1981De politiek aan zet! Migratie wordt politiek een hot item
Migratie noopte naast arbeidsorganisatie tot sociale ondersteuning, tot hulp- en dienstverlening. Bleef dat voldoende? Geleidelijk zag de samenleving de spanning oplopen, maar een breder beleidskader bleef uit. Een eerste aanzet naar samenhangende actie kwam van Vic Anciaux, staatssecretaris voor Nederlandse cultuur en Sociale Zaken (1977-1979). Op 5 mei 1978 legde hij aan de nationale ministerraad een nota voor 'betreffende het beleid inzake Immigratie'. Dit was de voorloper van zowel het Belgische als het Vlaamse integratie- en minderhedenbeleid, maar ze werd nooit goedgekeurd.
Anciaux waarschuwde voor de toename van explosiviteit van een etnisch proletariaat. Hij verwierp een repressieve aanpak en pleitte voor positieve maatregelen. Hij wou een overkoepelende instelling die haar advies zou neerleggen in concrete voorstellen. Maar het bleef dus stil.
Vanuit het veldwerk groeide anderzijds het animo voor lokaal stemrecht voor migranten als integratie-instrument. In 1977 lanceerden radicale jongeren- en migrantenorganisaties in overleg met de vakbonden ‘Objectief 1982’, met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van dat jaar.
Het Vlaams Centrum voor Integratie Migranten zal later, in de jaren negentig, hierrond een toonaangevende rol opnemen. Ondertussen groeide het verenigingsleven van de migranten en gaf het vorm aan zelforganisatie.
Meer Schwung komt er als Vlaanderen een zelfstandig sociaal beleid kan uitzetten, aangestuurd door Rika Steyaert, die haar oor te luisteren legt bij het werkveld en de sociale werkers.
Zij neemt in 1981 het initiatief met een 'Voorstel tot migrantenbeleid. Ontwerp beleidsnota', gericht op een geïntegreerd beleid (onderwijs, cultuur, huisvesting, welzijns- en gezondheidszorg, tewerkstelling en beroepsopleiding en vrijetijdsbesteding).
Twee instrumenten moeten dit mee ondersteunen: de oprichting van een Vlaamse Hoge Raad voor Migranten, waarvan Albert Martens voorzitter wordt en een stroomlijning van het ondertussen gegroeide patchwork van sociale organisaties. Het Vlaams overleg comité opbouwwerk migranten wordt de organisatie om dat aan te pakken.
De VHRM moet adviezen formuleren om een dynamisch integratiebeleid van de grond te trekken op een moment dat de maatschappelijke conjunctuur, onder invloed van economische crisisomstandigheden, tegen zit.
Bij de opening op 24 november 1982 formuleert Steyaert uitdrukkelijk de boodschap dat er een beleid nodig is voor migranten die "hier niet zomaar tijdelijk verblijven"! Ze stuurt aan op een sociaal-culturele aanpak die ruimte geeft aan de eigen etnisch-culturele identiteit en zelforganisatie. Zij vraagt openheid bij het verenigingsleven om migranten als leden te aanvaarden. Daarmee onderstreept ze ook het streven om allochtonen aan te zetten zich in te inpassen in de bestaande sociale omgeving.
De oprichting van deze raad is geen window dressing, het gaat om een productief apparaat waarbij ook vertegenwoordiging van migranten is ingebouwd. Hij bleef tot begin jaren negentig, daarna werden zijn taken overgeheveld naar de werkgroep Migranten van de Hoge Raad voor de Volksontwikkeling.
De scherpe noodzaak tot een effectiever beleid wordt duidelijk door een steeds snellere opeenvolging van initiatieven. In 1987 legt Theo Kelchtermans een specifiek accent op de tweede generatie via een Beleidsverklaring met betrekking tot onderwijs en vorming voor migranten. Een ruimere aanpak verschijnt bij Jan Lenssens in 1989 waarbij hij ook aanstuurt op de installatie van een Interdepartementele Commissie Migranten om antwoord te zoeken op de situatie van allochtonen die alle beleidsdomeinen raakt.
In dat jaar is de problematiek ook zo dringend geworden dat er met Paula D'Hondt een Koninklijk Commissaris wordt benoemd om voor het hele land oplossingen voor te bereiden.
Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :00-00-0000
Auteur(s): Wim Verzelen,