In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat vindt in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig?
Het hout geeft een indringend beeld van de misdaden en de hypocrisie in de roomse kerk, die heden nog de verontwaardiging en frustratie oproepen van wie er het slachtoffer van zijn geweest.
Zie ook het venster
2012 - Seksueel misbruik en de commissies-Deetman/Samson. Een inktzwart hoofdstuk uit de geschiedenis van de jeugdzorg in de Canon zorg voor de jeugd.
Brouwers zegt over zijn eigen ervaringen het volgende in een interview in het programma `De avonden' van de VPRO:
“Dat onderwerp kwam opeens in de krant en iedereen keek daar van op en sprak daar schande van. Natuurlijk is het ook een schande, maar mij was dat vertrouwd, in die zin dat ik ook op die pensionaten heb gezeten. Als jongetje van tien werd ik op zo’n pensionaat geplant. Ik heb het er moeten uithouden tot mijn zeventiende, dus mijn hele puberteit heb ik daar doorgebracht, tussen de kerels met rokken aan. Mij persoonlijk is niets overkomen hoor in seksuele zin, maar het gerucht zweefde daar, was aanwezig op de speelplaats en in de klas. Je zag dat aan klasgenoten, die waren opeens schuchter en bangig en wantrouwig.
Uiteindelijk kreeg je de verhalen die daar achter staken wel te horen… Een roman daarover kende ik niet, dus ik dacht: die ga ik dan schrijven. Geschreven vanuit het perspectief van een van de kloosterlingen. Eentje die helemaal deugde hoor, dus een kloosterling die wist wat zijn collega’s uitspookten, maar daar over bleef zwijgen. Het boek gaat over dat zwijgen. Dat is tenslotte een soort lafheid. Hoofdpersoon is deze vrome broeder, die het verder ook niet helpen kan, maar toch betrokken is… Waarom zwijgt die man? Kijk, je kunt in zo’n kloosterinstituut natuurlijk niet gaan protesteren tegen misstanden zonder ook jezelf te treffen. Wie zich beklaagt wordt terzijde geschoven. Dweilt voortaan de trappen in plaats van les te geven. Dus je komt tot niks als je beslist niet meer te zwijgen, treft er alleen jezelf mee.
Het kostschoolthema zit al in mijn debuut hoor, en ook heel nadrukkelijk in De zondvloed. Dat komt zo af en toe weer boven, als een zandbank bij eb… Het eerste wat ze dan vragen is: is het autobiografisch? Neen. Ik schrijf trouwens nooit autobiografisch. Maar ik ben wel heel nauw op de hoogte, en dus is het goed om het op te schrijven. Het ging niet alleen om seksuele misdrijven hoor, er was ook veel sadisme. Je werd geslagen met stokken. Die kerels hadden zo’n koord om hun middel waar knopen in zaten waar je zweepslagen mee kreeg, zo bam op je rug. Dat sadisme zit ook in mijn boek. Daarom heet het Het hout. Je kreeg met het hout. In mijn boek is dat een strijkstok, waar je cello mee speelt. Dat is verdomd hard hout, gemaakt van een soort die zwiept en extra pijn verschaft als je daar een lel mee krijgt.”
|