1996 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen
Van bevelshuishouding naar medezeggenschap van cliënten
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Hans van der Kolk en Tom de Meij zijn beide pioniers in de belangenbehartiging van cliënten in beschermd en begeleid wonen. Zij hebben allebei een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van een bevelshuishouding, waarin directie en begeleiding de dienst uitmaken naar vormen van medezeggenschap en waarin de stem van cliënten klinkt. De LPR (Landelijke Patiënten en bewonersraden) ontwikkelt zich vanaf 1981 als landelijke organisatie naast Pandora en de Cliëntenbond. Drie organisaties die hun voedingsbodem vinden in de democratiseringsbeweging uit de jaren zeventig. De LPR wil vooral in de instellingen in de geestelijke gezondheidszorg het belang van patiënten, dan wel cliënten of bewoners behartigen en hun positie in het beleid verstevigen. In 1985 krijgen de psychiatrische ziekenhuizen en stichtingen die woonvormen beheerden een wettelijke plicht om patiënten- en bewonersraden te helpen oprichten. Uit 1988 stamt al het wetsvoorstel ‘democratisch functioneren zorginstellingen’ wat pas in 1996 tot een wet leidt. Veel evaluaties en bijstellingen later is een centrale rol nog steeds niet gerealiseerd. Dat is de conclusie van Hans van der Kolk en Tom de Meij, twee hoofdrolspelers door de jaren heen. Zij denken ook met weemoed en enthousiasme terug aan hun begintijd. (Zie Extra).

Rust, ledigheid en weinig inspraak
Tom de Meij komt in 1985 in dienst van de LPR als eerste medewerker voor beschermd wonen. Voor de 120 bestaande woonvormen zijn er op dat moment slechts drie bewonerscommissies of bewonersraden. In 1986 formuleren de LPR en de NVBW (Nederlandse vereniging voor beschermd wonen) een ‘Rapport inzake een regeling voor bewonersraden in beschermende woonvormen’. Op basis van deze regeling laat Tom de Meij zich uitnodigen door de directie/het management van de lid instellingen van de NVBW “om kennis te maken”. Hij kan zich zo een beeld vormen van de praktijk in het land op dat moment. “Soms stond de deur open, maar soms ook niet”, zo herinnert hij zich. “Het is in de beginjaren vrij slecht gesteld met de inspraak van bewoners”.
Hans van der Kolk begint zijn activiteiten in 1992. Hij herinnert zich de scholingsbijeenkomsten van de LPR in conferentiehotel Huize Olaertsduyn in Rockanje. Hans is dan lid van de bewonersraad van de Queridostichting, voorloper van het huidige HVO-Querido. Hij combineert belangbehartiging in eigen woonvorm met een rol in het bestuur van de LPR en met lobby in politieke kringen in Amsterdam en Den Haag.
Tom de Meij: “Veel bewoners komen uit verblijfsafdelingen van psychiatrische ziekenhuizen. Hier geldt als uitgangspunt: met zo weinig mogelijk middelen zoveel mogelijk patiënten huisvesten; buiten de bewoonde wereld, in de bossen, prikkelarm en orde en rust handhaven.”
Het leven in een beschermende woonvorm deed weinig beroep op bewoners zelf; veel zitten en roken, veel medicatie, weinig doen en veel ledigheid.
In het rapport ‘Een keten van lege zondagen’ op basis van onderzoek (2001) door het Trimbos instituut wordt een beeld geschetst van het saaie leven in de verblijfsafdelingen van de psychiatrische ziekenhuizen. Dat beeld geldt onverkort voor de beschermende woonvormen in die tijd.
Hans van der Kolk herinnert zich dat “begeleiders ongevraagd binnenlopen in je woonruimte. Veel wordt van bovenaf geregeld voor cliënten. Ik noemde dat vaak bevelshuishouding. Pas langzamerhand is er steeds meer medezeggenschap ontstaan”. Het lukt de LPR om een kerngroep van actieve leden van cliëntenraden en/of bewonerscommissies uit het land te vormen en de deskundigheid te bevorderen door scholingsdagen te organiseren. Het aantal cliëntenraden neemt gestaag toe. In 1996 heeft iedere RIBW een cliëntenraad.

Meer rechten en betere positie
Centraal in het beleid van de LPR blijft het streven naar medezeggenschap in het beleid en verbeteren van de rechten van cliënten/bewoners. Mijlpaal voor de LPR is de totstandkoming van de WMCZ (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen) in 1996. Voor de interpretatie van deze en volgende wetgeving blijft de LPR zich inzetten. Nieuwe wetgeving zoals de komst van de WMO (2007) en de nieuwere versie met een bepalende rol van de gemeente in 2015 maakt dat ook nodig.
Hans van der Kolk verovert langzamerhand binnen de HVO-Queridostichting een positie om voor bewoners verbeteringen te helpen realiseren. Hij vindt het ook een uitdaging om met politici contacten te leggen. Tom de Meij: “Zulke contacten van bewoners boden mij ingang om in ‘Den Haag’ te regelen dat bijvoorbeeld ook bewoners van beschermende woonvormen recht konden doen gelden op de ‘zakgeldregeling’, waardoor bewoners meer te besteden kregen”.
Voor de Tom de Meij is het steeds zoeken naar de juiste vorm om de belangen van bewoners effectief te behartigen: ”Lang niet alle cliënten waren geïnteresseerd of in staat op te komen voor wensen of belangen of beleidsnota’s te lezen. Zij waren zeker wel geïnteresseerd als het een direct belang betrof. Ik herinner me een verhuizing van een woonvorm uit de Amsterdamse binnenstad naar een nieuwe woonvorm in De Bijlmer. Tot die tijd gaat zo’n verhuizing vaak over de hoofden van cliënten heen. De cliëntenraad heeft toen met steun van de LPR de inbreng van cliënten ingebracht.”
Hans van der Kolk benadrukt: “Door de organisatie van de zorg vereist het veel vaardigheden van een belangenbehartiger om ook vanuit ‘de organisatie’ te denken en ‘continuïteit in de afspraken over het beleid’ te garanderen. Het is ook een hele kunst om beleidsvoorstellen te vertalen naar cliënten om zo een goed advies te kunnen formuleren. Maar die vaardigheden zijn wel nodig”.

“We hebben nog niet een echt thuis”
Hoe staat het er nu voor met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten? Hans van der Kolk ziet wel verbeteringen, maar is nog niet tevreden. “Het huidige systeem legt veel nadruk en verantwoordelijkheid bij individuele cliënten. Niet meer in ‘tehuizen’, maar voor ieder een kamer in een eengezinswoning of een geheel eigen ruimte. Iedereen kan veel meer zijn eigen gang gaan. ‘Huiskamerbijeenkomsten’ komen steeds minder voor. Cliënten hebben ook als individu meer invloed, zijn geëmancipeerder en de kwaliteit van de huisvesting is verbeterd. Tegelijkertijd dreigt nu toenemende eenzaamheid. Het systeem waarin zorg geboden wordt, beperkt nog steeds de mogelijkheden en capaciteiten die cliënten wel hebben. Veel wet- en regelgeving en methoden van begeleiding en huisvesting sluiten meer aan bij het beleid van de organisatie, maar minder bij de beleving van cliënten”.
Hij constateert “wij wonen in een woning maar zijn er nog steeds niet echt thuis”. Tom de Meij: “De herstelbeweging streeft naar erkenning van ervaringskennis naast wetenschappelijke en professionele kennis. Dat heeft er nog niet toe geleid dat de regie voor de zorg- en leefomgeving echt in handen van cliënten is. En nog steeds is verbetering van de rechtspositie van cliënten geboden”.

Publicatiedatum: 20-03-2024
Datum laatste wijziging :20-03-2024
Auteur(s): Martin van het Klooster,
Verwante vensters
Extra Hans van der Kolk organiseert in 1993 dat Hans Simons, staatssecretaris van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur van 1990 tot 1994) op een locatie van HVO-Querido zijn beleidsnota “Onder Anderen” presenteert. Hij maakt in 1995 indruk op Erica Terpstra, staatssecretaris van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur van 1994-1998) met zijn toespraak op een congres van de Queridostichting. Terpstra laat daarop in een brief aan hem weten dat zij zijn uitspraak dat “de begeleiding niet luistert naar de mening van cliënten voor haar betekent dat er geen enkele reden was om “zelfgenoegzaam achter over te leunen. We moeten alle partijen blijven stimuleren de zaken gezamenlijk aan te pakken”.

Van LPR tot LOC Zeggenschap in zorg
Tom de Meij heeft ook bij opvolgers van de LPR gewerkt en was tot 2015 plaatsvervangend directeur van LOC Zeggenschap in zorg, Het LOC ondersteunt en adviseert de cliëntenraden en andere en medezeggenschapsorganen in de zorg. Het LOC is vooral gericht op verdere vernieuwing van de zorg. Het LOC informeert en beïnvloedt ook nu beleidsmakers en bestuurders met alle informatie en signalen die het ophaalt uit contacten met en onderzoek inde medezeggenschap en de vernieuwingsbewegingen. In 2024 is de evaluatie van de WMCZ (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen) nog steeds een belangrijk speerpunt.
Tom de Meij is in 2024 lid geworden van de raad van toezicht bij Pameijer in Rotterdam, op voordracht van de cliëntenraad sociale psychiatrie.
Hans van der Kolk is in 2024 vicevoorzitter geworden van de centrale cliëntenraad van HVO-Querido.
Literatuur
  • Externe link B. van Wijngaarden; M.Bransen; J.Wennink (2001), Een keten van lege zondagen.  Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Trimbos Instituut
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste