|
Bertje Jens (1913 - 2009)maatschappelijk werk, sociaal werkschreef in 1961 de eerste beroepscode voor maatschappelijk werkers en publiceerde in 1967 een standaardwerk over de beroepsethiek van sociaal werkers. Citaat over het doel van het maatschappelijk werk als: ‘... een zodanige wijze van omgaan van personen met hun sociale omgeving, dat zij daarbij zo goed mogelijk tot hun recht komen, hetgeen mede inhoudt het zo goed mogelijk realiseren van hun verantwoordelijkheden.’ Lambertha Francina Jens werd in 1913 geboren. Jens kwam pas na enige omzwervingen in het maatschappelijk werk terecht. Zij doorliep het gymnasium in Hilversum en studeerde rechten in Utrecht. In 1936 deed zij haar doctoraal examen en werd medewerker aan wat later het criminologisch Instituut van de Universiteit Utrecht zou worden. In oktober 1940 promoveerde ze op het boek Criminaliteit te Utrecht in verband met Familie en Wijk. Inrichtingswerk Van 1938 tot 1942 was Jens ‘beambte in algemene dienst’ van de Tuchtschool voor meisjes in Montfoort. Daarna werkte ze in andere inrichtingen, onder andere in Rekken. Ze kon haar draai in het inrichtingswerk niet vinden. Uiteindelijk kwam Jens tot de conclusie dat het inrichtingswerk haar niet lag. Na de oorlog werd ze medewerkster bij de Sociale Raad in Amsterdam. Daar voelde ze zich als een vis in het water. Het onderzoeken hoe dingen in elkaar zitten, lag haar beter dan het inrichtingswerk. Nederlandse Bond voor Maatschappelijke Werkers In 1959 werd Bertje Jens bestuurslid van de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers. Jens werkte als bestuurslid mee aan het maken van de eerste beroepscode, in de vorm van beroepsplichten, voor maatschappelijk werkers. In 1962 werd de code als bindend voor de beroepsuitoefening aanvaard door de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers en de Katholieke Vereniging van Maatschappelijk Werkers ‘Dr. Ariëns’. Beroepsethiek en Code van de Maatschappelijk Werker In 1967 publiceerde Jens Beroepsethiek en Code van de Maatschappelijk Werker. Zij geeft daarin aan dat de code slechts een algemeen kader heeft. Het zijn geen regels die automatisch in de praktijk van het maatschappelijk werk kunnen worden toegepast. Volgens haar bestaat het maatschappelijk werk niet alleen uit het bieden van hulp, maar ook uit het actief uitnodigen van mensen die buiten spel staan om “weer mee te doen”. In 1972 komt de derde herziene druk van het boek uit. Jens krijgt felle kritiek (uit radicaal-linkse hoek) op haar opvattingen over het beroep maatschappelijk werk en haar boek Beroepsethiek en Code van de Maatschappelijk Werker. Scholen voor maatschappelijk werk In 1963 werd ze docent aan de Protestantse Voortgezette Opleiding voor Sociale Arbeid in Amsterdam. In 1967 verruilde ze Amsterdam voor Groningen, waar ze stafdocent werd aan de Academie voor Sociale en Culturele Arbeid (ASCA), waar Marie Kamphuis directrice was. In 1978 nam ze afscheid van de ACSA. Zij bleef na haar pensionering publiceren over het maatschappelijk werk en bleef betrokken bij het verbeteren van het eerste beroepsprofiel voor maatschappelijk werkers. Pieterpad Jens heeft naast haar verdiensten voor het maatschappelijk werk ook nog op heel ander terrein landelijke bekendheid gekregen, namelijk als medebedenkster (samen met haar Tilburgse vriendin Toos Goorhuis-Tjalsma) van het Pieterpad (van het Groningse Pieterburen naar de Sint-Pietersberg in Limburg). Jens was officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zij overleed op 19 augustus 2009 in haar woonplaats Groningen op 95-jarige leeftijd. Zie voor een uitvoerige biografische schets: Geert van der Laan, ‘”Tot zijn recht komen.” Bertje Jens, een juriste in het maatschappelijk werk’, in: Berteke Waaldijk, Jaap van der Stel en Geert van der Laan (red.), Honderd jaar sociale arbeid. Portretten en praktijken uit de geschiedenis van het maatschappelijk werk, Assen; Van Gorcum, 1999. Loopbaan: 1936-1938 Universiteit Utrecht 1963-1967 Protestantse Voortgezette Opleiding voor Sociale Arbeid Amsterdam. (later opgegaan in: Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam) 1967-1978 Academie voor Sociale en Culturele Arbeid (ASCA) Groningen (later opgegaan in: Hanzehogeschool Groningen, Groningen) Praktijkervaring: 1938-1942 beambte in algemene dienst Tuchtschool voor meisjes in Montfoort 1942-1945 werkzaam in het inrichtingswerk 1945-1963 Sociale Raad Amsterdam 1959-1969 bestuurslid Nederlandse Bond voor Maatschappelijke Werkers Literatuur: Jens, L.F., Criminaliteit te Utrecht in verband met familie en wijk. Utrecht/Nijmegen, 1940. Jens, L.F., Beroepsethiek en code van de maatschappelijk werker. Arnhem, 1967. (Derde druk: Deventer, 1972.) Jens, L.F., ‘Barbertje moet hangen. Intermezzo op weg naar de galg’, in: Verdanda 6. 1974. Jens, L.F., ‘Professionalisering, een dilemma voor maatschappelijk werkers’, in: Verdanda 9. 1974. Jens, L.F., Hulpverlening: waaruit en waarheen. TMW 11, 1978. Jansen-Weber, A., L.F. Jens en P.A. Jens, Zaaien in zo barren grond. Uit het dagboek van Willem Leendert Jens. Zendeling in Nieuw Guinea 1877-1899. Uitgave: Stichting Uit Barre Akker, Wassenaar, 1997. Literatuur over: Beekman-Eggink, J., ‘Ik ben behept met een soort taaie trouw’. In gesprek met Bertje Jens, in: TMW nr. 10, 1978. Benthem, G. van, ‘Dr. Jens: haar heden is verleden’, in: Verdanda, nr. 4-8. Jg. 6. 1974. ‘CV van Bertje Jens’, in: TMW 10. 1978. Laan, G. van der, Legitimatieproblemen in het maatschappelijk werk. Utrecht, 1990. Wikipedia Bertje Jens: Wikipeda. Deze biografische schets werd eerder gepubliceerd in de Hall of fame van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk werkers (NVMW).
Publicatiedatum: 28-10-2022
Datum laatste wijziging :11-11-2022 |