|
Lex Noyon (1923 - 2001)maatschappelijk werk, sociaal werkwas in Amsterdam directeur van de Sociale Academie en achtereenvolgens directeur van Zorg en Bijstand (latere Blankenbergstichting) en voorzitter van de NL-Vereniging van Maatschappelijk Werkers. School voor Maatschappelijk Werk Na vier jaar Japanse krijgsgevangenschap schreef Lex Noyon zich in 1946 in bij de Amsterdamse school voor Maatschappelijk werk. Hij wilde iets doen voor mensen die achterop waren geraakt. Toen hij aan zijn familie uitlegde wat hij wilde gaan doen in Nederland, vertelden zij dat zoiets maatschappelijk werk heette en dat het alleen voor vrouwen was. Hij ging toch, want de opleiding was op initiatief van directeur Jan Floris de Jongh net een mannenopleiding gestart. Universiteit Omdat de intellectuele achtergrond van het social casework op de opleiding onvoldoende aan bod kwam en het voor Noyon niet mogelijk was om de gespecialiseerde opleiding van het Medisch Opvoedkundig Bureau te doen ging hij, aan het einde van zijn maatschappelijk werk-opleiding, naar de universiteit om sociale pedagogiek te studeren. Hij zegt hier zelf over: ‘Ik heb er in die begintijd ook wel over gedacht om de therapeutische kant op te gaan. Ik dacht: ik moet die kant op waar het vak het duidelijkst zichtbaar is en toen ben ik naar het Medisch Opvoedkundig Bureau gegaan, waar allang een gespecialiseerde opleiding in het social casework was. Dat is wel een gek verhaal. Ik meldde me bij het hoofd, juffrouw Lekkerkerker, en die keek me zo meewarig aan. Ze zei: “Die vraag hebben we nog nooit van een man gehad. Er zijn ook geen mannelijke psychiatrisch maatschappelijk werkers.” Nou ja, dat overtuigde mij natuurlijk niet, ik wilde gewoon die kant op en ik wilde daar een opleiding voor hebben. Toen opeens vroeg ze -ze zag mijn ring, ik was toen nog verloofd: “Bent u van plan te trouwen?” Ik zei ja. “oh”, zei ze toen bijna opgelucht, “maar u zult hier nooit genoeg verdienen om een gezin in stand te houden.” Toen had ze ineens het machtswoord. (…) Het maakte zo’n indruk op me, dat ik dacht: ik kan geen kant meer op, dit is gereserveerd voor ongehuwde dames van redelijk gefortuneerde huize, die weg is voor mij onmogelijk. Dat was voor mij de reden om direct naar de universiteit te gaan.’ (Uit: Interview van Ischa Meijer met Lex Noyon in Tijdschrift voor de Sociale Sector (juli/aug ’97 nr. 7/8) 34) Praktijk In de jaren vijftig was Lex Noyon ambtenaar van de kinderwetten en docent aan de school voor maatschappelijk werk, alwaar hij studieleider was van de tweejarige opleiding van Indonesische Ambtenaren Sociale Zaken. In 1956 werd hij directeur van het Nationaal Centrum Vorming Bedrijfsjeugd, een landelijke koepel van 110 instituten voor jongeren die op hun 14e jaar van school gingen en in het bedrijfsleven werkzaam waren. In die periode was hij ook bestuurslid van de School voor Maatschappelijk Werk, die vanaf 1959 Sociale Academie ging heten. In 1961 ging hij terug naar de Sociale Academie als mede-directeur naast Jan Floris de Jongh. Toen de Jongh naar de Verenigde Naties te Génève vertrok, zocht Noyon de praktijk van het maatschappelijk werk weer op. In 1966 werd hij directeur van ‘Zorg en Bijstand’, naderhand Blankenberg Stichting geheten, een instelling voor Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). Hier ging het om verbreiding van het AMW door interpretatie van psychosociale hulpverlening en schuldhulpverlening enerzijds en samenwerking met gezinsverzorging, en teamvorming van huisarts, maatschappelijk werker en wijkverpleegkundige anderzijds. In 1975 werd Noyon verbonden aan het Instituut voor Wetenschap der Andragogie aan de Universiteit van Amsterdam, eerst als lector sociale hulpverlening en naderhand, toen deze functie was opgeheven, als hoofdmedewerker voor o.m. consultatieve gespreksvoering [tot 1985]. Aan de professionalisering van het maatschappelijk werk heeft hij voorts bijgedragen als voorzitter van de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers en, na de fusie van de Bond met de R.K. Vereniging van maatschappelijk werkers Dr. Ariëns, van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers. Hij kantte zich fel tegen de voorgenomen fusie tot Nederlandse Organisatie van Welzijnswerkers. Toen de leden in meerderheid via een enquête aangaven toch te willen fuseren, trad hij in 1976 terug als voorzitter. Hij werd opgevolgd door Eric Behrend, directeur van Sociale Academie De Horst. Opleiding 1946 Amsterdamse School voor het Maatschappelijk Werk (later opgegaan in: Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam) 1948 universiteit sociale pedagogiek in Amsterdam Loopbaan jaren ‘50 docent Amsterdamse School voor Maatschappelijk Werk. (later opgegaan in: Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam) 1956-1961 directeur Nationale Centrum Vorming Bedrijfsjeugd 1961-1966 directeur Amsterdamse School voor Maatschappelijk Werk, samen met Jan de Jongh. (vanaf 1959 heette de school Sociale Academie De Karthuizer.) (later opgegaan in: Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam) 1966-1975 directeur van de Blankenberg Stichting in Amsterdam 1975-1985 werkzaam bij UVA faculteit Andragogie Literatuur Interview van Ischa Meijer met Lex Noyon in Tijdschrift voor de Sociale Sector (juli/aug ’97 nr. 7/8)32-35, 38 e.v.. Neij, Rob en Ernest Heuting, De opbouw van een sociaal-agogische beroepsopleiding 1899-1989 (Zutphen 1989) Deze biografische aantekeningen verschenen eerder in de Hall of fame op de site van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW).
Publicatiedatum: 14-11-2022
Datum laatste wijziging :14-11-2022 |