Jozef Vos Pleitbezorger van de psychiatrie De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie 1871-2011 de Tijdstroom, Utrecht, 2011 ISBN 9789058981905 € 38.00 Bestellen |
|
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie was toen zij in 1871 werd opgericht de eerste vereniging van medisch-specialisten in Nederland. Tegenwoordig is zij met zo’n 3500 leden de grootste wetenschappelijke beroepsvereniging van medisch specialisten in ons land. Tussen de ‘eerste’ en de ‘grootste’ zit een bewogen geschiedenis van 140 jaar, die in deze studie uitvoerig wordt gedocumenteerd. De start van de NVvP in 1871 was overigens geen teken van sterkte, maar eerder van zwakte. Psychiaters vervulden in de medische wereld een marginale positie, en vooral de zogeheten gestichtsartsen in de krankzinnigenzorg hadden behoefte aan een vereniging die hun invloed zou kunnen verbeteren. De gestichtartsen voelden zich machteloos omdat hun instellingen eerder als een troosteloze bewaarplaats golden dan als een plek waar het lot van mensen ter harte werd genomen. Daarmee werd de NVvP een belangrijk vehikel in de modernisering van de psychiatrie in Nederland. Naarmate de psychiatrie meer aan gezag wint en de NVvP een erkende beroepsvereniging wordt, lijkt het contact met de buitenwereld te verminderen. In de stukken en documenten die Jozef Vos bestudeerde klinkt weinig door van de economische crisis van de jaren dertig, de wereldoorlogen, de democratiseringsbeweging van de jaren zestig, de omslag van een zorgzame asielfunctie via ‘eigen verantwoordelijkheid’ naar afgewogen bemoeizorg. Psychiaters worden steeds meer zielenknijpers die zich van het gedoe in de wereld weinig lijken aan te trekken. Die ‘wereldvreemdheid’ is confronterend, zegt de huidige leiding van de vereniging in haar voorwoord. Overigens valt niet uit te sluiten dat de onderzoeksopzet heeft bijgedragen aan deze indruk. Jozef Vos heeft zijn onderzoek bewust beperkt tot de geschiedenis van de beroepsvereniging is en niet van de psychiatrische praktijk. Zijn studie is gebaseerd op schriftelijke bronnen in het NVvP-archief en vakliteratuur, en hij heeft bijvoorbeeld niet zijn licht opgestoken via interviews. Zeker als hij de geschiedenis van de jaren tachtig beschrijft, waarin de NVvP in crisis raakt, maakt het de lezer nieuwsgierig naar de diepere achtergronden van de ruzie. Vos verwijst hier wel naar andere auteurs die hier nader op in gaan. Wat hij uit d ebronnen opmaakt is dat het bestuur van de NVvP het zlef ook niet meer wist en zich daardoor concentreerde op het bijeenhouden van de verschillende richtingen binnen de vereniging. Sterker nog: het bij elkaar houden van die verschillende richtingen vormt juist de rode draad in de geschiedenis van het bestuursbeleid gedurende het hele bestaan van de vereniging. Op p. 261-262 concludeert Vos: De grootste belemmering voor een slagvaardig optreden van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie was steeds haar heterogene karakter’. Hoe het ook zij, deze studie is een krachtige informatiebron voor een ieder die zich in de geschiedenis van de Nederlandse psychiaters wil verdiepen. Beoordeling redactie: |
|