Canon verslavingszorg
Logo JAC 1972
jeugd ontwaakt... en slaapt weer in?
De kijk op seksuele voorlichting eind jaren zestig, begin zeventig.
verslag werking JAC Antwerpen 1972-77
verslag werking JAC Leuven 1972-77
JAC medewerkers Antwerpen.
JAC medewerkers Leuven.
Verwante vensters
1972 – Jongerenadviescentra
De alternatieve hulpverlening zoekt zijn weg
Vanaf halverwege de jaren zestig dienen zich een aantal initiatieven aan die de ‘alternatieve hulpverlening’ in Vlaanderen vorm zullen geven. Hun vertrekpunt ligt bij de veranderde positie van jongeren. De jeugdcontestatie gaf vorm aan een bijzonder generatieconflict van naoorlogse jongeren t.o.v. de voorgaande generatie. Een generatie met traditionelere zeden en autoritaire leefregels, argwanend tegenover vroege mondigheid, nieuwe seksuele zeden, en experimenteel jeugdgedrag.
JongerenInformatieCentra (JIC) ontstaan in Gent, in 1966. De aanleiding is een onderzoek van Willy Faché (toen nog R.U.G.) naar informatie- en hulpbehoeften van jongeren (’63). Het vertrekpunt was vrijetijdsbesteding maar al snel werd het duidelijk dat er bijzondere nood was aan andere informatie bv. rond arbeid, studie, legerdienst…
In dezelfde periode wordt in Brussel gestart met een Franstalige teledienst die later omgebouwd wordt tot een informatiecentrum voor jongeren (Infor-Jeunes). In 1969 werd het Nationaal Informatiecentrum voor jongeren erkend door de Vlaamse minister van cultuur, maar veranderde in 1978 in de Federatie voor alternatieve hulpverlening.
De JongerenAdviesCentra (JAC) die in 1972 van de grond kwamen in Antwerpen, in Leuven en ook in Aalst, hebben geestelijke gezondheidszorg als referentiepunt. Ze beogen een lage instap met een nieuwe doelgroepgerichte en specifieke aanpak.
Ze baseren hun ondersteuning op recente wetenschappelijke inzichten en zijn daarbij erg begaan met een betrokken, soms overtrokken (?), ‘solidariteit met de doelgroep’.
Ze functioneren op basis van actieve netwerkvorming met personen in de gevestigde hulpverlenings- en controlecircuits zoals Justitie.
Ze combineren in hun aanpak de hele scala van hulpverlening, dienstverlening, voorlichting en sociale actie. De scheiding tussen ‘maatschappelijk werk’ en ‘sociaal-cultureel werk’ wordt verlaten. Probleemaanpak moet in hun ogen reiken van preventie tot crisisopvang (Free Clinic) en maatschappijverandering.
Het ontstaan van de JAC’s wordt sterk bepaald door de toename van drugproblematiek en het feit dat daar al te weinig aandacht voor is in de klassieke hulpverlening. Zij nemen daarbij snel afstand van de RELEASE-centra, die eerder op dit tekort reageerden, maar tegelijk doorschoten in starre maatschappijkritiek. Buitenlandse inspiratie zet hen op het spoor van een andere aanpak. JAC Antwerpen (Jos Mertens) vindt zijn voorbeeld bij JAC Amsterdam en JAC Leuven (Jo Casselman) steunt op de democratische psychiatrie van Maxwell Jones.
Alle (jeugd)werk is tot dan toe verzuild. De JIC’s en JAC’s doorbreken deze inpassing in bestaande structuren, zijn formeel pluralistisch en krijgen erkenning en financiële ondersteuning als ‘experimenteel jeugdwerk’.
Jeugdwerk in Vlaanderen betekende tot dan toe: jeugdbewegingen en de pas gestarte jeugdhuiswerkingen. Het was de Chirobeweging die het eerst (1966) haar blik in deze richting verruimde en hiermee aansloot op haar historische achtergrond van patronaten.
De impact van de JIC’s en JAC’s heeft sporen nagelaten in het sociaal werk in Vlaanderen. Vanuit een ondersteunings- en hulpverleningskanaal buiten de gevestigde organisaties, hebben ze elan gegeven aan een vrije professionele opstelling. In deze alternatieve hulpverlening werd de traditionele sturing vanuit organisatiestructuren teruggedrongen. Men gaf alle ruimte aan cliëntgericht werken. Dat inspireerde sociaal werkers in de ‘klassieke’ organisaties, om ook meer hun professionele ruimte op te eisen.
En JAC’s zijn er tot op heden om jongeren over een lage drempel met informatie en advies van dienst te zijn.
Publicatiedatum: 10-08-2011
Datum laatste wijziging: 01-02-2017
Auteur(s): Wim Verzelen
Verder studeren
- Willy Faché (2017), Aanpassing artikel ’Alternatieve hulpverlening’ Deze tekst is een CORRECTIE door Willy Faché, grondlegger en pionier van deze jeugdbetrokken alternatieve hulpverlening in de jaren zeventig.
- Wim Verzelen (2009), De alternatieve hulpverlening van de jaren zeventig. Welzijnsgids-Welzijnszorg, Methodiek. Afl. 72 (april 2009) pp.139-167. LEES METEEN OOK DE RECENTSTE CORRECTIES OP DIT ARTIKEL DOOR W.FACHE.
- Jan-Frederik Abbeloos (2003), Een huis voor de zuil of van de jeugd? Analyse van de zuilgebonden coördinatie en legitimatie van de jeugdhuiswerking. Ga naar bijlagen voor het interview met Willy Faché.
Literatuur
- Willy Faché (1970), Informatie- en consultatiecentra voor adolescenten.
- Maarten van der Linde (2008), Basisboek Geschiedenis Sociaal werk in Nederland, voor Release en JAC zie p.228/230.
Aanvullend materiaal
- Steunpunt Jeugdwerk (s.d.), Geschiedenis van het jeugdwerk zie ook Kurt De Backer en Els Van Effelterre, Ooievaars en bloemkolen. Historisch-pedagogische schets van het jeugdwerk. Pdf. document onderaan op deze site.
Links
- Jongerenadviescentra vandaag.
- Vlaams Informatiepunt Jeugd.
- Informatie over Maxwell Jones en de therapeutische gemeenschapsformule, basis voor JAC Leuven.
Studieopdrachten
Klik hier om de studieopdrachten te bekijken