De regels van Matthijs (docu) Regie: Marc Schmidt Nederland, 2012 Hoofdrolspelers: Matthijs, Marc Schmidt Producer: Simone van den Broek, Ingeborg Jansen |
|
De documentaire De regels van Matthijs van regisseur Marc Schmidt won tijdens de Nederlandse filmdagen in 2012 een gouden kalf en werd direct daarna op Nederland 2 uitgezonden. Marc Schmidt brengt drie maanden van het leven van Matthijs, een oude middelbare schoolvriend, in beeld. Dat het de laatste maanden van het leven van Matthijs zouden worden, moet de regisseur vooraf niet geweten hebben. Het was echter al veel langer duidelijk dat het niet goed ging met Matthijs die zich, ook in de documentaire, regelmatig uitlaat over een zelfverkozen levenseinde. Marc Schmidt kent Matthijs vanaf de eerste klas middelbare school. Hij had altijd ontzag voor de intellectuele capaciteiten van Matthijs, zijn veronderstelde belezenheid, zijn filosofische diepgang en non-conformisme. Beiden maken de middelbare school af, gaan studeren in een andere stad maar houden contact. Schmidt gaat naar de filmacademie; Matthijs gaat in Groningen natuurkunde studeren en stapt halverwege over naar filosofie. Hij loopt uiteindelijk vast in een allesomvattende doctoraalscriptie. Pas naderhand wordt duidelijk dat Matthijs lijdt aan een autistische aandoening, een psychiatrisch ziektebeeld dat terug is te voeren op een stoornis in de informatieverwerking. Mensen met een autistische aandoening hebben met name problemen met sociale interacties. Ze nemen onder andere alles letterlijk en lijken geen antenne te hebben voor de non-verbale aspecten van communicatie. Waar de meeste individuen goed het onderscheid kunnen maken tussen ‘het een zeggen en het andere bedoelen’, lukt dat mensen met autisme niet. Ze hebben geen antenne voor de lichaamstaal en de toonzetting van de ander en blijven in het ongewisse over wat de gesprekspartner ‘nou daadwerkelijk bedoelt’. Daarnaast zijn deze individuen vaker dan gemiddeld technisch en wiskundig begaafd en goed in het uitdenken van logisch opgebouwde gecompliceerde systemen. Het is onduidelijk of er van jongs af aan sprake is van een aangeboren begaafdheid of dat het eerder een noodsprong is om toch grip te houden op de voor hun gecompliceerde sociale buitenwereld. Matthijs beschikt over een grote mate van zelfinzicht. Hij weet dat zijn verzameldwang, zijn nauwkeurig vastleggen van zijn eigen functioneren en dat van anderen in ingewikkelde zelf- uitgedachte systemen, een manier is om er achter te komen hoe anderen met elkaar en met hem omgaan. “Autisten moeten alles, alle kleine dingen, zelf uitdenken”. Hij moet overal een ordening aanbrengen. In de telefoongesprekken die hij consequent opneemt en in termen van frequentieverdelingen gaat analyseren; in zijn eigen subjectieve ervaringen die hij van uur tot uur vastlegt in een zelf ontwikkeld registratiesysteem. Hij is zijn eigen n = 1 studie zoals hij zelf opmerkt. Zijn huis is een vergaarplaats voor stenen, bouten, moeren, elektra, loodgietersbenodigdheden, enzovoort. Voor een buitenstaander lijkt het een onoverzichtelijk rommeltje, maar alles past in een heel complexe zelf uitgedachte ordening die nodig is voor de al jaren plaatsvindende verbouwing van zijn huurwoning. Als het de woningbouwvereniging na jaren procederen lukt een uithuiszetting in gang te zetten, valt het laatste systeem waar hij nog grip op had, zijn huisproject, in elkaar. Matthijs lijkt goed te beseffen dat de systemen die hij opgebouwd heeft niet meer te beheersen zijn. Dat zijn registratiedwang, zijn analyses weinig meer opleveren dan een poging tot ordening in zijn eigen hoofd. En dat zelfs niet meer.: “ik heb volmaaktheid geëist. Bijna had ik het, maar het is alsof het leven mij voor de gek gehouden heeft”. In de documentaire zien we hoe Matthijs nadat zijn woning is leeggeruimd wordt aangemeld bij een daklozenvoorziening. Daarmee is hij z’n laatste houvast kwijt. De documentaire eindigt met twee telefoontjes aan de regisseur waarin een familielid paniekerig meldt dat Matthijs een einde aan z’n leven gemaakt heeft. Als kijker blijf je met vragen zitten: was er eerder sprake van hulpverlening en waar bestond die uit? Matthijs meldt dat er zes hulpverleners om hem heen zaten die allemaal van alles met hem wilden”. Hij beschikt over een enorme voorraad psychofarmaca: “voor als ik zonder kom te zitten”. En de prangende vraag blijft of er geen alternatief voor zijn uithuiszetting te bedenken was geweest. Het veronderstelde gevaar wat hij voor de buren zou opleveren, lijkt zo op het oog mee te vallen. Zou een alternatief zoals de Skaeve Huse, woonprojecten voor zogenaamde overlastgevers, waarbij hij zijn spullen had kunnen meenemen, geen mogelijkheid geweest? Het knappe van de documentaire is met name de verbeelding van de vriendschap van Marc Schmidt met Matthijs. De regisseur is Matthijs trouw blijven volgen door de jaren heen en neemt hem serieus. Matthijs vertrouwt hem; een vertrouwen dat nodig is voor zo’n persoonlijk document vorm te kunnen geven en Schmidt heeft dat vertrouwen niet beschaamd. Daarnaast zet de documentaire ook aan het denken over wat afwijkend gedrag is. Iedereen heeft in meerdere of mindere mate last van registratiedrang, van rechtlijnigheid in denken en doen en van onzekerheid over de ‘ware bedoelingen’ van mensen in de sociale omgeving. Zoals een psychiater over autisme opmerkt: autisme is ook maar een verzamelnaam. Mensen met autistische trekken kunnen in hun vak heel erg groot worden. Daarnaast zijn ze met hun hersenkronkels veel meer als alleen maar hun aandoening. Het is de omgeving die bepaalt of en in welke mate afwijkend gedrag getolereerd wordt. Maar toch moet de professionele conclusie waarschijnlijk luidden dat zelfs met een grote mate van tolerantie van de omgeving, het met Mathijs niet goed afgelopen zou zijn. Zijn zelf uitgedachte ordeningsmodellen kunnen niet overweg met de complexiteit van de buitenwereld. De doucmentaire is online te zien op documentairenet.nl. Jan Theunissen Deze bepreking stond eerder in Deviant. |
|