Deze canon is mogelijk gemaakt door de volgende maatschappelijke aandeelhouders:
Verwante vensters
1967Iván Böszörményi-Nagy De contextuele benadering/therapie
De bezieler van de contextuele therapie, Iván Böszörményi-Nagy (1920-2007) dankt aan zijn Hongaarse afkomst, een op het eerste gezicht onuitspreekbare naam. Maar niemand in de wereld van de therapeuten of hulpverleners heeft er moeite mee: iedereen kent ‘Nodj’ [nɔtʃ].
Nagy, professor psychiatrie in Boedapest, week in 1950 uit naar Amerika en richtte in Philadelphia de afdeling gezinspsychiatrie van het Eastern Pennsylvania Psychiatric Institute op (1957). In 1979 werd hij directeur van het Hahnemann Medical College (nu Drexel), een kliniek en opleidingsinstituut voor contextuele hulpverlening.
Nagy focuste op de relaties in gezinnen om problemen in hun juiste proporties te zien én te kunnen aanpakken.
Die “contextuele benadering” wordt wel vaker als één van de varianten van de systeemtheorie naar voren geschoven, maar voor sommigen is dat een grondige fout. Nagy zelf zou trouwens ooit gezegd hebben dat hij niet in deze hoek gesitueerd wilde worden.
Basisinspiratie haalde hij uit de eigen (Hongaarse) ervaring met familierelaties en o.a. ook bij de filosoof Martin Buber, die stelt dat een mens pas mens wordt, als hij in relatie treedt met de ander en er een echte dialoog mee aangaat.
Loyaliteit wordt in de contextuele benadering vaker naar voren geschoven als hét centrale begrip om gezins- en familierelaties te begrijpen. Het is een ethisch beginsel, een attitude van trouw. Het gaat niet over het psychologisch “zich loyaal voelen”, maar om zijns-loyaliteit.Het is meer gedeelde familiegeschiedenis en genen. Ook verworven loyaliteit door verdiensten (verticaal/horizontaal) kan hierbij gemeld worden. Vanaf de geboorte staat een kind in een onverbrekelijke, existentiële en asymmetrische positie ten opzichte van zijn ouders en ook van de komende generatie. Deze positie is de basis van loyaliteit.
In die hele complexe samenhang van een gezin is ook aan de orde dat kinderen aandacht naar zich toe kunnen trekken, bijvoorbeeld om ouders af te leiden van hun onderlinge conflicten, of door in hun rollen te stappen (fenomeen van ‘parentificatie’).
Eind jaren zestig is Iván Böszörményi-Nagy bij ons geïntroduceerd. Ammy van Heusden, stafdocente gezinsbehandeling aan het IVABO te Amsterdam, bracht hem naar Nederland nadat ze in 1966 op een studiereis in Amerika met Nagy kennis had gemaakt. In 1967 gaf hij voor de eerste keer drie maand lang training in Leiden georganiseerd door van den Eerenbeemt. Else-Marie van den Eerenbeemt droeg samen met Nelly Bakhuizen en Roefke Carmiggelt-Polak de contextuele hulpverlening verder uit. Vanuit de Hogeschool Amsterdam organiseerden ze tussen 1990 en 1997 opleidingen, workshops, lezingen en masterclasses met Nagy zelf.
Ook vanuit Vlaanderen bleven er deelnemers komen (tot in 1997-1998) en werden er tot eind jaren negentig in Vlaanderen workshops gegeven.
In 1983 verscheen het eerste Nederlandstalige boek “Balans in Beweging”. Nagy verzorgde het voorwoord.
Het vervolg op de impact in Vlaanderen bleef niet uit: in Gent werd een opleidingscentrum opgericht onder de voor de hand liggende naam ‘Balans’ (An Van de Voorde).
Het is niet toevallig dat Nagy’s benadering grote verspreiding kende binnen het maatschappelijk werk. Maatschappelijke werkers hebben grote affiniteit met de context en sociale omstandigheden van hun cliënten. Niet alleen in de pleegzorg of de jeugdzorg, maar ook in het de ouderenzorg en bij schuldenproblematiek is duidelijk dat het gezin van herkomst, de familiegeschiedenis, de vroegere relaties tussen ouders en kinderen, een belangrijke factor kunnen zijn in de probleemdefiniëring en de aanpak. De contextuele benadering biedt handvatten zowel voor de cliënt als voor de hulpverlener.
In Nederland heeft de benadering hoge ogen gegooid en zijn er verschillende opleidingsvormen ontwikkeld (zie o.a. Leren over leven).
In Vlaanderen werd de vraag naar opleiding verder beantwoord door de Interactieacademie in Antwerpen – toen nog Hove – (met Flor Peeters), door de kinder- en jeugdpsychiatrie Gasthuisberg (KU Leuven, met Theo Compernolle en Magda Heireman die persoonlijke contacten met Nagy onderhield) en de ‘Kern’ in St. Niklaas.
Trouwens ook in het Franstalige België enFrankrijk is de contextuele therapie bekend, via Heireman en via Nagy’s Franstalige vrouw Cathérine Ducommun.
Vanaf 1996 functioneert er een Vereniging voor Contextuele Werkers, die werkt als beroepsvereniging, maar ook een vierjarige opleiding aanbiedt.
Publicatiedatum: 11-11-2013
Datum laatste wijziging :10-07-2019
Auteur(s): Wim Verzelen,
met dank aan Paul Heyvaert, gezinsmaatschappelijk werker en ex-docent gezinsproblematiek.