1971Jan Foudraine: wie is van hout... Anti-psychiatrie en gekkenbeweging
Ook binnen de psychiatrie waart de geest van de zestiger jaren. Er wordt gepleit voor een meer humane benadering van opgenomen patiënten. De grootschalige campussen waar patiënten buiten de samenleving gehouden worden krijgen minder steun. Het boek Wie is van hout... van Jan Foundraine is in die ontwikkeling een ijkpunt. Het werd na publicatie in 1971 door bijna iedere werker in de psychiatrie gelezen, en uiteindelijk in meer dan 200.000 exemplaren verkocht, later in het Engels en Duits vertaald. Foudraine omschrijft het boek als een gang door de psychiatrie en doet er verslag in van zijn vijf jaar werken in de Chestnut Lodgekliniek in de Verenigde Staten, bij Frieda Fromm-Reichmann. Hij argumenteert dat de klassieke psychiatrie een patiënt veel te sterk tot zijn ziekte herleidt. Iemand met schizofrenie wordt zo al snel een schizofreen, alsof alle andere aspecten van de persoon er niet meer toe doen. Foudraine en anderen stellen ook het medische model ter discussie. Het echte menselijk contact zou meer bereiken dan pillen of elektroshocks. Foudraine beschrijft daarvoor onder meer de situatie van Karel, die al jaren niet meer gepraat had. Tot Foudraine er in slaagt terug menselijk contact op te bouwen, en hij aan het praten gaat.
De invloed van diverse psychosociale vormen van behandeling wordt groter, ook binnen de muren van de inrichting. De witte jas wordt afgeschaft, er worden vraagtekens gezet bij het gebruik van elektroshocks en de ouderwetse hiërarchische structuren binnen de instellingen worden ter discussie gesteld (Erwin Goffman: totale instituties). De film One flew over the cuckoo’s nest met Jack Nicholson in de hoofdrol brengt schitterend in beeld wat men fout achtte in de oude vorm van psychiatrie.
Anti-psychiatrie is de overkoepelende term, die deze tegenbeweging omschrijft. Ronald Laing (Gezin en waanzin), David Cooper (Villa 21) en Thomas Szasz (Waan van de waanzin) zijn de belangrijke woordvoerders van de beweging. In Italië en Engeland worden psychiatrische inrichtingen afgeschaft. In Vlaanderen was er de psychiater Steven de Batselier met zijn alternatief therapeutisch centrum ‘Passage 144’ in Leuven. De democratische psychiatrie (Franco Basaglia) wordt populair in Nederland: voorbode van de zogenaamde vermaatschappelijking in latere jaren.In Nederland start een beweging in de richting van meer ambulant werken, tussenvoorzieningen, vormen van beschermd wonen. Kees Trimbos had een belangrijke rol in het openbreken van de intramurale psychiatrie in Nederland.
De kritiek werd niet alleen geformuleerd door artsen en deskundigen, ook patiënten en hun familie lieten van zich horen. In 1964 ontstaat de stichting Pandora als belangenbehartiger van cliënten in de psychiatrie. Vanaf 1974 kregen ze ruime bekendheid met de campagne Ooit’n normaal mens ontmoet? en..., beviel’t?.
Er ontstaat een ’psychiatrische tegenbeweging’, waarin de Cliëntenbond een vooraanstaande rol speelt. Zo ontstaat er vanuit belangenbehartiging en onderlinge ondersteuning steeds meer kritiek op de gevestigde psychiatrische orde in. In 1973 verscheen het eerste nummer van de Gekkenkrant, met onder meer Geert Mak als redactiemedewerker. In 1975 wordt de eerste dag van de psychiatrie georganiseerd, voorloper van de huidige jaarlijkse week van de psychiatrie.
Jan Foudraine bekeert zich later tot de beweging van Bhagwan en wordt diens woordvoerder in Nederland. Hij draagt dan de naam Swami Deva Amrito. Kees Trimbos leeft verder als naamgever van het Trimbos-instituut.
Zowel de anti-psychiatrie uit de jaren zeventig als de opkomst van de cliëntenorganisaties in de psychiatrie hebben een belangrijke en duurzame invloed gehad. Psychiatrie is er menselijker op geworden, en meer zichtbaar in de samenleving. Tegelijk is er wel opnieuw kritiek op het veelvuldig gebruik van medicijnen, net als in de jaren zeventig.
Jan Foudraine overleed op 26 februari 2016. Hij is 87 jaar geworden.
Publicatiedatum: 20-06-2009
Datum laatste wijziging :30-05-2024
Auteur(s): Jan Steyaert,