Brødre (Brothers, 2009) Brødre (Brothers, 2009)
Regie: Suzanne Bier
Denemarken / Verenigde Staten, 2004
Hoofdrolspelers: Connie Nielsen, Ulrich Thomsen, Nikolai Lie Kaas
Producer: Two Brothers Ltd, Zentropa Entertainments
Bestellen
 
  overzicht   volgende   laatste
De twee broers in de film Brothers zijn tegenpolen. Net zoals Kaïn en Abel. De oudste, Michael, is een oprechte betrouwbare en idealistische militair; de ander, Jannik, aan het begin van de film een losgeslagen amorele uitvreter die te veel drinkt, vervelend wordt en dan het café wordt uitgezet. De broers zijn archetypen; weliswaar niet zo’n sjablonen als hun bijbelse equivalenten, maar de tegenstelling tussen beiden maakt dat je als kijker gemakkelijk kunt inleven in het zich ontwikkelende drama.

De oudste leeft een gewoon leven met een lieve begrijpende echtgenote en twee schatten van kinderen die van hun hart geen moorduil maken. De jongste komt aan het begin van de film net uit de gevangenis waar hij een straf uitzat voor een mislukte bankoverval. Michael wordt voor de VN uitgezonden naar Afghanistan en daar voltrekt zich het eerste drama. De helikopter waarin hij zit wordt neergeschoten door de Taliban met naar het zich laat aanzien geen overlevenden. Het rouwproces van de achterblijvers wordt in de film minutieus gevolgd. De vader kan het verlies van zijn lievelingszoon niet verkroppen, vlucht in de alcohol en maakt zijn jongste zoon bittere verwijten over diens levenswijze. De kinderen ontkennen in eerste instantie dat vader dood is, accepteren het vervolgens aarzelend en breken als duidelijk wordt dat zijn dood definitief is. Maar het leven gaat verder. Zijn echtgenote treurt, maar vertelt aan haar schoonbroer dat ze niet voelt dat hij uit haar leven verdwenen is, terwijl dat wel zou moeten volgens haar. Het zijn dit type subtiele observaties die de film uittillen boven de gemiddelde soap.
De nietsnut ontpopt zich tegen ieders verwachting in tot een aardige oom voor de kinderen en steun en toeverlaat voor zijn schoonzus. Hij blijft een losbol en flierefluiter maar wel een hele aardige. Er ontstaat het begin van verliefdheid tussen die twee maar daar blijft het bij.

Vervolgens vindt het tweede drama plaats. De VN-militair blijkt in leven, wordt gevangen genomen door de Taliban en door hen tot een gruwelijke daad gedwongen. Na bevrijding door de Engelsen verzwijgt hij wat tijdens zijn gevangenschap gebeurd is. Niet duidelijk wordt of hij de gruweldaad in Afghanistan voor zich houdt omdat hij bang is voor de consequenties, of dat hij alleen, zonder hulp van anderen, met zijn geweten in het reine wil komen.
Wel duidelijk is dat hij zwaar getraumatiseerd is. Terug thuis lukt het hem niet het dagelijkse leven op te pakken. Hij is ziekelijk jaloers en achterdochtig, kan geen kindergrappen meer verdragen en explodeert als zijn oudste dochter een verzonnen verhaal opdist over de intieme relatie tussen zijn vrouw en zijn jongere broer. In het derde deel van het drama ontlaadt de opgelopen spanning zich in een niets ontziende catharsis waarbij zijn broer hem maar net af kan houden van een zelfverkozen gewelddadige dood.

Het gegeven lijkt, zo opgeschreven, een opeenvolging van clichés in een klassiek drama. De rechtschapen militair versus de half criminele hippie; de vader die bij de dood van de oudste zoon tegen de jongste zegt dat hij geen zoon meer heeft; het opgelopen trauma waaraan het gezin ten onder dreigt te gaan. Tenslotte het begin van een genezingsproces waarbij de militair aan zijn vrouw moet vertellen wat in Afghanistan gebeurd is en er weer een begin van toenadering is. Maar het gegeven is dusdanig subtiel en overtuigend uitgewerkt dat de emoties van de protagonisten heel dichtbij komen.
Cliché is ook het beeld wat van de Taliban in Afghanistan geschetst wordt: de verpersoonlijking van het ultieme kwaad zonder een greintje menselijkheid. Een beeld dat bijdraagt aan een zwart-wit visie zoals dat door sommigen maar al te graag verkondigd wordt. En dat is dan gelijk het enige minpunt aan de film.

De kracht van de Dogma-traditie waar regisseur Bier uit voorkomt, blijkt ook uit deze film. Het zonder opsmuk en hulpmiddelen met een beweeglijke camera direct op de huid van de acteurs zitten die zich terdege in de thematiek hebben ingewerkt, zorgt voor een ongekende emotionele lading. Standaardthema’s uit de psychologie zoals in dit geval traumaverwerking, en in andere Dogma-films de gevolgen van seksueel misbruik (Festen), de moeizame aanpassing na een opname in een psychiatrisch ziekenhuis (Kira’s Reason), of een vergaande ideologisch ingegeven identificatie met verstandelijk gehandicapten (The Idiot’s) worden inzichtelijk gemaakt met veel emoties maar zonder de exploitatie daarvan.
Dat maakt dat ook deze film, ondanks de clichés, een emotionele mokerslag uitdeelt. Bovendien is het een film die duidelijk maakt dan een zelfopgelegde moraal van eerzaamheid en oprechtheid vaak niet opgewassen is tegen de rauwheid en de gruwelijkheid van het leven met zijn vaak onmogelijke dilemma’s. En dat daarvoor begrip nodig is. En mededogen.

Jan Theunissen

Eerder gepubliceerd in Deviant.

 
  overzicht   volgende   laatste