|
Corrie Kersten (1939 - )ontwikkelingsstoornissen i.h.b. autisme,Icoon voor mensen met autisme; oprichtster Kinderhuis & Boerderij in Reek (NB), een unieke plek voor kinderen met autisme die na hun verblijf in een behandelsetting een thuis nodig hebben. Corrie Kersten is door haar levenslange pionierswerk een icoon voor mensen met autisme. Zij begon in Reek (Noord-Brabant, niet ver van Oss) een eigen kindertehuis. ’Kinderhuis Reek’ groeide en bloeide en trok veel kinderen met autisme aan. Zij woonde zelf in een boerderij dicht bij het kinderhuis en veranderde de boerderij in een woon-werkgemeenschap voor jongeren met autisme. Een thuis waar ze - indien nodig - hun hele leven konden blijven. Liefdevolle kindertijd Corrie’s vader kwam uit een oud schippersgeslacht en werd in 1876 geboren. Hij was schipper in hart en nieren. Als jongeman kocht hij een schip, trouwde en kreeg een zoon. Dit kind stierf op 11-jarige leeftijd en zes weken later stierf ook de moeder. Corrie’s vader bleef lange tijd alleen en hertrouwde op zijn 43ste met een veel jongere vrouw van 19. Ze trouwden direct na de Eerste Wereldoorlog en kregen 17 kinderen, waarvan twee kinderen slechts enkele maanden oud stierven. Corrie groeide op in een gezin van vijftien kinderen als nummer 13. Zij werd als laatste kind aan boord geboren. Toen de oorlog uitbrak, werd het schip gevorderd en werd het gezin in Rotterdam aan wal gezet. Na het bombardement verhuisden zij naar Oss. Ze vielen uit de toon in Oss, want ze waren schippers, droegen schoenen in plaats van klompen en spraken geen Brabants. De kinderen hadden een oude vader die altijd thuis was en er alleen maar was voor de pret. Corrie’s moeder zorgde voor alles, behalve voor de financiën. Zij had een vanzelfsprekend gezag en werd op handen gedragen door haar man. Ze was een hartelijke en lieve moeder. Ze had veel fantasie om het leven vrolijk te houden. Corrie en haar broers en zussen hadden een fijne jeugd. Het belangrijkste gevoel was geborgenheid en gezelligheid. De binding onder elkaar was sterk. De kleintjes keken uit naar de thuiskomst van de grote broers, allemaal schippers. Zij hadden spannende verhalen te vertellen, daar wilde niemand een woord van missen. Als iedereen thuis was, waren er niet genoeg stoelen en zaten de kleintjes op de grond. Een pienter, eigengereid meisje Leren was voor Corrie een feest. Op de lagere school was zij zes jaar lang de beste van de klas. Vanaf de zesde klas had zij al plannen om een kinderhuis te beginnen. Thuis lachten ze haar uit om die kinderlijke wens. Na de schoolkeuzetest zei de psycholoog dat zij een goede intelligentie had, maar dat hij nog nooit zo’n eigengereid kind had meegemaakt. Zij ging - zoals haar broers en zussen- naar de MULO en daar ging het mis. Zij verveelde zich en vond het te lang duren voordat zij iets leerde om een kinderhuis te beginnen. Voor de kleuteropleiding had ze echter het Mulodiploma nodig. Corrie’s moeder zorgde ervoor dat Corrie eerder toegelaten werd en vanaf die tijd was leren weer een feest. Zij haalde het diploma kleuterleidster en de hoofdakte. Na vijf jaar kleuterleidster ging Corrie naar de nieuwe school van het Pedologisch Instituut (P.I.) in Nijmegen, een wetenschappelijk instituut verbonden aan de universiteit. Het was 1962. Ze wilde pedagogiek gaan studeren naast haar werk. Op het P.I. ging een wereld voor haar open. Ze kreeg een kleuterafdeling onder haar hoede met zeven kinderen. Allemaal met ernstige gedragsproblemen. Ze leerde daar het kind met autisme kennen. Het waren allemaal kinderen die zeer intensieve begeleiding nodig hadden. Voor de zeer ernstig gedragsgestoorde kinderen was geen plaats. Die kinderen konden enkel terecht in wat toentertijd de ‘zwakzinnige zorg’ heette ondanks hun normale intelligentie. Corrie wilde voor die kinderen iets gaan doen. In die jaren begon er aandacht te komen voor autisme. Theorie of behandelmethoden waren er nog niet. Corries ontdekkingstocht langs instellingen leverde haar ideeën op voor een eigen methode, die ze ‘affectvol structureren’ noemde. Intussen volgde ze de opleiding MO pedagogiek, maar stopte met de opleiding toen ze met haar ‘eigen kinderhuis’ kon starten. Ze vond het geen probleem vlak voor de afronding van de opleiding te stoppen. In die drie jaar pedagogiek had ze ‘nooit een ding gehoord dat nuttig was voor haar toekomstplannen.’ Een eigen kinderhuis In 1966 reed Corrie als jonge vrouw van 27 jaar in een gehuurde auto vanuit Nijmegen naar Reek. Ze wilde kijken of een ruimte in een school aldaar geschikt was voor het starten van haar kinderhuis. Ze reed door een hek de binnenplaats op, maar bleef met haar auto steken. Corrie wist ‘veel van kinderen, maar niet van auto’s’ zei ze ooit en in plaats van achteruit te rijden, gaf ze nog eens flink gas naar voren. Een groepje Reekse mannen hebben haar met vereende krachten moeten ‘ontzetten’. Zo leerde de Reekse bevolking Corrie kennen. Ze kwam en ging niet meer weg! Het Kinderhuis Reek werd een orthopedagogisch behandelingstehuis voor kinderen van drie tot acht jaar met een normale intelligentie, maar met zeer moeilijk gedrag. Het was het enige behandelingsinstituut voor deze leeftijd in Nederland en zou dat vele jaren blijven. Het was een schot in de roos. Het Kinderhuis startte als particulier initiatief. Corrie zette het kinderhuis op en haar familie en vriendenkring hielp mee. Haar moeder verfde en naaide gordijnen en verfschortjes voor de kinderen. Zwagers regelden een lening en hielpen met de financiën. Het Kinderhuis werd financieel een gezond bedrijf, dat daarvoor complimenten kreeg van het ministerie. Andere familieleden met een onderwijsachtergrond werkten mee of vingen moeilijke kinderen als pleegkind in hun gezin op. Kinderhuis Reek was in de begintijd een ”Kersten gezin”, zoals in de musical bij het tienjarig bestaan van het Kinderhuis werd gezongen. In de begintijd werd het kinderhuis door de gemeente gefinancierd. De eerste verpleegprijs was f 20,- per dag. Corrie was bedreven in het aanboren van fondsen voor extra gelden. De eerste groep bestond uit negen kinderen. Een kinderarts, een neuroloog, een psycholoog, een stafarts en enkele therapeuten werkten op uurbasis mee. Zij kwamen van instellingen en het ziekenhuis in de omgeving. De groepsleiding en mensen van de civiele dienst waren in dienst en werden betaald vanuit de verpleeggelden volgens de toen gangbare tarieven. Dag en nacht aanwezig Corrie was dag en nacht aanwezig en deed die eerste tijd zelf de slaapdiensten. Ze was directeur, groepsleidster, maatschappelijk werkster, orthopedagoog in één. Al gauw kwamen er meer kinderen dan geplaatst konden worden. Voor kinderen met hoge urgentie was er altijd plek. Er kwamen stapelbedjes en alle hoeken en gaten van het huis werden gebruikt. Naarmate het aantal kinderen groter werd, verruimden de uren van de staf en therapeuten. De pedagogische begeleiding en het contact met de ouders heeft Corrie vele jaren zelf op zich genomen. Na anderhalf jaar kwam de inspecteur volksgezondheid op bezoek om te kijken of dit huis voldeed aan de eisen van de toentertijd nieuwe wet, de AWBZ. Hij vond van niet en liep de deur uit. Corrie blokkeerde de buitendeur en zei dat hij niet zomaar weg kon lopen zonder te vertellen waarom het Kinderhuis gesloten moest worden. Het werd een lang gesprek en uiteindelijk wilde de inspecteur er opnieuw naar kijken. Het Kinderhuis zou wel eerst een stichting moeten worden. Hij suggereerde de plaatselijk notabelen en winkeliers te benaderen voor het stichtingsbestuur. Dat pikte Corrie niet; zij had iets anders voor ogen en nam contact op met de toenmalige staatssecretaris. Die zorgde ervoor dat zijn vriend, de economisch directeur van de psychiatrische instelling Coudewater zich aan het bestuur van het Kinderhuis Reek verbond. Hij zou 11 jaar voorzitter van de stichting blijven. Toen het Kinderhuis een stichting werd, kwamen alle medewerkers in dienst van de stichting. Begin jaren zeventig werd een semipermanent kinderhuis gebouwd met plek voor 45 kinderen en vier gezinshuizen. Een gezinshuis nam, naast hun eigen kinderen, vijf kinderen in huis. Na behandeling, die gemiddeld zo’n drie jaar duurde, gingen deze kinderen terug naar huis of naar een pleeggezin. Voor wie dat niet haalbaar was, werd een plek in een orthopedagogisch instituut voor verdere behandeling geregeld. Unieke positie Corrie trok 28 jaar de kar. Kinderhuis Reek groeide uit tot het enige instituut in Nederland waar kinderen vanaf 3 jaar terecht konden voor behandeling en zou deze unieke positie jaren houden. Kinderen met extreem moeilijk gedrag kwamen terecht in Reek. In die tijd was autisme amper bekend. Er waren nog geen dagverblijven en zeker geen praktische pedagogische thuishulp. Leo Kanner, een Oostenrijks - Amerikaanse psychiater, beschreef als eerste de aandoening autisme. Naarmate er meer kennis kwam van autisme en er lichtere vormen bekend werden, kwam de term autistisch spectrum in zwang. In de praktijk van het Kinderhuis ontwikkelde Corrie de methode ‘affectvol structureren’. Dat was haar reactie op de veel te ingewikkelde behandelplannen. Volgens haar is het belangrijkste, dat de behandeling van het kind bestaat uit: positieve nabijheid, overzicht bieden en waar het kind het zelf niet kan, grenzen stellen: ‘Onze bewoners zijn zoals ze zijn. We hebben respect voor wat ze wel kunnen en proberen ze een zo volwaardig mogelijk leven te geven. Daarbij bieden we structuur en nabijheid. Vroeger dacht men nog dat autisme te genezen was, nu weten we beter: autisme blijft, maar door een juiste behandeling en een aangepaste omgeving kunnen mensen met autisme heel goed functioneren. Ik ben het op mijn eigen manier gaan doen, met volledige acceptatie van hun bijzondere gedrag.’ Voor een bepaalde groep bleek verdere behandeling een groot probleem. Het waren de kinderen met autisme met normale intelligentie en zeer moeilijk oninvoelbaar gedrag, meestal gebaseerd op angst. Corrie wilde iets anders voor hen doen. Ze wilde voorkomen dat deze kinderen in een gesloten instelling terecht kwamen. De Boerderij In 1981 startte Corrie op 42-jarige een vervolggroep met vijf kinderen in haar eigen huis, een boerderij niet ver van het Kinderhuis. De nieuwe groep viel onder het kinderhuis. In een sfeer van nabijheid en structuur en met individuele begeleiding kwamen deze kinderen tot verdere ontwikkeling. Het behandelingsplan was kort en krachtig: affectvol structureren. Omdat het duidelijk zijn vruchten afwierp, werden meer kinderen op de Boerderij geplaatst die gebaat waren met deze vorm van zorg. Daarmee was de Boerderij het eerste verblijfhuis in Nederland. De Boerderij werd gefinancierd door het Kinderhuis. De eerste kinderen konden zo nog een hele tijd onder het Kinderhuis vallen. Maar daar kwam een einde aan. De Boerderij moest zelfstandig verder. Stichting de Boerderij werd opgericht met een deskundig en betrokken bestuur. De Boerderij werd voortaan gefinancierd met PGB-gelden (Persoons Gebonden Budget). Er volgde een zeer stabiele tijd. De eerste bewoners zijn er nu nog steeds. Zij vinden een woonplek op of bij de Boerderij én een dagbesteding op de Boerderij of in het dorp Reek. De Boerderij beschikt over een gezellige, uitnodigende kamer en daarnaast heeft iedere bewoner een klein appartement waarin ze zich terug kunnen trekken als ze de prikkels van de groep niet aan kunnen. Een oplossing, die veel belangstelling kreeg vanuit andere instellingen. Bewoners vullen ieder op een eigen manier hun dag zinvol in. Ze zijn niet steeds bezig met aanleren van vaardigheden, maar genieten van wat ze wel kunnen. Sommigen op de Boerderij en anderen in het dorp. Er is een grote crea zolder, waar een creatief therapeute begeleiding geeft. Anderen werken in de grote tuin of zorgen voor dieren. Weer anderen zijn handig met de computer of koken voor de groep. Sommige bewoners werken mee in het dorp bij de biologische groenteboer, de geitenboerderij, de kantine van de voetbalclub of bij de soos voor ouderen. Het is vrijwilligerswerk en de bewoners kunnen ermee stoppen als ze er geen zin meer in hebben. Voor een tweede keer zette Corrie een nieuwe voorziening neer. Om haar heen zocht ze mensen die met haar samen, haar manier van begeleiden van kinderen wilden uitvoeren. Dit waren kleuter/groepsleiders, die vaak uit grote gezinnen kwamen, kleine middenstanders, boeren- of schipperskinderen en die van aanpakken wisten. Corries enthousiasme was aanstekelijk. Ook al werkte Corrie mee, ze was geen gewone collega. Ze was de directrice, ze was van alles op de hoogte, zat er dicht op, zag en hoorde alles. Ze was een autoriteit, ze wilde het beste voor de kinderen en keek heel goed wie van haar medewerkers waar geschikt voor was. Ze was geïnteresseerd in het wel en wee van haar personeel en zorgde voor hen, ook voor woonruimte. Als mensen elders gingen werken, bleef er contact. Als deskundige en wijze vrouw bleef Corrie hen steunen met raad en daad en was voor velen een ‘werkmoeder’. Moeizaam afscheid Op 55-jarige leeftijd nam Corrie afscheid van het Kinderhuis om meer ruimte te krijgen voor de Boerderij. Enkele jaren later werd het Kinderhuis Reek overgenomen door de Koraalgroep, een grote jeugdzorg instelling in Zuid-Nederland. Op 66-jarige leeftijd droeg Corrie vanwege ernstige gezondheidsproblemen het stokje voor de Boerderij over aan GGZ Oost Brabant. De Boerderij werd ingelijfd als een eigenstandige groep in het grote geheel. Om de identiteit van de Boerderij te behouden werd het bestuur omgezet in een Adviesraad. Het werd anders, formeler maar de Boerderij is nog steeds een uniek huis met zorg op maat voor alle bewoners. Corrie bleef nauw betrokken bij de gang van zaken. In februari 2019 werd Corrie tachtig. Een mooie leeftijd om af te bouwen vond zij. In maart van dat jaar kreeg ze een appartement in Oss met het voornemen om in augustus 2019 voor goed afscheid te nemen. Dat afscheid moest geleidelijk aan gebeuren, want de eerste bewoners wonen al 40 jaar in haar huis. Deze afbouw stagneert door de onzekerheid over de toekomst. Op 17 april 2019 kwam in de avonduren een telefoontje van GGZ Oost Brabant: ‘De bedden voor autisme verhuizen naar Padua, weg uit Reek.’ Corrie hierover: ‘Wat er toen gebeurde is onbeschrijfelijk. Ouders en bewoners volledig in paniek, ik had alleen maar een gevoel van ongeloof. Bijna veertig jaar hebben we waargemaakt dat het kan: wonen buiten het grote psychiatrische terrein. Dat wilde de overheid toch? We zijn een schoolvoorbeeld dat het inderdaad mogelijk is. En de bewoners? Volledig opgenomen is het dorp. Na zoveel jaren mag je dit toch niet afnemen?’ Er ontstond veel onrust bij bewoners en medewerkers. Een aantal medewerkers heeft voor zekerheid gekozen en zijn of gaan weg. Opnieuw was Corrie’s aanwezigheid nodig. In 2020 ontstond de mogelijkheid dat het Regionaal Autisme Centrum (RAC) te Helmond de Boerderij over zou nemen. Het ziet er daardoor naar uit dat het levenswerk van Corrie behouden blijft. Gelukkig!! Met dank aan Corrie Kersten, Petra Bouman en Maria de Groot. |