Armoede en bestaansonzekerheid Toby Witte (red)
Armoede en bestaansonzekerheid
Beleid en sociaal professionele aanpak

Uitgeverij Coutinho, Bussem, 2021
ISBN 978 90 469 0694 1
€ 26.50
Bestellen
    overzicht   volgende   laatste
‘Armoede en bestaansonzekerheid’ is een studieboek voor aankomende sociaal werkers en andere sociale professionals. Dertien lectoren en medewerkers op de brede terreinen van zorg, welzijn en gezondheid van verschillende hogescholen hebben hierin hun kennis bijeengebracht. Samen tekenen zij voor een breed palet aan inzichten, interventies en methodieken om armoede integraal en structureel te bestrijden. Toby Witte, lector Maatschappelijke Zorg aan de Hogeschool Rotterdam, trad daarbij op als eindredacteur. Het boek bestaat uit twee delen.
Het eerste deel is algemeen van aard. Witte zelf introduceert het armoedevraagstuk, schetst de geschiedenis van armoede, armenzorg en het daaruit voortkomende sociaal werk sinds de eerste Armenwet van 1854, en beschrijft tenslotte het huidige lokale armoede- en minimabeleid. Daarmee heeft hij het speelveld voor zijn collega’s geëffend. Die komen in het tweede deel aan bod. Zij zoomen elk in op de doorwerking van armoede in een bepaald domein (zoals onderwijs, fysieke gezondheid, geestelijke gezondheid, werk, schulden) of op de gevolgen voor een specifieke doelgroep (gezinnen, ouderen, dak- en thuislozen, vluchtelingen) alsmede op de ruimtelijke spreiding van armoede. Telkens wordt de problematiek kort geschetst en worden enige voorbeelden van methodieken en interventies gepresenteerd. Elke bijdrage begint ook met een knappe samenvatting en het aangeven van de leerdoelen, en eindigt met enkele opdrachten voor individuele verwerking of in groepsverband. Bij het boek hoort ook een website, waarop aanvullend studiemateriaal kan worden geraadpleegd, zoals extra opdrachten, casussen, links en tips.
Witte zelf sluit het boek af met een aantal conclusies voor een integrale aanpak van armoede door sociale professionals. Daartoe behoort interdisciplinair samenwerken met andere professionals, overheden en werkgevers en het kunnen werken in het spanningsveld tussen het uitvoeren van (gemeentelijk) beleid en het opkomen voor de belangen en behoeften van de mensen in armoede.

Vragen bij de titel
Dit boek heeft als titel meegekregen ‘armoede en bestaansonzekerheid’. Het is kennelijk een geliefde uitdrukking van eindredacteur Toby Witte. Hij gebruikt haar veelvuldig in zijn eigen bijdragen, vaak in combinatie met sociale ongelijkheid. In de andere tien hoofdstukken komt het begrip bestaansonzekerheid nauwelijks voor. Alleen Lia van Doorn en Frans Spierings hanteren het in hun artikel over dak- en thuislozen. De armoede van dak- en thuislozen is niet alleen financieel van aard, maar vooral sociaal. Het bredere begrip ‘bestaansonzekerheid’ achten zij daarom beter bruikbaar. “In het begrip bestaansonzekerheid komen namelijk de niet-financiële kenmerken zoals de kwaliteit van sociale netwerken en de woonsituatie beter tot uitdrukking.” (p. 170). Een dergelijk terminologisch onderscheid tussen een smal begrip van armoede in de zin van een gebrek aan financiële middelen en een breed begrip bestaansonzekerheid dat alle sociale aspecten en gevolgen van armoede omvat, is op zich helder en bruikbaar.
Die helderheid kan ik evenwel niet vinden bij Witte. Nergens geeft hij aan wat hij onder bestaansonzekerheid verstaat. Wel wijdt hij een heel hoofdstuk aan het begrip ‘armoede’ en komt na de bespreking van een aantal benaderingen met een eigen definitie. Opvallend is dat daarin het gebrek aan voldoende (financiële) middelen volstrekt verdonkeremaand is. Armoede is, aldus Witte, “de structurele uitsluiting van mensen van maatschappelijke participatie, die gepaard gaat met een grote afhankelijkheid van de overheid.” (p. 27) Heb je dan nog een breder begrip nodig of gaat Witte mee met het gebruik van bestaansonzekerheid in ambtelijke nota’s als een eufemisme voor armoede? Ik zou wat meer conceptuele helderheid verwacht hebben van een studieboek. Gelukkig biedt het boek wel veel inzicht in de verschillende, met elkaar samenhangende aspecten van armoede, inclusief de materiële component.

Kinderarmoede
In het gemeentelijke armoedebeleid neemt de bestrijding van kinderarmoede een belangrijke plaats in. Kinderen in armoede kunnen langs twee wegen benaderd worden: via de scholen en via de gezinnen, waarin zij opgroeien. ‘Armoede en bestaansonzekerheid’ besteedt uitgebreid aandacht aan beide wegen en laat zien, dat die aanvullend op elkaar zijn. Voor het omgaan met armoede op scholen worden verschillende werkwijzen aangereikt, gerangschikt in drie categorieën: signaleren, ondersteunen en stimuleren. Bij het bestrijden van armoede in gezinnen, gaat het om het versterken van het psychologisch, sociaal, cultureel en economisch kapitaal van de betreffende gezinnen. Met elkaar geven beide hoofdstukken een goed beeld van kinderarmoede en de problemen om dit op het spoor te komen, de doorwerking ervan in andere leefdomeinen en aangrijpingspunten om de gevolgen te bestrijden. Dat geldt ook voor de andere domeinen en doelgroepen, die in dit boek behandeld worden. Het is daarbij heel actueel. Zelfs de wijzigingen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 januari 2021 zijn meegenomen. Wie aankomende sociaal werkers vertrouwd wil maken met een integrale aanpak van het armoedeprobleem, heeft hiermee een geschikt instrument.

Jan Maasen

Beoordeling
Historische relevantie
● ● ○ ○ ○
Relevantie sociaal werk
● ● ● ● ●
Leesbaarheid
● ● ● ● ●
Illustraties
● ○ ○ ○ ○


    overzicht   volgende   laatste