|
Petra Jorissen (1950 - 2023)gehandicaptenzorg,Publicist Petra Jorissen wilde vooral een normaal leven. Zonder obstakels. Daarvoor zocht ze alle grenzen op. Maar je moest haar geen rolmodel voor mensen met een beperking noemen, dan werd ze fel. Petra Jorissen is twaalf jaar als ze met haar familie naar de benefietavond Open het Dorp op tv zit te kijken. Ze gruwt ervan. ‘Liever dood dan naar het Dorp’, zegt ze. Ze kan zich niet voorstellen dat ze, al is ze rolstoelafhankelijk, ooit in dat oord vol gebrekkigen zal wonen. Ze houdt zich aan haar voornemen en woont later in de Amsterdamse binnenstad, in een huis vol dwarse kunst – liefst van kunstenaars met een beperking – en eindeloos veel boeken. Voorbijgangers loeren er graag naar binnen en ze weet eigenhandig indringers af te schrikken met een goed lijkend namaakpistool dat bij de voordeur ligt. Toch is ze niet vaak thuis te vinden, Petra’s levensmotto is: zonder bluf is het leven duf. Ze gaat er veelvuldig op uit, altijd als een dame gekleed, met felrood gestifte lippen, kekke laarsjes en een stola om. Ze bezoekt graag het theater, een lezing of gaat dansen in Paradiso. Het kan haar niet laat genoeg worden tijdens haar avonden met haar film- en boekenclub. Vilein en vlijmscherp Ze is een voorbeeld voor veel mensen met een beperking, al is zij de eerste die dat beeld nuanceert. Liever staat ze bekend als de activistische schrijver en publicist met een vilein en vlijmscherp, maar vooral ook geestig pennetje. Ze noemt zichzelf: ‘chroniqueur van het legioen der gebrekkigen’. Ze kan als geen ander hysterische gebeurtenissen die ze meemaakt als rolstoelmens droogkomisch beschrijven. Zo moet ze meermaals aantonen dat ze echt niet kan lopen om een nieuwe rolstoel te krijgen. Ze is woest als een taxichauffeur haar over zijn schouders gooit om haar binnen te brengen, maar later levert dat weer een mooi verhaal op. De eigenwijze Petra durft alles. Onverschrokken reist ze samen met vrienden naar Oekraïne, Mali, Egypte en Kenia, waar ze merkt dat mensen minder opkijken van haar verschijning. Een verademing voor de vrouw die altijd wordt nagestaard. Zeker in het Brabant van de jaren vijftig waar ze opgroeit en het stempel ‘ongelukkig’ krijgt. Aan bed gekluisterd Petra loopt een dwarslaesie op tijdens een te vroege stuitbevalling, waarna de artsen haar weinig kans geven. ‘Ik zou er niet te veel kosten meer op maken’, zegt een dokter. Op haar vijfde en elfde jaar wordt ze zelfs bediend door de pastoor. Ze ondergaat ettelijke operaties om haar rug recht te krijgen en haar te laten lopen – wat nooit lukt. Ze is tot haar tiende gekluisterd aan bed. Haar moeder Marie is zeer zorgzaam, al kan zij ook hard zijn om Petra voor te bereiden op het echte leven. Vader Steven is wat stiller en verlangt soms naar een normaal gezin. Hij stuurt haar meermaals naar Lourdes, waar ze eens doodziek van terugkeert. Petra heeft een enorme fantasie en vertelt graag verhalen. Of ze speelt op haar roze pianootje: binnen een dag of tien vliegen haar vingers over de toetsen en speelt ze vloeiend Circus Renz. Hoewel ze niet dezelfde avonturen beleeft als haar twee broers en zusje, betrekken ze haar er wel bij. Vooral met Anja trekt ze veel op. Als Petra bij een buurmeisje wil spelen, sjouwt zij haar nogal eens op de rug ernaartoe. Ze maakt gemakkelijk contact en heeft veel vriendinnetjes. Willetje breken Eigenlijk is het de bedoeling dat Petra naar de reguliere basisschool gaat, maar de pastoor overtuigt de directeur na een week dat ze beter af is op de mytylschool. Het is niet de laatste keer dat ze door vertegenwoordigers van de rooms-katholieke kerk wordt vernederd. Zo ligt ze vijf jaar lang in het RK Binnenziekenhuis in Eindhoven waar de nonnen haar hardvochtig behandelen. Later schrijft ze erover in De Groene Amsterdammer: ‘Braakte ik mijn eten uit, dan schepte ze het braaksel van mijn servet op de lepel en duwde die met geweld in mijn mond. ‘Willetje breken, we zullen je willetje breken’, siste de non dan.’ In datzelfde verhaal schrijft ze over hoe ze er seksueel werd misbruikt, vastgebonden aan de bedstijlen. Ze ontwikkelt een diepe haat tegen nonnen en de kerk, die ze nooit zal nuanceren. Geen wonder dat Petra na het lyceum naar de sociale academie gaat en alles wil beleven wat God verboden heeft. Ze kraakt een huisje, waar ze kippetjes houdt, ze danst, drinkt, rookt en is vaste klant bij poppodium De Effenaar. Ze speelt toneel en vormt haar kunstzinnigheid op de kunstacademie. Al zijn haar beelden nooit perfect; ze maakt graag kreupele figuren. Schot in de roos Als twintiger studeert ze MO-Nederlands en verhuist naar Maastricht, maar die stad is ze snel zat. Ze gruwt van de Limburgers die haar het gevoel geven dat ze een vieze vlek op een wit tafellaken is. Volgens haar is er maar één plek waar ze zichzelf kan zijn: Amsterdam! Dat blijkt een schot in de roos, in die stad bloeit ze op. Ze volgt er een cursus zelfverdediging en krijgt in 1988 een baan als beleidsmedewerker bij de Stichting Gehandicapten Overleg Amsterdam, maar de stroperigheid en bureaucratie passen niet bij haar daadkracht. Na ettelijke sollicitaties – en afwijzingen – krijgt ze erkenning en waardering als auteur, recensent en eindredacteur bij tijdschriften als Deviant en Argus en de site wijrollen.nl. Haar vele columns, boekbesprekingen en interviews getuigen van haar brede interesse. In de artikelen maakt Petra duidelijk dat een handicap vooral een probleem is van de obstakels in de wereld, niet van de mensen met een handicap. Ze kon het ergste van het ergste droogkomisch vertellen. In haar podcast Kruis & Kruin vertelt ze over scheten die mensen letterlijk in haar gezicht laten en vraagt ze zich af hoe ze voorkomt zo zuur te worden als azijn. Nergens bang voor Haar belangstelling voor anderen en enorme gevoel voor humor bezorgen haar veel innige vriendschappen. Vooral haar grootmoedigheid valt op. Ze leeft zich helemaal in, luistert geduldig en geeft wijze adviezen – al kan ze ook kritisch en betweterig zijn. Petra vindt dat een flinke crisis louterend kan zijn. Emoties moet je niet verstoppen. Dat probeert ze zelf ook niet. Zo rijdt ze met haar Daf eens bijna een huis binnen, omdat ze woedend is op die bewoner. Maar die poging mislukt en ze eindigt tegen een klein muurtje. Ze kan pittig uit de hoek komen en roddelt als de beste. Haar levenslustige uitstraling valt op. Eindredacteur Linus Hesselink, die Petra in 1988 interviewt voor een verhaal, blijft maar naar haar stem op de geluidsopname luisteren. De twee worden intens verliefd en genieten van de stad, theaterbezoek en mooie reizen. Als ze eens midden in een Keniaans natuurpark met de auto vastzitten, gaat ze onder in de auto liggen om met haar handen de voetpedalen te bedienen, zodat hij de auto kan aanduwen. Bang is ze nooit. Stilletjes verlangt ze naar een gezin, maar ze realiseert zich ook dat zij amper voor een baby zou kunnen zorgen. Na twaalf jaar eindigt hun relatie. Petra raakt diep in de put, maar ze houden contact. Ze raakt nauw bevriend met de latere vriendin van Linus, komt zelfs op hun bruiloft en vervult een liefdevolle rol in het leven van hun zoon. Haar lijf verlangt veel aandacht en zorg Samen met Linus schrijft ze een boek over Nederlandse kunstenaars met een handicap en in 2008 verschijnt Helden op stokken. Gehandicapt in Afrika, dat ze schrijft met vriendin Sybilla Claus. Maar het meest trots is ze op haar revalidatieroman Erg hè! uit 2021, waarin ze haar ervaringen in een revalidatiecentrum beschrijft, afgewisseld met sprekende scènes uit haar jeugd. Teleurgesteld stelt ze vast dat er weinig belangstelling voor is. Sowieso merkt ze de laatste jaren dat haar strijd om de samenleving toegankelijker te maken weinig heeft uitgehaald. Ze wordt niet bitter, maar laat het wat vaker van haar schouders afglijden, uit zelfbescherming. Niet al haar plannen lukken meer, haar lijf verlangt veel aandacht en zorg, net als de bureaucratie in zorg. Door haar disability management genoemd. Over de dood praat ze niet graag, zelfs als ze begin dit jaar met een longontsteking doodziek in het ziekenhuis ligt, heeft ze nog goede hoop. Na alle lichamelijke overwinningen zal ze ook nu vast weer teruggaan naar haar kleurig ingerichte huis. Zodat ze straks weer naar filmhuis Kriterion kan om de nieuwste films te zien. Ze keert inderdaad terug naar huis. En er wordt gedanst door vrienden en familie. Maar dit keer rond haar baar. Dana Ploeger Deze levensbeschrijving van Petra Jorissen verscheen eerder, op 13 maart 2023, in dagblad Trouw.
Publicatiedatum: 20-03-2023
Datum laatste wijziging :20-03-2023 |