WAO-beraden, werk- en welzijnprojecten, milieu en vergroening van wijken, wonen & stedelijke en sociale vernieuwing, achterstandsbeleid en de oprichting van het Landelijk Samenwerkingsverband Achterstandsgebieden (LSA), de mogelijkheden van automatisering et cetera. Steeds ging het om het ondersteunen van initiatieven van onderop, het sterker maken van bewoners- en actiegroepen. Maar dat moest wel op een systematische en planmatige wijze gebeuren. De geest van de Probleem Project Methode heeft Wil van de Leur nooit verlaten en vond in het LPO een vruchtbaar onderkomen. Van hoogdravende en weinig praktische theoretische exercities moest men in het Haagse LPO-kantoor weinig hebben.
Het LPO deed er alles aan om het vak opbouwwerk te verankeren en er een erkend beroep van te maken. Dat ging echter uiterst moeizaam. De populariteit van het welzijnswerk, waar het opbouwwerk onder geschaard werd, nam in het no-nonsense-klimaat van de jaren tachtig zienderogen af, de wetenschappelijke fundering ervan door de andragologie werd in 1985 opgeheven. Voor Van de Leur waren dat allemaal signalen om een lobby te starten voor een eigen leerstoel wetenschappelijke grondslagen van het opbouwwerk. Hij richtte daartoe de Gradus Hendriks Stichting op die in 1989 Cees de Wit als eerste bijzondere hoogleraar kon aanstellen.
Houdini-act
Inmiddels pakten zich door een door de overheid ingezette Herstructurering Landelijke Organisaties ook donkere wolken samen boven het LPO, dat dreigde te worden opgeslokt door het nieuw op te richten Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), waarin alle landelijke ondersteuningsorganisaties werden ondergebracht. Van de Leur sprak echter al zijn Haagse contacten aan om daaraan te ontsnappen, en slaagde daar als enige organisatie wonderwel in. Een Houdini-act die hij een paar jaar later nog eens herhaalde toen het ministerie een nieuwe poging ondernam om het LPO onder het gareel van het NIZW te brengen. Opnieuw zonder succes. Wel moest het LPO samengaan met de vier werkplaatsen opbouwwerk en ging het vanaf 1993 verder als Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO).
Het LCO bleef onder de leiding van Van de Leur onvermoeibaar ijveren voor de verdere beroepsontwikkeling en beroepsprofilering van het opbouwwerk. Het centrum telde halverwege de jaren negentig drie vestigingen, in Den Haag, Sittard en Zwolle, met bij elkaar zo’n twintig medewerkers. Samen met de Gradus Hendriks Stichting werd een reeks publicaties opgezet om de theoretische onderbouwing verder te brengen. Een eerste beroepsprofiel verscheen in 1990, een jaar later gevolgd door het eerste handboek sinds twintig jaar van de hand van Harry Broekman, er werden vakconferenties gehouden en van dat alles werd nauwgezet verslag gedaan in MO/Samenlevingsopbouw.
Uit de gratie
De functie opbouwwerk liet zich echter niet vangen door het beroep opbouwwerk. Samenlevingsopbouw bleek steeds minder eigendom te zijn van één professie. De exclusiviteit erodeerde steeds verder. Jaarlijkse vakconferenties konden die trend niet stoppen. In 2001 ondernamen Wil van de Leur en de zijnen een poging om met een beroepsorganisatie van opbouwwerkers het tij te doen keren, maar de BON (Beroepsorganisatie van Opbouwwerkers Nederland) werd geen succes. Nederland telde zo’n tweeduizend opbouwwerkers, maar slechts een kleine honderd sloten zich aan bij de BON.
Voor Van de Leur was het tevens teleurstellend dat het succesvolle Landelijk Samenwerkingsverband Achterstandsgebieden (LSA) zich losmaakte van het LCO. Voor hem hoorde kennis- en methodiekontwikkeling ten dienste van bewonersorganisaties tot de kern van het LCO; bewoners en LSA-voorman Henk Cornelissen dachten daar anders over. In 2005 verlieten zij het LCO en opende het LSA een kantoor in Utrecht. Voor Wil van de Leur was dat een bittere pil.
Toen het ministerie in datzelfde jaar een derde poging ondernam om het LCO onder te brengen in Movisie, de landelijke organisatie voor maatschappelijke vraagstukken die uit de opsplitsing van het NIZW tevoorschijn zou komen, was Van de Leur niet voor de derde keer in staat om deze dreiging te ontlopen. Hij verzette zich nog wel, maar zijn politieke netwerk raakte net als hijzelf op leeftijd en het opbouwwerk was uit de Haagse gratie geraakt. Op 1 januari 2007 trokken de medewerkers van het LCO, inclusief een gefrustreerde Wil van de Leur, in bij Movisie aan de Catharijnesingel in Utrecht. Een half jaar later overleed de 63-jarige Wil van de Leur, op dat moment precies een kwart eeuw hét gezicht van het opbouwwerk in Nederland, aan de gevolgen van longkanker.
Luister de gehele podcast af op Spotify of via YouTube.
Publicatiedatum: 02-12-2019
Datum laatste wijziging: 03-09-2025
Auteur(s): Jos van der Lans, Chris Veldhuijsen
Verwante vensters
Extra
Canon-podcast aflevering #15 Het opbouwwerkarchief van
Wil van de Leur – deel 2
Podcast-aflevering 4 vertelde het verhaal van de reddingsoperatie van het archief van opbouwwerkvoorman Wil van de Leur (1944-2007). Anderhalf jaar later is het archief opgeschoond, deels gedigitaliseerd, geordend en in kaart gebracht. Op 11 februari 2025 verzamelden zich voor de opening van het archief ten kantore van de BPSW in Utrecht een tiental oudgedienden uit het opbouwwerk. Zij halen fascinerende herinneringen op aan een bijzondere man wiens naam nu verbonden is met het belangrijkste opbouwwerkarchief van Nederland.
Met verhalen van Jan van Eeden, Jim Schuyt, Thijs van Mierlo, Anne van Veenen, Paul Vlaar en Joyce Hes.
Luister deze aflevering op Spotify of via YouTube.
Literatuur
- Marta Dozy (2008), ’Het is altijd het beroep van de toekomst geweest.’ De beroepsontwikkeling van het opbouwwwerk. Proefschrift. Uitgever: Walburg Pers. ISBN 97890306181.
- Harry Broekman, Joyce Hes Peter Voogt, Koos Vos (red.) (2009), Wilsbeschikkingen – Opbouwwerk aan de hand van Wil van de Leur. Gradus Hendriks Stichting, ISBN 9789072846297.
- Joyce Hes (2009), ’Wil van de Leur: een biografische schets’ , in: Harry Broekman, e.a., Wilsbeschikkingen – Opbouwwerk aan de hand van Wil van de Leur, uitgave: Gradus Hendriks Stichting.
Aanvullend materiaal
- Wil van de Leur (1993), ’Het nieuwe Landelijk Centrum Opbouwwerk’ , in: MO/Samenlevingsopbouw, februari 1993 -12e jaargang - Nr.110.
- Harry Broekman & Koos Vos (2009), Samenvatting van de opvattingen van Wil van de Leur over opbouwwerk Hoofdstuk 2, uit: Harry Broekman, Joyce Hes Peter Voogt, Koos Vos (red.) (2009), Wilsbeschikkingen – Opbouwwerk aan de hand van Wil van de Leur. Gradus Hendriks Stichting, ISBN 9789072846297.
- Peter Voogt (2009), Het “stapeltje van de Leur..” - de instituties die Wil van de Leur heeft opgezet Hoofdstuk 3, uit: Harry Broekman, Joyce Hes Peter Voogt, Koos Vos (red.) (2009), Wilsbeschikkingen – Opbouwwerk aan de hand van Wil van de Leur. Gradus Hendriks Stichting, ISBN 9789072846297.
- Redactie Wil van de Leur-opbouwwerkarchief (2024), Overzicht van ‘externe’ publicaties van Wil van de Leur 1967-1984 [Lijst met een kleine 50 publicaties in organen of boeken die niet door LPO/LCO werden uitgegeven.]
- Redactie Wil van de Leur-opbouwwerkarchief (2024), Overzicht van ’interne’ publicaties van Wil van de Leur 1982-2006 [Lijst met 95 bijdragen aan Mededelingen Opbouwwerk en MO samenlevingsopbouw.]
- Landelijk Platform Opbouwwerk - secretariaat (1986), Volkskrant oproep aan Stategen-Generaal: Ruimte voor opbouwwerk. Georganiseerd door het LPO roepen zo’n 2000 bewonersgroepen en -organisaties op om de dreigende halvering van de Rijksbijdrageregeling niet door te voeren.
Links
Video
YouTube,, 22 september 2023 | Lukt het om het archief van Wil van de Leur van een troosteloos einde bij het grofval te behoeden?
YouTube, 13 februari 2025 | Tien oudgedienden halen fascinerende herinneringen op tijdens de officiële opening van het Wil van de Leur-opbouwwerkarchief op 11 februari 2025 in Utrecht.
YouTube, 3 september 2024 | Het ging niet goed met het opbouwwerk begin jaren negentig van de vorige eeuw.Voor het Landelijk Centrum Opbouwwerk was dat reden om een voorlichtingsfilm uit te brengen waarin het maatschappelijk belang van het opbouwwerk aan de hand van concrete praktijken in beeld wordt gebracht. De video ‘Opbouwwerk op de begane grond’ werd in 1994 gemaakt door Jobfilmproduktie. De video is in 2025 gedigitaliseerd en gepubliceerd door de Canon sociaal werk in het kader van ’Honderd jaar opbouwwerk 1925-2025’.
YouTube, 11 september 2025 | In Rotterdam organiseerde het Landelijk Centrum Opbouwwerk in de jaren negentig het zogeheten stedelijk kwaliteitspanel. Een panel van betrokken burgers controleerde daarin de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Dat deden ze door zelf poolshoogte te nemen en er actief op af te gaan. Hun bevindingen - die vaak niet mals waren - vatten ze samen in een rapport dat ze met de nodige tamtam aan de gemeente of andere publieke instanties aanboden. In deze korte compilatie uit 1994, oorspronkelijk onderdeel van de LCO-video Opbouwwerk op de begane grond, legt LCO-directeur Wil van de Leur uit wat het belang van zo’n kwaliteitspanel is en waarom het een mooi voorbeeld is van wat volgens hem de essentie van opbouwwerk is: het doen van sociale uitvindingen. 13 van de 17 rapporten zijn te raadplegen in het Wil van de Leur-opbouwwerkarchief (Archiefdoos 9).