Aanvullingen
Logo van het JAC Amsterdam
1982 - Affiche JAC Amstel
1970 Affiche Soesjale Joenit Den Haag
Medewerkers JAC Utrecht - jaren zeventig
Kantoor JAC Utrecht - jaren zeventig
1975 - Affiche JAC Vlaardingen
1983 - Affiche JAC Amstel
Affiche JAC Vlaardingen - jaren tachtig
Affiche JAC - Utrecht
1985 - medewerkers JAC Dordrecht
In 1970 publiceerde een kritiese aktiegroep van werkers in de kinderbescherming een zwartboek met daarbinnen Het roze pamflet.
Verwante vensters
1970 – Jongeren Advies Centrum (JAC)
Bloei en inkapseling van de Alternatieve Hulpverlening
De Sosjale Joenit in Den Haag, onderdeel van de ‘Experimentele Maatschappij’, was in juli 1968 het eerste initiatief dat zich als Alternatieve Hulpverlening afficheerde, niet veel later gevolgd door het Jongeren Advies Centrum (JAC) in Amsterdam, dat op 10 januari 1970 zijn deuren opende. Rond dezelfde tijd nam de Bond voor Vrijheidsrechten het initiatief tot de oprichting van plaatselijke Releases, laagdrempelige inloopcentra voornamelijk gerund door jeugdige vrijwilligers waar jongeren uit binnen- en buitenland terecht konden met vragen over abortus, financiële problemen, kraakpanden, softdrugs en tal van andere onderwerpen. In februari 1970 startte in Amsterdam de eerste Release in Nederland.
Vooral de JAC’s verspreidden zich in snel tempo over de grote steden van het land. Gemeenten stimuleerden in veel gevallen deze ontwikkeling. De statuten voor de eerste JAC in Amsterdam werden ontworpen door een heuse ambtelijke werkgroep waarin ook rijksambtenaren zitting hadden. Waar de Haagse Sosjale Joenit nog een basisinitiatief was van een anarchistisch geïnspireerde flower power-groep, waren de nieuwe lokale JAC’s meestal de uitkomst van een overleg tussen overheid, plaatselijke jongerensociëteiten en lokaal particulier initiatief op het gebied van jeugdhulpverlening. Gemeentelijke subsidie was bovendien nodig voor oprichting en instandhouding van de centra.
Bij een aantal JAC’s in de grote steden (Amsterdam, Utrecht, Groningen bijvoorbeeld) waren professionals in dienst. De kleinere JAC’s werden aanvankelijk vooral bevolkt door kritische welzijnswerkers, studenten van sociale academies en de universiteiten (vooral uit de menswetenschappen). Zij hadden forse kritiek op de ‘autoritaire’ traditionele hulpverlening, die vooral gericht zou zijn op ‘disciplinering’ van jongeren en bovendien veel te bureaucratisch werkte. Er was ook scherpe kritiek op de ‘betuttelende blik’ op de nieuwe wegen die jongeren insloegen (experimenteren met drugs, seks en woongroepen). De verhoudingen werden in het begin nogal eens op scherp gezet, omdat nogal wat jongeren uit de reguliere (jeugd)hulpverlening aansluiting zochten bij de Alternatieve Hulpverlening, waar ze veelal met open armen werden ontvangen. Daar kwam nog eens bij dat jongeren met problemen door het ontstaan van de JAC’s niet meer vanzelfsprekend bij de klassieke jeugdhulpverlening terechtkwamen. Er was immers een alternatief.
Dat alternatief was overigens maar beperkt, want de Alternatieve Hulpverlening richtte zich vooral op concrete belangenbehartiging – vaak rond jongerenhuisvesting, schoolverlaters en jeugdwerkloosheid. Over het algemeen ging het ook om ‘lichte’ vormen van hulpverlening en voorlichting, in het voorportaal van de eigenlijke hulpverlening of de concrete dienstverlening. Daar zat tegelijk ook een knelpunt. Veelal moest er bij daadwerkelijke actie worden teruggegrepen op de ‘traditionelen’: de sociale dienst voor een uitkering, de corporatie voor een woning, de GGZ voor zwaardere psychische nood. De Alternatieve Hulpverlening vertrok daarbij echter wel vanuit een radicaal standpunt over het zelfbeschikkingsrecht van jongeren, reden waarom er vaak nauw werd samengewerkt met de in 1971 opgerichte Belangenvereniging Minderjarigen, die zich vooral richtte op de behartiging van belangen van jongeren in internaten en instellingen. Dat radicale uitgangspunt – dat later wel werd afgezwakt – heeft er zeker toe bijgedragen dat het belang van de jongeren zelf in het functioneren van de jeugdhulpverlening nadrukkelijker in beeld is gekomen.
Waarschijnlijk zijn er in de geschiedenis van de sociale sector maar zelden tegengeluiden geweest die zo razendsnel zijn geabsorbeerd door het reguliere of traditionele circuit. Wonderlijk snel werden zij omarmd als een welkome aanvulling op het ‘traditionele’ aanbod, waarbij zij bovendien putten uit hetzelfde reservoir aan potentiële professionals als de reguliere jeugdhulpverlening. In de loop van de jaren negentig van de vorige eeuw verdwenen de JAC’s als zelfstandige onderdelen van het toneel, en vonden ze een plek in het reguliere welzijnswerk, jongerenwerk of de jeugdhulpverlening. In 1991 werd de landelijke koepel (LOAH) opgeheven. En wie nu in de sector rondkijkt, ziet al snel dat nogal wat huidige sleutelfiguren in de jeugdzorg (van bestuurders tot wetenschappers, van ambtenaren tot managers) hun eerste professionele stappen hebben gezet in de sfeer van de Alternatieve Hulpverlening.
In plaats van een principieel breekijzer is de Alternatieve Hulpverlening eerder een katalysator gebleken in de modernisering van de jeugdzorg. Dat doet overigens aan het belang van de beweging weinig af. Feitelijk nestelde de Alternatieve Hulpverlening zich in een tussenpositie tussen de zwaardere vormen van hulpverlening in de tweede lijn en het jeugd(welzijns)werk en vulde daarmee een hiaat in de zorg voor de jeugd. Een vergelijkbare positie die heden ten dage door bijvoorbeeld Centra voor Jeugd en Gezin en ambulante wijkgerichte jeugzorgteams opnieuw wordt gezocht, nadat de jeugdzorg zich in de jaren negentig weer vooral in de tweede lijn had teruggetrokken.
Publicatiedatum: 08-03-2012
Datum laatste wijziging: 10-11-2024
Auteur(s): Ard Sprinkhuizen
met dank aan Guus de Beer voor aanvullingen en correcties.
Verwante vensters
- 1967 Milikowski en `Lof der onaangepastheid`
- 1968 Academie de Horst
- 1970 Jongeren, vreemdelingen, vrouwen, verslaafden - nieuwe groepen op straat
- 1971 Belangenvereniging Minderjarigen
- 1972 Jongerenadviescentra
Verder studeren
- Bakker, N., Noordman, J. & Rietveld - van Wingerden, M (2010), Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Idee en praktijk 1500-2000. Assen: Van Gorcum, paragraaf 7.2 'Jeugd en tegencultuur pp. 376-390. Paragraaf 10.7 ‘Thema’s en tendensen in de naoorlogse kinderbescherming’ pp. 485-498.
- Kler,Herman de, en Ineke van der Zande (1978), Alternatieve Hulpverlening, teksten en kritiek.. Amsterdam: SUA.
- Linde, Maarten van der (2013), Basisboek Geschiedenis van het sociaal werk in Nederland Amsterdam: SWP. Vijfde druk. Over de alternatieve hulpverlening blz. 228-230.
Literatuur
- Gerard Derksen (1980), Vragen bij de voorgeschiedenis van JAC Amsterdam’ , in: Kees Sluys (eindred.), 10 jaar JAC-Amsterdam, Amsterdam: SUA, pp. 15-26.
- Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk (1991), Twintig jaar JAC Themanummer, jaargang 3, nr.1/2, januari/februari 1991.
- Spanjaard, Han, en Annet Mooij (1989), 'De vestiging van een alternatief. Geschiedenis van twintig jaar alternatieve hulpverlening', in: Jeugd en Samenleving 4, 234-250.
- Deur, Heleen van , en Jan van Lieshout (1990), De eigen wijze van het JAC. Profiel van het werken met jongeren in Amsterdam. Amsterdam: JAC.
- Beer, Guus de, (2015), 'Wij verrichten hier iets groots', het ontstaan van het Jongeren Advies Centrum in Amsterdam, in: Ons Amsterdam, oktober 2015, pp. 8 - 11.
- Sophie Jansens (2023), Wegloper waarheen? Een sociaal-culturele geschiedenis van het wegloopfenomeen in Nederland, 1950-2000. Onderzoeksmasterscriptie geschiedenis, Universiteit van Amsterdam. [Zeer informatieve scriptie over achtergronden, beeldvorming en reacties op het weglopen van jongeren vanaf de jaren vijftig.]
Aanvullend materiaal
- Aktiegroep Roze Pamflet (1970), Zwartboek kinderbescherming [Eerste kritisch zwartboek, met daarin het Roze Pamflet, van werkers binnen de Kinderbescherming met daarin de resultaten van een enquête.]
- Prof. dr. G.P. Hoefnagels (1970), KINDERBESCHERMING AO-reeks, boekje 1325, 21 augustus.
Links
- Het Spoor terug: De kinderactivisten, deel I, 9 oktober 2011.
- Het Spoor terug: De Kinderactivisten, deel II ovt 16 oktober 2011
- 40 jaar jeugdzorg - website van Guus de Beer.
- Andere Tijden - 23 december 2023: Van huis weggelopen
Studieopdrachten
Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
Video
TIJDSBEELD - Vlaamse reportage uit 1970 over seksualiteit bij jongeren.