1981 Arts VG - arts voor verstandelijk gehandicapten Een specialisme in ontwikkeling |
|
Arts voor verstandelijk gehandicapten, afgekort als arts VG, is een relatief ‘jong’ specialisme. Het begint zich te ontwikkelen vanaf de invoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in 1968. Daardoor groeit het aantal plaatsen in instellingen voor mensen met verstandelijke beperkingen snel en komt er een ruimer budget beschikbaar om de zorg te organiseren. Zorgaanbieders nemen in plaats van oudere huisartsen die dit werk ’erbij’ doen, steeds meer (jonge) artsen, psychologen en paramedici in dienst. In die beginjaren hebben gezondheidsproblemen nog te maken met het leven in grote groepen, waardoor er veel infectieziekten voorkomen, zoals hepatitis B. Incidenteel komt er zelfs nog tuberculose voor. Maar steeds vaker lopen artsen tegen problemen op die in hun opleiding nooit aan de orde zijn geweest. Om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen zoeken ze elkaar op. Dat leidt in 1981 tot een eigen beroepsvereniging: de Nederlandse Vereniging voor Artsen in de Zwakzinnigenzorg (NVAZ). Zelfstandig specialisme De vereniging maakt zich sterk om het medisch handelen met betrekking tot mensen met verstandelijke beperkingen een eigenstandige plaats te geven in de zorg, onder meer door zich in te zetten voor de mogelijkheid dat artsen zich in deze zorg kunnen gaan specialiseren. De NVAZ publiceert in 1992/1993 daartoe het rapport De ontwikkeling van de opleiding tot arts voor verstandelijk gehandicapten. Dit rapport wordt met instemming van het Werkverbond van Ouders in Internaten (WOI), het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Geneeskundige Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid ontvangen. Het hoofdbestuur van de beroepsvereniging Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde stelt vervolgens een begeleidingscommissie in om het specialisme daadwerkelijk van de grond te tillen. Dat leidt zeven jaar later in 2000 tot een definitieve erkenning van het vakgebied Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten als zelfstandig specialisme door minister Els Borst (zelf arts). Nederland is dan het eerste land ter wereld dat een AVG-opleiding en een leerstoel kent. In al die jaren heeft de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen zich steeds verder ontwikkeld. Onder de vlag van de NVAZ, inmiddels ongedoopt tot NVAVG, zijn er vanuit de praktijk protocollen ontwikkeld, bijvoorbeeld voor diagnostiek van slechtziendheid en slechthorendheid, en behandeling van probleemgedrag. Meer gezondheidsproblemen In het verleden was vaak sprake van ‘diagnostic overshadowing’: probleemgedrag werd geduid als psychiatrisch probleem. Inmiddels weten we dat probleemgedrag ook veroorzaakt kan worden door pijn, of ander lichamelijk of existentieel on-welbevinden zoals het verlies van een ouder of andere belangrijke ander in het leven van de patiënt. Mensen met verstandelijke beperkingen hebben meer gezondheidsproblemen dan mensen zonder deze beperking. (1) Een goed lichamelijk en multidisciplinair onderzoek levert vaak de sleutel tot een adequate aanpak (2). Mensen met verstandelijke beperkingen hebben vaak een beperkte woordenschat. Niet alleen kunnen ze hun klachten niet altijd goed onder woorden brengen, maar ook veel dokterstaal over diagnose en advies wordt niet direct begrepen. Een familielid of verzorgende die hen goed kent, is daarbij meestal behulpzaam als tolk naar een arts of andere behandelaar. Daardoor nemen consulten meer tijd dan elders in de zorg. Maar die tijd moet er wel zijn, want wederzijds begrip leidt tot betere diagnostiek en behandeling, en meer tevredenheid bij patiënt en ondersteuners. Een goede gezondheid is voor mensen met verstandelijke beperkingen is een belangrijke voorwaarde om te kunnen participeren in de maatschappij. Aandacht voor hun specifieke gezondheidsproblemen en de uitdagingen met betrekking tot hun toegang tot gezondheidszorg blijft een voorwaarde voor inclusie. Na de covid-pandemie bleek dat - door een slimme combinatie van data uit verschillende registraties - in de coronaperiode 2020-2021 vijf maal zo veel mensen met verstandelijke beperkingen overleden dan anderen zonder deze diagnose. Zij overleden niet alleen aan corona, maar ook aan andere niet ontdekte ziekten, met name carcinomen. (Zie Extra) Relatief onbekend Arts VG is nog steeds een relatief onbekend vak. Bij de meeste faculteiten geneeskunde komt gezondheid van mensen met verstandelijke beperkingen nauwelijks aan de orde. Geïnteresseerde studenten kunnen wel overal keuze-coschappen volgen. Colleges of werkgroepen over specifieke gezondheidsproblemen zijn veel zeldzamer. De geneeskundeopleiding in Nijmegen stelt nu in elk jaar van de opleiding tot basisarts, huisarts of specialist ouderengeneeskunde dit onderwerp aan de orde. Onmisbaar zijn daarin ook de ervaringsdeskundigen, of als zij het zelf niet kunnen hun ouders of verzorgers, die in colleges en werkgroepen hun ervaringen delen met de studenten. De opleiding tot arts VG is ondergebracht bij de EUR in Rotterdam. Nadat het specialisme in het jaar 2000 door de toenmalige minister van VWS erkend werd, startte in datzelfde jaar de eerste opleiding tot arts VG; Voor basisartsen duurt de opleiding drie jaar: voor omscholende artsen die eerder in een ander specialisme werkten, kan de opleiding verkort worden. Heleen Evenhuis werd in 2001 de eerste hoogleraar Geneeskunde voor mensen met verstandelijke beperkingen. Er is voor artsen VG een beroepsregistratie; om BIG geregistreerd te worden en te blijven is een voltooide opleiding nodig, moet er bijscholing gevolgd worden en moet de arts voldoen aan kwaliteitseisen. Anno 2023 zijn er zo’n 250 geregistreerde artsen VG. Hoewel de meeste mensen met verstandelijke beperkingen eerst naar de huisarts gaan en pas na doorverwijzing bij de arts VG terechtkomen, zijn er nog te weinig artsen VG voor de ongeveer 140.000 mensen met een verstandelijke beperkingen in Nederland en de 1,4 miljoen (van de 2,2 miljoen) mensen met zwakbegaafdheid die een ondersteuningsvraag hebben waar de expertise van de arts VG voor nodig is. Ook vrij gevestigden Tot voor kort werkten artsen VG in dienst van zorgaanbieders. Hun patiënten woonden in voorzieningen van deze aanbieders. Thuiswonenden met verstandelijke beperkingen hadden geen toegang tot deze zorg. Dat veranderde met de overgang van AWBZ naar Wlz en Wmo in 2015, waarbij wonen en zorg gescheiden financieringen kregen. In de beginjaren moest er financieel geïmproviseerd worden om een consult te regelen voor een patiënt van buiten de zorginstelling. Pas sinds 2020 valt een consult door een geregistreerde arts VG onder de zorgverzekeringswet Zvw. In toenemende mate zijn er nu ook vrij gevestigde artsen VG., zoals er ook een grotere verscheidenheid aan woonvormen is voor mensen met verstandelijke beperkingen. Op verwijzing van een huisarts wordt een consult nu gewoon vergoed. Op de website van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is te vinden waar de dichtstbijzijnde polikliniek van AVG’s te vinden is. Dat kan bij een zorgaanbieder zijn, in een (academisch) ziekenhuis of elders. Arts VG is een vak in beweging. Aan verschillende universiteiten, onder andere Nijmegen, Rotterdam, Groningen, wordt onderzoek gedaan naar gezondheidsproblemen van mensen met verstandelijke beperkingen. Patiënten, familieleden, verzorgers en andere disciplines uit de sector zijn betrokken bij vraagstelling, onderzoeksuitvoering en implementatie. Dat is nodig om de inclusie van deze mensen in de maatschappij te verbeteren.
Publicatiedatum: 04-10-2023
Datum laatste wijziging :13-02-2024 Auteur(s): Henny Schrojenstein Lantman-de Valk, |
|