1808Petrus Jozef Triest en Broeders van Liefde Start Vlaamse gestichtspsychiatrie
Tot en met de 18de eeuw was er eigenlijk niet veel geestelijke gezondheidszorg. Er waren links en rechts een paar dolhuizen en er was wat hagiotherapie (zoals de Heilige Dympna in Geel). Wellicht verbleven veel geesteszieken thuis in familieverband, werkten ze als (boeren)knecht of werden ze uitgestoten en opgejaagd als landloper of heks. Velen kwamen in de gevangenis terecht. Zo ook in Gent waar vanaf 1656 geesteszieken opgesloten werden in de kelders van het Geeraard de Duivelsteen (momenteel in gebruik als rijksarchief). Later werd dit opgesplitst: de mannen bleven hier, de vrouwen verhuisden naar het Vrouwenweeshuys aan de Zandpoort.
Eind 17de eeuw ontstonden er internationaal verschillende initiatieven om de levensomstandigheden voor opgesloten geesteszieken te verbeteren en hun verblijf ook te gebruiken voor therapie, de zogenaamde morele behandeling.
Jozef Triest werd in 1760 in Brussel geboren als negende kind van een succesvolle smid. Hij volgde de zogenaamde 'Latijnse school' in Geel waar hij kennis maakte met geesteszieken en de gezinsverpleging. In 1786 werd hij tot priester gewijd waarna hij werkte in Asse, Mechelen, Ronse en Lovendegem. In een poging de arme en verlaten kinderen te helpen stichtte hij er de Zusters van Liefde als nieuwe kloosterorde. Iets later kwamen daar de Broeders van Liefde bij. Na een bezoek van de bisschop en de burgemeester van Gent in 1805 kreeg Triest het verzoek naar Gent te verhuizen en daar zijn liefdadigheidswerk op grotere schaal verder te zetten. Triest kreeg van de stad Gent de oude cisterciënzerabdij Ter Haegen ter beschikking (Molenaarstraat, nu onderdeel van Sint Vincentius). De Zusters van Liefde zouden er zorgen voor de ongeneeslijke zieken die door het Weldadigheidsbureau doorgestuurd werden.
In 1807 werd Triest benoemd tot directeur van het hospitaal van de Bijloke van waaruit hij startte met de Broeders Hospetalieren, de latere Broeders van Liefde. Een jaar later geraakten ze betrokken bij de Gentse krankzinnigengestichten. In 1808 immers werden in het Vrouwenweeshuys leden van de Zusters van Liefde actief, en vanaf 1815 leden van de Broeders van Liefde in het Geeraard de Duivelsteen. Het was een eerste stap in de uitbouw van een humane gestichtspsychiatrie in Vlaanderen.
In 1825 won dr. Jozef Guislain een prijsvraag van de provinciale commissie voor geneeskunde van de provincie Noord-Holland naar verbetering van behandelmethoden voor krankzinnigen. Zijn werk werd een jaar later gepubliceerd als Traité sur l’aliénation mentale et sur les hospices des aliénés. Triest haalde Guislain naar Gent als hoofdgeneesheer en samen wisten ze de bewoners van Geeraard de Duivelsteen over te brengen naar het geschiktere Alexianenklooster.
In de jaren en decennia nadien nam de repressieve aanpak van geesteszieken af en de hulpverlenende aanpak, gericht op herstel, toe. De geesteszieke ontwikkelde zich van nar tot patiënt (Stockman), van gevangene tot burger.
De Broeders van Liefde hebben sinds 1808 een sterke stempel gedrukt op de geestelijke gezondheidszorg, niet alleen in Gent maar in heel Vlaanderen. Ook de naam van Guislain leeft verder in de naamgeving van het Guislain-museum in Gent. Het brengt de geschiedenis van de psychiatrie in beeld en is de Vlaamse tegenhanger van het Dolhuys in Haarlem.
Publicatiedatum: 07-01-2014
Datum laatste wijziging :18-03-2016
Auteur(s): Jan Steyaert,