Verwante vensters
1990 Start Beroepsregister
Opmaat voor wettelijk erkenning
    homepage    
Beroepsregistratie wordt wel gezien als sluitstuk van professionalisering. Wanneer duidelijk is ge worden waar een professie zich op richt (missie), welke kennis en competenties daarvoor nodig zijn (beroepsprofiel, body of knowledge) en welke ethische normen daarbij leidend zijn, dan is de basis gelegd voor een vorm van beroepsregistratie.

Registratie van vakbekwaamheid is een voorwaarde voor wettelijke titelbescherming, een erkenning waar het sociaal werk al ruim een eeuw naar streeft. In een beroepsregister staan de professionals die aan de vereisten van vakbekwaamheid voldoen, en zich in de praktijk laten leiden door binnen de beroepsgroep afgesproken professionele standaarden. Beroepsregistratie is een manier om de kwaliteit van de uitoefening te bevorderen en te bewaken.

Wettelijke basis
Al vanaf 1947 streefde de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers naar een wettelijke basis voor het beroep. Vanaf de jaren tachtig zijn er vanuit de beroepsvereniging pogingen gedaan om het maatschappelijk werk op te laten nemen in het wetsvoorstel Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Via dat register krijgen de (para-)medische beroepen naast de artsen erkenning voor hun specifieke vakbekwaamheid. Zij dragen vanaf dat moment zelf de verantwoordelijkheid voor het handelen – niet meer als verlengde arm van de arts – en zijn daarop aanspreekbaar via het tuchtrecht. Het in 1987 verschenen beroepsprofiel voor de maatschappelijk werker beoogt bij te dragen aan de ontwikkeling naar titelbescherming en verplichte registratie, dat in omringende landen al veel langer bestaat. Als duidelijk wordt dat het maatschappelijk werk niet hoeft te rekenen op beroepsregistratie binnen de wet BIG, stelt de vereniging in 1989 een werkgroep in die de ideeën en praktische uitwerking van een ‘eigen’ beroepsregister gaat onderzoeken. Dat leidt in 1990 tot de oprichting van Stichting Beroepsregister Maatschappelijk Werk. Een stichting met een eigen bestuur, maar duidelijk met de bedoeling dat beroepsregistratie een activiteit van de beroepsvereniging is. Evenwel is beroepsregistratie niet gekoppeld aan lidmaatschap. Men kan dus lid worden van de vereniging zonder geregistreerd te zijn, en andersom.

Herintegratie
Begin jaren negentig komt daar verandering in. Men signaleert dat het register en de vereniging te ver uit elkaar gedreven zijn, en in sommige opzichten zelf elkaars concurrenten lijken te worden. Mensen willen wel in het register komen, maar geen lid worden, terwijl de vereniging het register heeft ontwikkeld en bekostigd. De vereniging besluit dan tot ‘herintegratie’. De stichting beroepsregister blijft wel bestaan als afzonderlijke rechtspersoon, maar beroepsregistratie wordt een kernactiviteit onder verantwoordelijkheid van de vereniging. Dat betekent ook dat lidmaatschap van de beroepsvereniging een voorwaarde wordt voor registratie. Omdat de eisen voor registratie nauwer zijn (na- en bijscholing, werkervaring) blijft het wel mogelijk om lid te zijn van de vereniging zonder geregistreerd te zijn.
In de notitie over het herintegratiebesluit (1994) staat de gezamenlijke uitdaging van register en vereniging beschreven: ‘Onder het motto “samen sterker” kan werkelijk inhoud gegeven worden aan de doelstellingen met betrekking tot de verdere uitbouw van een professionele beroepsstandaard. Registratie sec is hiervoor niet voldoende. Ontwikkeling van nascholingsprogramma’s, actualisering van de code en verder ontwikkeling van de klachtafhandelingsprocedures zullen evenzeer ter hand moeten worden genomen.’

Ontvlechting
In dat licht is het dan ook opmerkelijk dat ruim een decennium later alweer wordt overgegaan tot een ontvlechting van register en beroepsvereniging. De aanleiding daarvoor is dat werkgeversverenigingen steeds positiever staan tegenover voor de sector verplichte beroepsregistratie als kwaliteitswaarborg. Ook als de wetgever niet overgaat tot titelbescherming en wettelijke beroepsregistratie, is de sector bereid om dit gezamenlijk in te voeren en daarvan dan ook de kosten te dragen. Voor de werkgevers is het dan wel een voorwaarde dat registratie en lidmaatschap van elkaar losgekoppeld worden. Vanaf 2008 gaat het Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers (BAMw en later Regis- terplein) zelfstandig verder. Uiteindelijk komt er niet veel terecht van de verplichte registratie of het breed bevorderen daarvan door werkgevers. De kosten van registratie worden alleen door de werkgever vergoed als gemeente of de werkgever zelf registratie vereisen. In de praktijk kiezen maar weinig werkgevers daarvoor en gemeenten zo mogelijk nog minder.
In 2014 wordt door beroepsverenigingen NVMW, NIP en NVO de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) opgericht. De Jeugdwet, die in 2015 van kracht wordt, vereist dat voor bepaalde taken een geregistreerd professional wordt ingezet om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bewaken. Het register van jeugdzorgwerkers dat sinds 2013 bij Registerplein is ondergebracht, wordt overgeheveld naar SKJ. In 2018 gaat een nieuwe kamer in SKJ open: jeugd- en gezinsprofessionals op hbo- en professional master- niveau.

Verdere uitbreiding
De voor veel sociaal werkers in de jeugdzorg verplichte registratie geeft een nieuwe impuls aan de beweging naar verplichte registratie, een opmaat naar wettelijke (titel-)bescherming. Nu gemeenten en werkgevers meerwaarde zien in beroepsregistratie, is het zaak om registratie voor meer beroepsvarianten mogelijk en aantrekkelijk te maken. Als iedere professional in sociaal werk zich kan registreren op een manier die past bij de eigen specifieke praktijk, dan ligt het voor de hand om dat ook als norm te stellen. De grote uitdaging daarbij zal zijn om ervoor te zorgen dat de beroepsvereniging zeggenschap blijft behouden over de registratiecriteria en de beroepsnormen, in relatie tot de missie van het sociaal werk zoals beschreven in het beroepsprofiel van de sociaal werker. De Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) is in 2022 een project gestart dat tot doel heeft te komen tot een nieuw breed beroepsregister voor alle sociaal werkers.

a href="https://www.canonsociaalwerk.eu/0000_BPSW75-Toelichting/PDF/1990-beroepsregistratie.pdf" target="_blank">Download PDF

Publicatiedatum: 01-11-2022
Datum laatste wijziging :07-11-2022
Auteur(s): Jurja Steenmeijer,
Verwante vensters
Extra Standaard vereisten voor beroepsregistratie
– Diploma van een beroeps opleiding
– Werkervaring met taken in de uitvoering (niet zijnde management, beleid, educatie)
– Na en bijscholing, relevant voor de specifieke praktijk
– Reflectie op de eigen beroepshouding en handelen
– Onderschrijven van beroepsprofiel en beroepscode
– Aanvaarden van professionele toetsing, tucht en klachtrecht

BPSW-school
Een belangrijke aanjager van deskundigheidsbevordering en vakontwikkeling is de start van het beroepsregister in 1990. Professionals in een beroepsregister moeten immers jaarlijks inzichtelijk maken wat zij aan scholing doen. Gestaag breiden daardoor de activiteiten zich uit met trainingen over bijvoorbeeld het werken met de nieuwe beroepscode, privacy en geheim houding, profilering en verschil lende specifieke vormen van hulpverlening. Trainingen op het gebied van beroepscode en tuchtrecht zijn bijvoorbeeld verplicht binnen de jeugdzorg. Zo vormt zich een nieuwe tak binnen de vereniging, die zich in de loopt der jaren heeft door ontwikkeld tot de BPSW-school, met een breed aanbod aan trainingen, workshops, masterclasses en leergangen die zowel via open inschrijving als incompany aangeboden worden. Leden van de BPSW krijgen korting op alle vormen van scholing. Scholing wordt soms ook met partners georganiseerd, zoals het jaarlijkse symposium De Agenda van Sociaal Werk (met Movisie, de Marie Kamphuis Stichting en Sociaal Werk Nederland).
Links
    homepage