Uit zorg verdreven Eveline Buchheim, Ralf Futselaar
Uit zorg verdreven
Het Nederlandse krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog

312 blz. | Boom | Geschiedenis, Amsterdam, 2023
ISBN ISBN 9789024457342
€ 29.90
Bestellen
    overzicht   volgende   laatste
Tijdens de Duitse bezetting steeg het sterftecijfer van patiënten in psychiatrische instellingen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking sterk. Kwam dat omdat deze patiënten (ook wel vergeten slachtoffers) zoals in nazi-Duitsland systematisch verwaarloosd en vermoord werden? Daar zijn geen aanwijzingen voor, concluderen NIOD-onderzoekers Eveline Buchheim en Ralf Futselaar in het boek Uit zorg verdreven. Het Nederlandse Krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het boek schetst een indringend beeld van de maatschappelijke context, de situatie in Duitsland, de tekorten en de moeilijke omstandigheden in de instellingen in Nederland, de evacuatie van 7000 individuen met een totaal van 20.000 evacuaties van mensen die in de instellingen woonden en de schadelijke gevolgen daarvan voor de mensen met een psychiatrische stoornis en verstandelijke beperking in WO II.

Het onderzoek bevestigt zowel de hoge sterfte als de slechte omstandigheden en dramatische gevolgen van oorlogshandelingen voor patiënten van het zogenoemde ‘krankzinnigenwezen’. Deze instellingen werden bevolkt door zowel psychiatrische patiënten in de moderne zin als door mensen met uiteenlopende beperkingen en ouderen met dementie. Maar de sterfte was niet te wijten aan een bewuste achterstelling of slechte behandeling door de instellingen zelf of de Nederlandse samenleving.

Hongersnood en bombardementen
De hogere sterfte is grotendeels te verklaren uit de instroom van ziekere patiënten, de algemene verslechtering van de volksgezondheid tijdens de bezetting en het oorlogsgeweld. Ondanks de grote inspanningen van het zorgpersoneel, dat voor een groot deel bestond uit jonge verpleegsters in opleiding, konden de Nederlandse inrichtingen hun patiënten amper beschermen tegen hongersnood en bombardementen. Er is geen aanwijzing dat de Duitse minachting voor patiënten, en het beleid dat daaruit voortvloeide, naar Nederland geëxporteerd werd. Het zorgpersoneel heeft alles in het werk gesteld om in deze barre omstandigheden, ondanks grote tekorten op allerlei gebieden, goed te doen voor patiënten.
Daarnaast veranderde tegen het einde van de bezetting de functie van veel instellingen. Er werden geregeld mensen opgenomen die voorheen niet in aanmerking zouden zijn gekomen voor opname, maar nu nergens anders meer heen konden. Ook dat dreef het sterftecijfer op. Dit plaatsgebrek leidde daarnaast tot het ontslag van relatief gezonde en vaak jonge patiënten.

Het lot van Joodse patiënten
Bovenstaande gold echter niet voor de Joodse patiënten, die bijna allemaal werden afgevoerd en vermoord. Hoewel enige tijd de hoop bestond dat een inrichting een relatief veilig heenkomen kon bieden, bleek als snel dat de Joodse bewoners van gestichten juist uitgesproken kwetsbaar waren.

Tegelijk met Uit zorg verdreven is het NIOD-rapport Jodenvervolging in het Nederlandse Krankzinnigenwezen van Twan Davelaar verschenen. Vrijwel alle Joodse patiënten en een groot deel van het Joodse personeel zijn in de oorlog vermoord. Vanwege deze vervolging en het geringe aantal overlevenden is de ervaring van Joodse patiënten van een geheel andere orde dan die van niet-Joodse patiënten.
Omdat het Nederlandse Krankzinnigenwezen langs religieuze lijnen verzuild was, verbleven de meeste Joodse patiënten al voor de Duitse inval in het enige gesticht met een Joodse signatuur: Het Apeldoornsche Bosch. Door anti-Joodse maatregelen nam de concentratie van Joodse patiënten en Joods personeel daar in de eerste bezettingsmaatregelen alleen maar verder toe.
Met ontruiming van Het Apeldoornsche Bosch op 21 januari 1943 werd het overgrote deel van de Joodse patiënten en het Joods personeel van het Krankzinnigenwezen gedeporteerd en vermoord. Overigens waren Joodse patiënten in de andere instellingen evenmin veilig. Hoewel het personeel zich in sommige gevallen verzette tegen de deportatie van hun patiënten, bleek dit in de praktijk vrijwel niets uit te halen.

Meer aandacht voor deze groep mensen
VGN-directeur Theo van Uum: ‘Het is goed dat dit onderzoek er nu ligt en er meer aandacht komt en blijft voor deze groep hele kwetsbare mensen. Het is een stevig fundament voor verder onderzoek en meer persoonlijke verhalen uit deze tijd. Ik ben opgelucht dat er anders dan in Duitsland bij ons geen sprake is geweest van bewuste en systematische verwaarlozing. Dat neemt niet weg dat er sprake is geweest van groot lijden. Deze groep patiënten/cliënten was slachtoffer was van een unieke opeenstapeling van omstandigheden: hun persoonlijke kwetsbaarheid en afhankelijkheid, de concentratie op grote woonlocaties, de oorlogshandelingen en de hongerwinter. Het is belangrijk oog te hebben voor deze groep als we stilstaan bij de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.’

Vergeten slachtoffers
Wil je meer weten over de vergeten slachtoffers. Kijk dan op de website van de Stichting Vergeten Slachtoffers waar een aantal van de slachtoffers een gezicht krijgt.

Dit signalement is overgenomen van de website van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland.

Over de auteurs
Eveline Buchheim is antropoloog en is onderzoeker bij het NIOD. Zij publiceerde onder meer over koloniale geschiedenis, gendergeschiedenis, seksueel geweld in oorlogstijd en herinneringscultuur. Ralf Futselaar is onderzoeker bij het NIOD en hoogleraar sociale geschiedenis van oorlog en massaal geweld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij publiceerde onder meer over gevangenissen, ondervoeding en de val van Srebrenica.

Recensie Historisch Nieuwsblad door Erc Palemn, d.d. 27 februari 2024:
Toen het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2017 cijfers publiceerde over het aantal Nederlandse slachtoffers tijdens de Duitse bezetting, waren de conclusies over het zogeheten ‘krankzinnigenwezen’ niet mals. Er was sprake van substantiële oversterfte in de psychische zorginstellingen, veroorzaakt door moedwillige verwaarlozing van de patiënten, zo stelde het comité.

Eveline Buchheim en Ralf Futselaar maken in Uit zorg verdreven duidelijk dat die conclusie veel te kort door de bocht is. Ja, tijdens de Tweede Wereldoorlog stierven er meer patiënten in de verschillende instellingen, maar dat kwam niet door een collectief falen van de leidinggevenden. De volksgezondheid ging tijdens de bezetting sowieso hollend achteruit. Instellingen hadden een ‘asielfunctie’: zij vingen juist de meest kwetsbaren op, die al op sterven na dood waren toen ze opgenomen werden. Wie enigszins op eigen benen kon staan, werd naar huis gestuurd, waarbij een toenemend beroep op de mantelzorg werd gedaan. Dan willen statistische gegevens nog weleens in je nadeel uitpakken.
De suggestie dat psychische patiënten in Nederland welbewust verwijderd zijn uit de ‘volksgemeenschap’ is eveneens onjuist. De onfrisse ideeën van de nationaal-socialisten om een superras te kweken, waarvoor genetisch ongewenst ‘materiaal’ verwijderd moest worden, vonden hier nauwelijks gehoor. NSB’er F.O. Bruijning wilde weliswaar ‘paal en perk stellen aan de voortplantingsmogelijkheid van deze rampzaligen’. Maar zijn Medisch Front, een onderafdeling van de NSB, bleef een obscuur clubje. Euthanasieprogramma’s zoals die in het Derde Rijk werden uitgevoerd, hebben hier nooit bestaan.
De hoge mortaliteit binnen de psychische zorginstellingen tijdens de Tweede Wereldoorlog was vooral te wijten aan de oorlogshandelingen tijdens de laatste jaren van de bezetting. Vaak waren overhaaste evacuaties nodig, een tour de force voor de meest kwetsbaren. De patiënten werden elders ondergebracht, met overbevolking in de gasttehuizen tot gevolg. Die druk nam toe toen de bezetter in de loop van de oorlog steeds meer instellingen als kazernes begon te vorderen. Eén conclusie van het comité laten de auteurs onverlet. De Jodenvervolging was ook in het krankzinnigenwezen meedogenloos. Met de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch in de nacht van 21 op 22 januari 1943 als ontluisterend dieptepunt: 1300 Joodse patiënten werden toen op transport gesteld naar Auschwitz. Niemand kwam terug. De auteurs maken duidelijk dat de Joodse identiteit van de slachtoffers in die tragedie doorslaggevend was, niet hun psychische gesteldheid.
Uit zorg verdreven is een belangwekkend boek.



    overzicht   volgende   laatste