1962Mies Bouwman en fondsenwerving modernisering Nederlandse filantropie
Driiiing. Zaterdagmiddag, de deurbel gaat. Een dame van het kinderkankerfonds die balpennen verkoopt om middelen te werven voor hun werking. Jaarlijks in de loop van mei word je overspoeld door mails van collegas of vrienden die meedoen met Alpe d’HuZes. In 2011 haalden ze samen 20 miljoen op voor kankeronderzoek. Geen idee hoeveel de dame met haar balpennen binnenhaalt.
Het zijn maar een paar voorbeelden van acties die in de voetsporen treden van de beroemde, ja iconische televisieactie Open het dorp van de AVRO, met Mies Bouwman (1929 -2018) als super enthousiaste presentatrice. Op 26 en 27 november 1962 presenteerde zij een televisiemarathon van 24 uur lang om geld in te zamelen voor een woongemeenschap voor wat toen nog gehandicapten heetten. Daarvoor was de AVRO benaderd door Arie Klapwijk, toen geneesheer-directeur van de Johanna Stichting, een organisatie die zich inzette voor de revalidatie van kinderen met een lichamelijke beperking. Rond 1960 ontstond het plan om in de buurt van de vestiging van het revalidatiecentrum van de stichting in Arnhem een dorp te stichten speciaal voor minder-validen met een blijvende handicap. De AVRO zou hiervoor aanvankelijk een radio-actie op touw zetten (dat was toen de gebruikelijke manier), maar het plan groeide en verplaatste zich naar de televisie (daar was het nog niet eerder vertoond), waar dan ook maar meteen het 20-uurs-record uit de Verenigde Staten overtroffen moest worden. Mies Bouwman en Arie Klapwijk riepen de bevolking op om geld in luciferdoosjes te doen en deze in te leveren bij de dichtsbijzijnde benzinepomp. Dat leverde, zo bleek tijdens de uitzending,zes miljoen gulden op. Uiteindelijk bracht de actie (omgekend naar huidige waarde) ruim 10 miljoen euro op. Het dorp werd ook gebouwd, bij Arnhem. Ondertussen is het onderdeel van Siza.
Recent werd beslist dat het hele dorp heringericht wordt. Het denken over zorg voor mensen met een beperking (zoals ze nu heten) is immers gewijzigd. We zetten ze niet meer apart bij elkaar in een reservaat. (De Nederlandse Vereniging
van Huisvrouwen organiseerde in de beginjaren van `het dorp` zelfs uitstapjes, wat snel `aapjes kijken` werd). Nu wordt er gezocht naar zo lang mogelijk zelfstandig en in eigen omgeving wonen.
Sociaal werk en de verzorgingsstaat bestaan niet alleen dankzij de middelen die zij toebedeeld krijgen van de overheid, maar ook van filantropie, van wat burgers en bedrijven hen geven via giften, via nalatenschappen, via sponsoring of goededoelenloterijen. Filantropie bestond natuurlijk al voor de verzorgingsstaat, zoals in de vorm van de Maatschappij tot nut van ’t algemeen, maar blijft nu nog parallel aan die verzorgingsstaat bestaan.
Sinds 1995 verschijnt elke twee jaar de publicatie Geven in Nederland, een overzicht van hoe het er voor staat met filantropie. Wellicht kan de recentste editie op meer belangstelling rekenen dan de voorgaande, gegeven een overheid die stevig bezuinigt op onder meer de culturele en sociale sector. Het aanspreken van andere inkomstenbronnen die niet via de overheid lopen is dan een strategie om de pijn te verzachten.
Of die strategie veel kan betekenen moeten we echter nog maar afwachten. Want de schattingen over de jaren heen laten zien dat geven op ongeveer 0.8% van het bruto nationaal product stabiel blijft, en dat maatschappelijke en sociale doelen slechts zo’n 10% van het totale giftenbudget toebedeeld krijgen. Religie, sport/recreatie en gezondheid (kanker!) zijn de populairste doelen. Bovendien liet het onderzoek zien dat de meeste respondenten niet van plan zijn meer te gaan geven als de overheid bezuinigt!
Naast de vele cijfers en analyses die er gemaakt worden over wie geeft via welk kanaal en voor welk doel is er een duiding nodig van het fenomeen filantropie ten opzichte van de verzorgingsstaat. Want gaat het nu bij filantropie om een welkome aanvulling op datgene wat de overheid doet, of is het een hardnekkige echo uit een tijdperk waarin we die verzorgingsstaat nog niet hadden? Wat zijn argumenten om bepaalde elementen via de overheid te organiseren en te financieren, en waarneer moeten we activiteiten in de filantropische sfeer laten? In welke omstandigheden vullen verzorgingsstaat en filantropie elkaar aan? Het zijn vragen waarop nog geen antwoord gegeven kan worden dat op enige consensus kan rekenen.
Publicatiedatum: 01-06-2011
Datum laatste wijziging :20-12-2018
Auteur(s): Jan Steyaert,