
Kees-Jan van Klaveren
Het onafhankelijkssyndroom
Een cultuurgeschiedenis van het naoorlogse Nederlandse zorgstelsel
‘De zorg’ is vrijwel dagelijks in het nieuws en wordt
waarschijnlijk een belangrijk thema voor de verkiezingen in
2017. Die aandacht heeft zich echter nog nauwelijks vertaald
naar nieuw historisch onderzoek naar de zorg en de
verzorgingsstaat. Dat wordt voor alsnog met name aan sociale
wetenschappers overgelaten.
Een uitzondering vormt het boek Het
onafhankelijkheidssyndroom (2016) van Kees-Jan van Klaveren
met de bijna programmatische ondertitel ‘een
cultuurgeschiedenis van het naoorlogse Nederlandse
zorgstelsel’. De bijdrage van Van Klaverens boek ligt, zo legt
hij in de inleiding uit, in de ‘inhoudelijke analyse van
debatten over de vormgeving van het zorgstelsel’ binnen de
‘Nederlandse culture context’. Van
Klaveren richt zich daarbij met name op de discussies zoals die
gevoerd werden in artsenbladen. Met de analyse van deze
debatten wil hij waardenpatronen reconstrueren en de
ontwikkelingen daarin verklaren.
Rode draad voor het debat over de naoorlogse vormgeving van het
Nederlandse zorgstelsel is, zo betoogt Van Klaveren, het
streven naar een zo groot mogelijke onafhankelijkheid van de
patiënt’. De auteur onderscheidt vier tijdvakken, de periode
1945-1960, 1960-1970, 1970-1982 en 1980-1990, en gaat in de
slotbeschouwing kort in op de periode na 1990. Elke periode
laat zich kenmerken door een andere balans tussen rechten en
verantwoordelijkheden. Door zijn nauwkeurige analyse van de
debatten en de inbedding in de Nederlandse (politieke) cultuur
krijgt de lezer goed inzicht in hoe en waarom waardenpatronen
veranderden. Zo rekent Van Klaveren niet alleen af met allerlei
mythes over de verzorgingsstaat, maar gaat hij ook de discussie
aan met andere wetenschappers die het beeld van de
verzorgingsstaat bepaald hebben. In de jaren 1980 bijvoorbeeld
wilde ‘manager in de politiek’ Ruud Lubbers de verzorgingsstaat
niet simpelweg wegbezuinigen, maar vervangen door het model van
de ‘zorgzame samenleving’.
Het boek eindigt met de vraag of de participatiesamenleving het
einde van de verzorgingsstaat heeft ingeluid. Natuurlijk is het
nog te vroeg om die vraag te beantwoorden, maar Van Klaveren
maakt duidelijk dat het debat over de Nederlandse zorg
onmiskenbaar een nieuwe wending heeft gekregen. Juist vanwege
de huidige discussies over de zorg verdient zijn boek een groot
lezerspubliek: het is één van de weinige boeken die een helder
en nauwkeurig overzicht geeft van het naoorlogse debat over het
Nederlandse zorgstelsel. Het onafhankelijkheidssyndroom daagt
ook uit om de verzorgingsstaat verder te onderzoeken vanuit
cultuurhistorisch perspectief. Want eigenlijk weten we nog
weinig over de manier waarop het zorgstelsel is beleefd door de
gewone burger. Van Klaveren heeft laten zien hoe verrijkend
cultuurhistorisch onderzoek kan zijn voor zowel actuele als
historische debatten. (Paul van Trigt)
Beoordeling redactie: