|
Jan Troost (1958 - 2023)emancipatie, gehandicaptenzorgwas zijn leven lang het activistische (en humoristische) boegbeeld in de strijd voor gelijke rechten voor mensen met een beperking. ‘Als er geen feministen waren geweest die vonden dat ook mannen achter het aanrecht moesten, was ik lang op de divan blijven liggen. Ik bedoel maar te zeggen: actievoerders zijn nodig om iets op de kaart te zetten.’ Jan Troost, oprichter van de landelijke gehandicaptenraad, het huidige Ieder(in), voerde meer dan vijftig jaar actie voor gelijke rechten voor mensen met een beperking. Met verve. Zijn eerste demonstratie organiseerde hij op 14-jarige leeftijd. Vele acties en Successen volgden, ‘maar als het om een toegankelijke samenleving gaat, is Nederland nog steeds een ontwikkelingsland.’ Eerste grote protestdemonstratie Jan Troost werd in 1958 geboren met de brozebottenziekte (osteogenesis imperfecta) en zat in een rolstoel. Maar hij liet zich daardoor niet beperken. Vanaf zijn vroege tienerjaren stond hij op de bres voor meedoen en gelijkberechtiging van mensen met een beperking. Hij was in 1972 als veertienjarige betrokken bij misschien wel de eerste grote protestdemonstratie van mensen met een beperking in Nederland. Aanleiding: de ontoegankelijkheid van het splinternieuwe culturele centrum de Lindenberg in Nijmegen. En er zouden nog talrijke acties volgen. Zo dwong hij in 1995 met een groep medestanders af dat rolstoelgebruikers voortaan ook mee konden doen aan de Nijmeegse vierdaagse. Voorzitter CG-Raad Jan veroverde intussen ook een plek in de Nederlandse overlegcultuur. Hij was in Nijmegen coördinator van de Werkgroep Integratie Gehandicapten (WIG). En vanaf 1996 zou hij acht jaar voorzitter zijn van de Gehandicaptenraad en later de CG-Raad, een van de voorlopers van Ieder(in). Ook daar streed hij met een ongelooflijke energie en gedrevenheid voor de goede zaak. Als lobbyist in Den Haag, als bevlogen deelnemer aan debatten, als aansprekend boegbeeld van de beweging in de media. Later ging Jan voor het Programma VCP (Versterking CliëntPositie) werken. Hij ondersteunde in dit programma lokale belangenbehartigers en was ambassadeur van de actiegroep Makkers Unlimited. Jan was een activist in hart en nieren maar nam ook met groot plezier deel aan het politieke circus. Hij schudde de hand van hoogwaardigheidsbekleders als Mandela, Juliana en Beatrix en ging met Erica Terpstra naar de paralympische spelen in China. Hij tutoyeerde premiers en andere bekende politici. Toch nam hij geen blad voor de mond. Hij bleef de achterstelling van mensen met een beperking scherp benoemen. Maar het schaadde de onderlinge relaties niet, mede dankzij zijn charme, humor en oprechte belangstelling voor mensen. Zelfs toen hij later met hardere acties kwam, vonden politici het nog altijd een eer om met hem op de foto te gaan. Of om een ander voorbeeld te noemen. Jan schonk één van de legerjasjes waarin hij actievoerde aan Martin van Rijn. Van Rijn hing het jasje pontificaal op in zijn werkkamer, gedurende zijn staatssecretariaat bij het ministerie van VWS. Terug naar de bossen Uiteraard ging niet alles over rozen. Programma VCP werd op een gegeven moment wegbezuinigd. Jan stond daarna een tijd beroepsmatig aan de zijlijn. Dat stak hem. Maar hij ging niet bij de pakken neerzitten. Met oude en nieuwe strijdmakkers blies hij het activisme nieuw leven in. De actiegroep met de veelbetekenende naam Terug naar de bossen verscheen ten tonele. In militair ornaat streed ze tegen asociaal beleid. Bij de actie Stop de stapeling droegen Jan en zijn medestanders kabinet Balkenende in een heuse doodskist ten grave. En om ratificatie van het VN-verdrag af te dwingen lieten ze zich vastketenen in de Tweede Kamer. En verder had hij er steeds weer een duivels plezier in om in zijn rolstoel – liefst voor het oog van beleidsmakers en camera’s – te demonstreren hoe onze openbare ruimte, gebouwen, producten en diensten mensen met een beperking uitsluiten. De boodschap was vaak keihard, maar kwam toch binnen doordat hij gebracht werd met humor en gevoel voor theater. Huwelijk en kinderen Tijdens zijn werkzaamheden ontmoette hij Paula, ‘de hoofdprijs’, zoals hij zelf zei, want: valide. Het maakte zijn wereld in één klap een stuk groter. Voor beiden was Jans handicap een non-issue, zegt Jeske. ‘Ze vielen voor de persoon. Of diegene liep of rolde, deed er niet toe.’ Na hun huwelijk stonden ze voor een dilemma, want het risico dat hun kinderen ook met osteogenesis imperfecta te maken zouden krijgen, was 50 procent. Ze kregen uiteindelijk vier kinderen, maar de eerste twee, de tweeling Samme en Jelte, overleden aan een meerlingcomplicatie. Samme leefde acht minuten, Jelte acht uur. Uit autopsie bleek dat ze géén brozebottenziekte hadden. Daarna kwamen Ivar en Jeske. Die laatste was de klos: ze erfde OI van haar vader. ‘We hebben daar vaak over gesproken’, zegt ze. ‘Ieder kind was welkom, was hun gedachte, met of zonder aandoening. Dat snap ik volledig. En mijn vader heeft een fantastisch leven gehad, mét OI.’ Gelijk is gelijk Jan zal ook herinnerd worden door de veelheid en diversiteit van zijn activiteiten. Te vele om op te noemen. Hij stond bijvoorbeeld aan de wieg van het congres Gelijk is gelijk. De plek waar belangenbehartigers, gemeenten en vele anderen ervaringen uitwisselden over de uitvoering van het VN-verdrag Handicap en zich lieten inspireren door goede voorbeelden. Hij riep de Broeder Tuck Award in het leven, een prijs voor mensen en organisaties die zich inzetten voor gelijkberechtiging. De prijs was bovendien een eerbetoon aan zijn (overleden) medestrijder van Terug naar de bossen, Jeroen Zwart. Jan was initiatiefnemer van Aparticipatie; hij legde verhalen vast van mensen die in instellingen waren opgegroeid en hij liet er tevens mee zien dat veel activisme daar zijn oorsprong had. Jan bleef ook nieuwe wegen zoeken om zijn verhaal te vertellen. Toen corona het leven platlegde, begon hij samen met de jonge documentairemaker Mari Sanders de vlog Troost & Sanders. Met en zonder gasten bespraken ze een keur aan onderwerpen en uiteindelijk ook het slechte nieuws van Jans naderende dood. Rolmodel en inspiratiebron voor velen Jan belichaamde van jongs af aan wat hij predikte. Hij liet zich niet wegstoppen. Hij was eigenlijk het vleesgeworden sociaal model. Hij moest en zou overal aan meedoen. En dat dat soms lastig was of niet lukte, lag niet aan hem maar aan de maatschappij! Het is dan ook geen wonder dat hij voor velen een rolmodel was. Hij inspireerde mensen met een beperking om hun stem te laten horen via acties, in de belangenbehartiging of politiek. En anderen kregen door zijn onverschrokkenheid en levenslust extra moed en de durf om te leven. Of zoals een oude bekende van Jan het verwoordde bij zijn afscheidsfeest, de Prematoriumparty: “Jij liet me zien dat ik er mag zijn.” Jan Troost heeft een grote invloed gehad op de gehandicaptenbeweging en is ook een grote inspiratiebron voor Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronische ziekte., waar zo’n 240 organisaties bij zijn aangesloten. Ieder(in) heeft – in overleg met Jan en zijn familie – het initiatief genomen om zijn nagedachtenis in leven te houden door een jaarlijkse Jan Troost-lezing in het leven te roepen. Deze lezing is bedoeld om bestuurders, beleidsmakers, voor- en tegenstanders te prikkelen en te inspireren om de strijd voor gelijkheid en gelijkwaardigheid verder te brengen. Afscheid in stijl Geheel in stijl heeft Jan zijn laatste weken doorgebracht met het nemen van regie over zijn naderende dood. Hij hield zijn honderden volgers op de hoogte van hoe het met hem ging via social media. Hij organiseerde op 22 april zijn Prematoriumparty in de Lindenberg in Nijmegen; want waarom zou je niet op je eigen uitvaart mogen komen! Vlak voor zijn overlijden op 16 mei 2023 liet hij zich als zelfbenoemd ‘activist tot in de kist’ nog één keer in een ambulance hijsen om naar het Binnenhof te reizen. Daar nam hij, liggend op een brancard, afscheid van de Kamerleden en drukte ze voor de laatste keer zijn boodschap voor inclusie op het hart. ‘En wel luisteren hè’, grijnsde hij. ‘Anders kom ik hier nog een paar keer flink spoken.’ Een lach, een traan, een gebalde vuist en een warm hart; dat was Jan ten voeten uit. Deze biografische schets is grotendeels overgenomen van drie In Memoria die na het overlijden van Jan Troost zijn verschenen. De eerste alinea is afkomstig van de VGN-website. Van wat daarop volgt is het merendeel overgenomen van de nagedachtenis op de website van Ieder(in), die daags na zijn dood werd gepubliceerd op 17 mei 2023. Uit de door Iwan Tol geschreven rubriek ‘Het eeuwige leven’ die op 22 juni 2023 in de Volkskrant verscheen, zijn nog enkele details over het gezinsleven aan het verhaal toegevoegd.
Publicatiedatum: 23-06-2023
Datum laatste wijziging :23-06-2023 |