
Yvonne van Lynden
100 jaar Algemene Maatschappij Voor Jongeren (AMVJ)
Deze tekst werd gepubliceerd in Het Parool van 16 maart 2019, p. 64-65, ’Voor een heilzaam verenigingsleven’, geschreven door Peter de Brock.
Overgenomen uit Het moest een karakteristiek ontwerp in ‘beheerste Amsterdamse Schoolsfeer’ worden. De Amsterdammers waren bij de oplevering
in 1928 vooral onder de indruk van het volume, de enorme gevelwanden met Bijbelse beeldhouwwerken en een hoogte van 29 meter. Dat het ontwerp van architect Foeke Kuipers voor het Centraal Gebouw van de Amsterdamse Maatschappij voor Jongemannen
(AMVJ) kon worden gebouwd, was te danken aan de geestdrift van de secretaris, dominee Jo Eijkman. Hij koos de locatie, op de hoek van de Stadhouderskade en de Vondelstraat. En hij wist geldschieters, sceptici en twijfelaars te overtuigen van de noodzaak voor de bouw van
een clubgebouw voor de in 1918 opgerichte AMVJ. De gemeente Amsterdam legde als eerste een miljoen gulden bij. De AMVJ dankt haar naamsbekendheid tegenwoordig vooral aan een aantal sportverenigingen. De volleyballers en tafeltennissers van AMVJ speelden in de top van de nationale competities. Ooit opgericht voor de verstandelijke,
van jongemannen, nam de AMVJ in de vooroorlogse
jaren een bredere verantwoordelijkheid in
de stad. Van werkgelegenheids projecten voor
werkelozen en zomerkampen voor kinderen tot
de beruchte Famos-kersttoernooien voor de
schooljeugd. Het staat allemaal in het fraai geïllustreerde
jubileumboek dat nu is verschenen.
De AMVJ stond open voor alle jonge mannen
vanaf 18 jaar – pas in 1934 werd een meisjes -
afdeling opgericht – van alle gezindten en uit
alle lagen van de bevolking. Het bestuur was wel
christelijk, maar zonder de intentie zieltjes te
winnen. Belangrijker was de jeugd kennis en ervaring
bij te brengen. En anders dan bij andere
verenigingen en clubs werd niet gewerkt met
vrijwilligers, maar met vakbekwame profes -
sionals.
Noodzakelijk voor het bereiken van de maatschappelijke
doelen bleek de bouw van een
clubgebouw. Het op 11 mei 1928 geopende Centraal
Gebouw bestond uit een woonhuis voor
120 jongemannen, een hotel, een restaurant,
een zwembad, een openbare badinrichting met
veertig douches, een bibliotheek, een feestzaal,
een dakterras en een grote sportzaal uitgerust
met een bioscoopcabine.
AMVJ-secretaris Jo Eijkman, de stuwende
kracht achter de bouw van het Centraal Gebouw,
zag al vroeg het gevaar van het opkomend
nazisme. Al vanaf 1937 zet hij alles in het werk
om Duitse Joden te helpen vluchten, ondanks
het strenge toelatingsbeleid van de Nederlandse
regering. Na de Kristallnacht haalde hij met
bussen Joodse vluchtelingen op bij de grens, die
tijdelijk werden ondergebracht in het Centraal
Gebouw. Na de capitulatie in mei 1940 vorderde
het Luftgaukommando van de Duitse Luftwaffe
de hotelkamers.
Op 7 juli 1940 hield Eijkman in de grote zaal een
indrukwekkende toespraak tegen de acceptatie
van de Duitse overheersing. De eerste druk van
deze toespraak vloog over de toonbank, maar
van de geplande tweede druk van 50.000 exemplaren
kwam het na een verspreidingsverbod
niet. Eijkman werd samen met 115 andere vooraanstaande
Nederlanders als gijzelaar overgebracht
naar Buchenwald. Na zijn vrijlating op
medische gronden, in februari 1942, dook hij onder
om, tot zijn overlijden op 22 januari 1945 aan
kanker, leiding te geven aan het kerkelijk verzet.
Als het in september 1941 Joden wordt verboden
om aan sportwedstrijden deel te nemen of
als toeschouwer aanwezig te zijn, wil men daar
niets van weten. Op een speciale bijeenkomst
voor de vijftig Joodse leden beloofde het bestuur
nooit tot anti-Joodse maatregelen over te
gaan. Ook het bordje ‘Verboden voor Joden’ ontbrak
lang aan de deur van het restaurant, ondanks
strenge verordeningen. Het is de nieuwe
pro-Duitse burgemeester Edward Voûte, die als
gast in het restaurant alsnog de directie sommeert
het verbodsbord op te hangen.
De AMVJ organiseerde in 1968 nog een jubileumcongres,
waar koningin Juliana een groeimeter
kreeg voor haar kleinzoon Willem-
Alexander. Buiten demonstreerden jongeren
tegen de ‘jonkheren, baronnen, ritmeesters en
padvinders’ die de AMVJ bestuurden. De rebelse
jeugd heeft geen interesse meer in het aangeboden
verenigingsleven, uitgezonderd de
sportclubs.
Het onderhoud aan het Centraal Gebouw werd
onbetaalbaar en in 1977 werd het inmiddels
bouwvallige zwembad gesloten. De opluchting
was groot toen twee jaar later de boel kon worden
verkocht. Tegenwoordig is in het Centraal
Gebouw het NH Amsterdam Centre Hotel gevestigd,
een van de twaalf Amsterdamse hotels
van deze keten. De verkoopsom vormde de basis
voor het AMVJ Fonds, dat nog steeds sociaalculturele
projecten voor Amsterdamse jongeren
financiert.
Het jubileumboek over de AMVJ is verkrijgbaar bij de
Amsterdamse boekhandels Het Martyrium, Van
Rossum en de Stadsboekwinkel.