Eén van de eerste migrantenvrouwen die aan de slag ging in de vrouwenopvang; pionier van de steunpunten huiselijk geweld en van de systeemgerichte aanpak en focus op eer.
* * *
Op de kop af 30 jaar heeft ze in de vrouwenopvang gewerkt als ze in 2020 met pensioen gaat. Cecilia Pérez
Yáñez is 35 als ze in 1989 start in het Blijf van m’n Lijfhuis Zaanstad. Gedurende haar loopbaan is de aanpak
van huiselijk geweld drastisch veranderd waarbij Cecilia aan de wieg heeft gestaan van veel ontwikkelingen.
Haar persoonlijke ervaringen en professionele ontwikkeling kenmerken zich door verbinding,
doorzettingsvermogen en niet aflatende motivatie om zich in te zetten voor een maatschappij zonder geweld.
Interne vluchtelingen
De van oorsprong Chileense Cecilia komt in de jaren ‘70 naar Nederland. In Chili werkte ze als operatie-
assistente. In Zuid-Amerika werkte ze voor de United Nations High Commissioner for Refugees, in Belize
zette ze het vluchtelingenwerk op voor mensen die uit Guatemala, El Salvador en Nicaragua wegtrokken.
Gevlucht voor een dictatoriaal regime, wijdt ze zich in Nederland aan het helpen van vrouwen – en gaandeweg
gezinnen - die te maken hebben met huiselijk geweld.
Als haar buitenlandse diploma’s in Nederland niet erkend worden, kiest ze voor de studie Maatschappelijk
werk. Ze wil werken met wat zij ‘interne vluchtelingen’ noemt: vrouwen op de vlucht voor partnergeweld. Ze
begint als vrijwilligster in Blijf van m’n Lijf Zaanstad.
Cecilia is één van de eerste migrantenvrouwen werkzaam in de vrouwenopvang. Ze wordt al snel actief op
regionaal en landelijk niveau. Ze vertegenwoordigt de vrouwenopvang in het Komitee Zelfstandig
Verblijfsrecht Migrantenvrouwen en zit in het Landelijk Vrouwenopvangoverleg waar gezamenlijk beleid wordt
gemaakt. In 1989 krijgt ze een betaalde baan als ‘vrouwenwerker met coördinerende taken’. In alle functies
die ze zou vervullen, combineert Cecilia altijd directe hulp met deskundigheidsbevordering en het op de
agenda zetten – en houden - van de problematiek rondom huiselijk geweld.
Pionieren
In 1999 maakt Cecilia de overstap naar Blijf Groep: daar worden nieuwe, meer preventieve vormen van hulp
ontwikkeld. “Daar wilde ik bij zijn. Ik wilde iets nieuws, ook mensen helpen die niet naar ons toe kwamen en
meewerken aan het maken van nieuwe methodieken.” Ze wordt één van de pioniers van de Steunpunten
Relationeel Geweld: in Amsterdam-Oost spreekt ze vrouwen die willen dat het geweld stopt, maar die niet per
se hun relatie willen beëindigen. Ze gaat in gesprek met hun mannen en met andere familieleden: een grote
verschuiving in de aanpak van partnergeweld. In een interview uit 2010 zegt ze daarover: “Ik zag in het Blijf-
van-mijn-lijfhuis vrouwen vaak vrij snel weer terug naar huis gaan. Ik vroeg me dan af wat er met hen en hun
kinderen gebeuren zou.” De eerste twee maanden kwam er nauwelijks iemand bij het steunpunt: “Toen zijn we
voorlichting gaan geven bij hulpverleningsinstellingen. Na drie maanden liep het storm.” Verbondenheid met
instellingen in de wijk blijkt essentieel. En het is nodig om taboes en mythes rondom huiselijk geweld te
doorbreken.
Aan de wieg van de Oranje Huis Aanpak
In het project Begeleide terugkeer ontwikkelt ze met twee collega-maatschappelijk werkers de eerste
systeemgerichte aanpak in het stoppen van het geweld. Het wordt later de basis van de Oranje Huis-aanpak
waarin contact met de (ex-) partner de standaard werkwijze is. In een interview zegt Cecilia hierover: “Ik heb
in de loop der jaren gezien dat huiselijk geweld niet zo zwart-wit is als we denken. Ook vrouwen kunnen een
aandeel in het geweld hebben. Ze zijn bijvoorbeeld gericht op negatieve aandacht. (…) Bij huiselijk geweld
moet je het hele systeem aanspreken, en dus niet alleen de vrouwen ondersteunen.”
Zusterschap met Managua
Haar ervaring deelt ze ook internationaal. Op haar initiatief gaan het Nicaragua Comité en Blijf Groep een
meerjarig ‘zusterschap’ aan om lokale vrouwen te ondersteunen een opvanghuis in Managua te realiseren.
Tussen 2000 – 2005 verblijft Cecilia jaarlijks een aantal weken in Nicaragua om vrouwen te trainen en
coachen in het opzetten en runnen van een opvanghuis. De eerste maal betaald, in de jaren erna investeert ze
veel eigen tijd en staan haar vakanties in het teken van kennisoverdracht en solidariteit. Later geeft ze
trainingen aan vrouwenorganisaties in Indonesië en Zuid-Afrika.
Eergerelateerd geweld
In 2008 wordt Cecilia zorgcoördinator van het Amsterdamse Meldpunt Eergerelateerd Geweld. Door haar
eigen geschiedenis op twee continenten, haar werk met vluchtelingen en de jarenlange ervaring in het werken
met mensen met uiteenlopende culturele, religieuze en sociale achtergronden heeft zij een grote culturele
sensitiviteit en kennis van verschillende normenstelsels ontwikkeld. Ze is een netwerker pur sang, en niet
bang om aan iets nieuws te beginnen. Daarom is zij bij uitstek geschikt om de werkwijze op een toen vrij
nieuw terrein handen en voeten te gaan geven: “Ik kwam het zo vaak tegen, ik had er oog voor, het boeit me.
Eergerelateerd geweld moet je op een heel andere manier oppakken. Je moet samenwerken om familie en
slachtoffer weer bij elkaar te brengen, met het doel naar elkaar te luisteren.”
Oog voor ieders normen en waarden
Cruciaal volgens Pérez Yáñez is dat je als hulpverlener op hetzelfde niveau met de betrokkenen kunt praten.
“Dan is het noodzakelijk om op de hoogte te zijn van de waarden en normen binnen de cultuur. Je kunt niet
aankomen met: ‘Hier in Nederland doen we dat anders’. Dan krijg je geen enkele informatie.” In de loop der
jaren spreekt zij – met haar collega’s - met honderden families. Het is een kwestie van langzaam contacten
opbouwen, vindt zij: “Als we hier een slachtoffer van eergerelateerd geweld binnenkrijgen begin ik meestal
met het vragen van een telefoonnummer van een goedgezind familielid. Wanneer je eenmaal contact hebt
met de familie, is het zaak om uit te vinden wie gezag heeft”. En als het niet lukt om goed in gesprek te komen
of de situatie blijft te onveilig, dan wordt er nauw samengewerkt met politie en andere partners in de keten.
Impact van haar werk
De liefde voor haar vak én de vrouwen waar ze voor werkt hebben gemaakt dat Cecilia haar werk altijd met
plezier gedaan heeft: “En ik heb altijd de vrijheid gekregen om te pionieren. “
Zelf vindt ze dat haar belangrijkste bijdrage ligt in de strijd tegen geweld. “Ik heb altijd geloofd dat mensen in
staat zijn om conflicten anders aan te gaan dan met geweld. Als je ze maar bewust maakt hoe patronen
werken.”
Hoewel haar eerste zorg altijd directe hulp aan cliënten is, speelt Cecilia Perez een belangrijke rol in het
doorgeven van haar kennis en ervaring. Om taboes rond huiselijk geweld te doorbreken, om de stem van
migrantenvrouwen op de kaart te zetten en om bekendheid te geven aan de specifieke aanpak bij
eergerelateerd geweld. Cecilia is een graag geziene spreker op conferenties. Zo spreekt ze in 2019 op het
landelijke congres De voortdurende actualiteit van eergerelateerd geweld, en verzorgt ze in 2015 een
workshop op de 3e World Conference of Women’s Shelters. Het werk dat ze in Nicaragua deed, heeft een
speciaal plekje in haar hart: “Het was zo waardevol dat ik mijn ervaring hier ook daar kon inzetten. En
omgekeerd bracht ik ervaringen mee terug om te delen met mijn collega’s hier. Die wisselwerking was
belangrijk. Ik voel me gezegend dat ik dat mocht doen!”
Publicatiedatum: 13-03-2020
Datum laatste wijziging :02-06-2020
Auteur(s): Essa Reijmers,