Verwante vensters |
|
1997 Koepelorganisatie NVBW heft zich op “Maar wie bewaakt het erfgoed, wie zorgt er binnen het mammoetgeweld voor tegenwicht?’ |
|
Op 18 december 1997 vindt in Ede een groot congres plaats ter gelegenheid van de opheffing van de Nederlandse Vereniging van Beschermende Woonvormen (NVBW). Die was eerder dat jaar met de andere GGZ-koepels gefuseerd tot GGZ Nederland, de huidige vereniging Nederlandse GGZ.
Volgens verschillende critici komt de aansluiting van de NVBW bij GGZ Nederland te vroeg. Dat vinden niet alleen veel Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s), maar bijvoorbeeld ook Bert Holman, toentertijd Hoofd Cluster Care van Zorgverzekeraars Nederland. Hij verzucht in de publicatie ter gelegenheid van de opheffing van de NVBW: “Maar wie bewaakt het erfgoed van het beschermd en begeleid wonen, wie zorgt er binnen het mammoetgeweld voor enig tegenwicht? Is het gedachtengoed van de vroegere NVPT, de latere NVBW voldoende uitgekristalliseerd, voldoende doordacht en ontwikkeld om nu al over te gaan in het grotere geheel? Start van de NVBW Al in 1978 verenigen zo’n 20 uiteenlopende woonvoorzieningen zich tot de Nederlandse Vereniging van Psychiatrische Tussenvoorzieningen (NVPT). Aanleiding is de dreiging dat de Algemene Bijstandswet niet langer gebruikt kan worden voor de indirecte financiering van de woonvoorzieningen. Zij willen met de vereniging meer invloed uitoefenen op de toekomstige financiering van de tussenvoorzieningen. Gaandeweg wordt de NVPT ook steeds meer betrokken bij de landelijke discussies over de RIBW-vorming. Omdat inmiddels steeds meer de aanduiding “beschermende woonvormen” wordt gebruikt noemt de NVPT zich vanaf 1985 “Nederlandse Vereniging van Beschermende Woonvormen”. In hetzelfde jaar treedt Annemarie Kooistra in dienst als eerste medewerker. Zij bracht voor het eerst uitvoerig in beeld welke voorzieningen en hoeveel plaatsen er op dat moment waren. Landelijk bureau In de jaren daarna komen meer medewerkers in dienst en ontstaat een landelijk bureau dat op verschillende terreinen ondersteuning biedt aan de 40 nog jonge RIBW’s en RIBW’s in oprichting. De medewerkers vertegenwoordigen de instellingen bij de overheid en behartigen de belangen van de nog prille sector in het overleg met belangrijke adviesorganen. Een belangrijk onderdeel is het ondersteunen van instellingen bij het wegwijs worden in de wet- en regelgeving op het gebied van planning, financiering of bijvoorbeeld aanvragen voor uitbreiding. Het bureau wordt in de loop van de jaren negentig steeds meer een vraagbaak met voorlichting en advies over uiteenlopende aspecten van de bedrijfsvoering, zoals het opzetten van een financiële administratie, toepassen van ICT, deskundigheidsbevordering, kwaliteitsbeleid en communicatie. Ook zet de NVBW zich in voor de financiering van nieuwe vormen van ondersteuning, zoals dagbesteding en ambulante begeleiding. In totaal brengt het landelijk bureau meer dan 25 publicaties uit, waaronder jaarlijks een overzicht van het aantal cliënten en de toename van het aantal voorzieningen. Voor medewerkers organiseert het landelijk bureau jaarlijks groots opgezette “toogdagen” met vele honderden deelnemers over zorginhoudelijke onderwerpen, zoals begeleidingsmethoden, nieuwe doelgroepen, bewonersparticipatie en kwaliteitsbeleid. Samenhang en inspiratie De NVBW bestaat aanvankelijk uit leden die elkaars bestaan, opvattingen en werkwijze nauwelijks kennen. Eén van de meest belangrijke activiteiten van het landelijk bureau is dan ook het bieden van platforms voor allerlei vormen van uitwisseling, in ledenvergaderingen, werkgroepen, werkbezoeken en studiereizen. Ook geeft de NVBW het eigen tijdschrift “Buitengewoon” uit, dat medewerkers van de lid-instellingen informeert over onderwerpen die van belang zijn voor de RIBW-ontwikkeling. Gaandeweg ontstaat meer en meer het gevoel van een eigen sector, die zich onderscheidt van de drie andere sectoren: de psychiatrische ziekenhuizen, de Regionale Instellingen voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG’s) en de instellingen voor verslavingszorg. In de zoektocht naar een eigen identiteit organiseert het landelijk bureau in de jaren negentig verschillende reizen naar het buitenland. Naast onze buurlanden worden reizen ondernomen naar de Verenigde Staten (zie Werkbezoek aan Albany . Maar ook de uitwisseling met beginnende initiatieven in Oost-Europa zijn inspirerend. Als alternatief voor de repressieve Sovjet-psychiatrie zoeken landen als Estland, Tsjechië en Georgië naar nieuwe vormen van zorg die sterk lijken op het beschermd wonen in Nederland. Over en weer is veel herkenning over het hoe en waarom van beschermd wonen: niet behandelingsgericht, in de samenleving en met begeleiding op meerdere levensgebieden. Regionale en landelijke samenwerking Inmiddels fuseren in de loop van de jaren negentig steeds meer GGZ-instellingen en gaan de Algemeen Psychiatrische Ziekenhuizen samen met de RIAGG’s. Er ontstaan nieuwe “geïntegreerde” instellingen waar uiteindelijk ook 13 van de 40 RIBW’s in opgaan. De andere RIBW’s zijn nog volop in ontwikkeling en vinden het te vroeg om hun zelfstandigheid op te geven. Door de regionale fusies zijn ook de landelijke verenigingen van de afzonderlijke GGZ-organisaties niet langer vanzelfsprekend en zo ontstaat na een lange aanloop in 1997 de vereniging GGZ Nederland. Ook de leden van de NVBW stemmen in meerderheid vóór het opgaan van de NVBW in de nieuwe vereniging. Te vroeg? Met de opheffing komt een eind aan de belangrijke rol die de NVBW heeft gespeeld bij de start en snelle ontwikkeling van de sector beschermd wonen. Maar veel RIBW’s zijn nog volop in ontwikkeling en op zoek naar hun eigen identiteit. Voor ondersteuning kunnen zij niet meer terecht bij GGZ Nederland die als nieuwe brancheorganisatie het accent vooral legt op belangenbehartiging; leden die ondersteuning nodig hebben moeten maar uitwijken naar adviesbureaus. De verzuchting van Bert Holman is niet voor niets. Zijn gelijk blijkt als niet snel daarna de RIBW’s zich opnieuw verenigen binnen de RIBW-alliantie (zie ook Oprichting RIBW Alliantie . Pas met de start van Valente in 2020 is er weer landelijke aandacht voor de verdere ontwikkeling van begeleid en beschermd wonen. |
|