1993 Families First
Pedagogische thuishulp, dienstbare professionals en de kracht van het sociale netwerk
    homepage   volgende   laatste
Lange tijd was de eerste reflex bij problematische gezinssituaties om in te grijpen en kinderen uit huis te plaatsen of een gezinsvoogd aan te stellen. In minder ernstige gevallen kon hulp via een Medisch-Opvoedkundig Bureau uitkomst bieden. Over de effectiviteit daarvan groeide in de jaren zeventig steeds meer twijfel: ouders waren vaak de wanhoop nabij, kinderen hielden er trauma’s aan over en professionals voelden zich machteloos. Bovendien was het duur.

In de jaren tachtig zette de overheid daarom het ‘zo-zo-zo’-beleid in. Jeugdigen en hun ouders moesten ‘zo dicht mogelijk bij huis, van zo kort mogelijke duur en in zo licht mogelijke vorm’ geholpen worden. Daarmee groeide de behoefte aan interventies die zich intensief richten op de gezinssituatie. In de Verenigde Staten was hiermee veel ervaring opgedaan met het programma Homebuilding, inmiddels beter bekend onder de naam Families First. Kenmerken van de aanpak zijn: onmiddellijke start, de hulp sluit aan bij wensen en krachten van het gezin, de veiligheid van het kind staat centraal en de gezinsmedewerker is flexibel en ruim beschikbaar voor het gezin. Het programma is in 1993 in Nederland in opdracht van het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) geïntroduceerd door het toenmalige Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Na enkele succesvolle pilots is het programma actief verspreid in Nederland, waarbij tegelijkertijd een structuur voor ondersteuning en kwaliteitsbewaking werd aangeboden.

In dezelfde periode ontstonden er in hoog tempo veel varianten van hulp in het gezin, onder namen als Videohometraining, Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling, Intensieve Pedagogische Thuishulp etcetera. Een inventarisatie in 2001 telde 56 varianten, aangeboden door tachtig instellingen. Ongeveer vijftien van deze programma’s hebben hun weg gevonden naar de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut, dat wil zeggen dat ze theoretisch goed onderbouwd dan wel effectief zijn.
De praktijk is nog steeds volop in ontwikkeling, waarbij interventies steeds meer worden afgestemd op specifieke problemen en doelgroepen. Recent is de opkomst van Multisysteemtherapie (MST) voor hulp aan jeugdige delinquenten en hun ouders. Van MST is ook een variant ontwikkeld voor gezinnen waarin sprake is van kindermishandeling.

Al met al is er sprake van een belangrijke accentverschuiving in de rol van de professional. Die uit zich ook in een hernieuwd accent in het Nederlandse jeugdbeleid, waarin steeds nadrukkelijker wordt uitgegaan van de eigen kracht van gezinnen, vooral door het versterken van het sociale netwerk van het gezin. Een voorbeeld daarvan is het programma Signs of Safety, dat zich richt op gezinnen waarin sprake is van (een vermoeden van) kindermishandeling. Het uitgangspunt is dat gezinnen met problemen de mogelijkheden hebben om eigen oplossingen te bedenken. Het netwerk rond het gezin helpt bij de uitvoering van het contract dat ouders en hulpverlener afsluiten. Een andere variant is de Wraparound Care. Hierbij wordt informele en formele zorg gecombineerd met één centrale persoon als spil en aanspreekpunt.

Een fundamentele stap in deze verschuiving wordt gemaakt door de Eigen Kracht Centrale met de Eigen Kracht-conferentie. Dituit Nieuw-Zeeland afkomstig besluitvormingsmodel is in 2001 in Nederland geïntroduceerd. Inmiddels zijn er zo’n 8000 EK-conferenties georganiseerd. Bij deze aanpak stellen gezinnen waar problemen spelen rond de opvoeding, samen met hun netwerk van familieleden, vrienden, kennissen en andere belangrijke betrokkenen een plan op om de problemen aan te pakken. Een onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator,- hij/zij heeft geen inhoudelijke bemoeienis en is niet verbonden aan een organisatie die professionele hulp biedt - bereidt de bijeenkomst voor en zorgt ervoor dat iedereen goed geïnformeerd is. Het gezin maakt vervolgens samen met de aanwezigen een plan, dat uit een flink aantal concrete afspraken kan bestaan. Het gezin geeft zo vorm aan zijn eigen verantwoordelijkheid, waarbij een optimale ondersteuning van het eigen netwerk centraal staat. Sleutelwoorden bij een Eigen Kracht-conferentie zijn: verbreed de kring, verzamel betrokkenheid en kennis, en laat de regie bij mensen zelf. De professional is dienstbaar aan de totstandkoming en uitvoering van de afspraken die het netwerk maakt. Hij/zij is onderdeel van het proces.

In zeker opzicht heeft de geschiedenis de professional daarmee van zijn voetstuk gehaald. Hij/zij heeft niet langer het alleenrecht op de beste oplossingen, maar is een professionele gids geworden bij de oplossingen die mensen zelf bedenken en organiseren.

Publicatiedatum: maart 2012,
laatste wijziging: 10 september 2013.
Auteurs: Marianne Berger, NJi

Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :00-00-0000
Auteur(s): Marianne Berger,
Verwante vensters
Extra De Opvoedpoli
In 2008 nam de oud-jeugdzorg-medewerker Linda Bijl het initiatief tot een vorm van jeugdzorg die zou ontsnappen aan de bureaucratie en omslachtigheid die de reguliere hulpverlening kenmerkte. Ze wilde een organisatie die dicht in buurt werkte en systeemgericht. Dat werd De Opvoedpoli, naar eigen zeggen ontstaan vanuit de gedachte dat: 'de zorg voor de jeugd eerder, sneller, beter en goedkoper kan.' De Opvoedpoli biedt, volgens de website: 'nieuwe, eigentijdse en eigenzinnige vormen van geestelijke gezondheidszorg (ggz), onderwijshulp en jeugdzorg. Wij werken systeemgericht: wij zien het kind, het gezin én de omgeving. Wij zijn creatief, onconventioneel, commercieel zelfs. De Opvoedpoli kent geen wachtlijsten, is 24/7 bereikbaar voor cliënten in crisis. Wij kiezen voor een kleine overhead en een zakelijke bedrijfsvoering. Onze professionals hebben de vrijheid om hun werk te doen en nemen verantwoordelijkheid voor het resultaat.' De Opvoedpoli is snel gegroeid, en heeft inmiddels teams aan het werk in zo'n tien gemeenten.
Verder studeren
Literatuur
  • Brown, R., & Hill, B. (1996), 'Opportunity for change: Exploring an alternative to residential treatment', in: Child Welfare League of America, 725, pp. 35-57.
  • Kemper, A. (2004), vormen van thuisbehandeling: doelgroep, werkwijze en resultaten.. Proefschrift. Nijmegen: Radboud Universiteit.
  • Externe link Spanjaard, Han, en Marianne Haspels (2005), Families First Handleiding voor gezinsmedewerkers Amsterdam: SWP / NJi.
  • Steege, M. van der (2005), 'Multiprobleemgezinnen',  in: Handboek kinderen & adolescenten. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  • Veerman, J.W., Janssens, J. en Delicat, J (2005), 'Effectiviteit van intensieve pedagogische thuishulp: een meta-analyse’ , in: Pedagogiek. 25e jaargang, nummer 3, pp. 176-196.
  • Externe link Hermanns, Jo, Andrea Klap, Karin Smit en Antoon Zwart (2012), Wraparound care in de jeugdzorg Implementatie van Intensieve Pedagogische Thuishulp.  Amsterdam: SWP, ISBN: 978 90 8850 245 3, 120 pagina's, 1ste druk november 2012.
Aanvullend materiaal
Links
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
Video



Welzijnsdebat 15 oktober 2009 Soesterberg. Prof. dr. Jo Hermanns, hoogleraar opvoedkunde, spreekt over de sociale professional als 'expert van het gewone leven'. Wat moet een professional die in het gezin komt kunnen?



Mike Doolan uit Nieuw Zealand over de kracht van Family Group Conferences (Eigen Kracht conferenties).

    homepage   volgende   laatste