Deze canon is mogelijk gemaakt door de volgende maatschappelijke aandeelhouders:
Verwante vensters
1870Helena Mercier Grondlegster maatschappelijk werk
Halverwege de negentiende eeuw begint de Nederlandse samenleving te gisten. Stoommachines nemen de economie op sleeptouw en de daaruit voortvloeiende industrialisatie verandert de Nederlandse steden ingrijpend. De bevolking van de steden groeit exponentieel en de nieuwe fabrieksarbeiders leven daar vaak in erbarmelijke omstandigheden. Dat baarde zorgen, juist ook in de betere kringen. De opeenhoping van mensen was een bedreiging voor de gezondheid en de openbare orde. Misschien zelfs wel een revolutionaire dreiging. Maar het was ook mensonterend. Multatuli noemde de krotwoningen ‘vuistslagen in het gezicht van de menselijke beschaving’ (Ideën 1223, onderdeel van Woutertje Pieterse). Tegen die achtergrond voelde een aantal vrouwen uit de gegoede burgerij zich geroepen om hier iets aan te doen. Voor hen was dat een vorm van emancipatie: vrouwen moesten niet langer werkloos toezien. Juist zij beschikten immers van nature over het inlevingsvermogen en de zorgzaamheid die nodig waren om wat aan de sociale problemen te doen.
Helena Mercier (1839-1910) was één van deze sociaal bewogen vrouwen. Zij werd een van de grondleggers van het maatschappelijk werk in Nederland. Als (mede-)oprichtster van sociale instellingen creëerde zij een arbeidsterrein voor vrouwen van haar stand en droeg tegelijk bij aan de verheffing van arbeiders. Zij begon rond 1870 te publiceren over sociale verbetering, het feminisme en het maatschappelijk werk. In 1887 nam zij het initiatief tot oprichting van de eerste volkskeuken in de Amsterdamse Jordaan. Mercier heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de discussies over het woningvraagstuk die uiteindelijk leidden tot de Woningwet van 1901. Zij propageerde in Nederland het werk van Octavia Hill, die in Londen het initiatief had genomen tot wat later het woonmaatschappelijk werk is gaan heten en dat begon met het beheer van arbeiderswoningen door woningopzichteressen. Mercier was tenslotte ook betrokken bij het eerste volkshuis ‘Ons Huis’ in 1892 in de Rozenstraat in de Jordaan. Helena Mercier stond – in 1899 - aan de wieg van de eerste beroepsopleiding voor het sociaal werk: de Opleidingsinrichting voor Sociale Arbeid, de latere School voor Maatschappelijk Werk. Het initiatief daartoe ging uit van Marie Muller-Lulofs die zich liet inspireren door het artikel van Mercier Op den drempel van het maatschappelijk leven uit 1885, waarin zij beweerde dat vrouwen zich alleen met een degelijke kennis van de maatschappij aan sociaal werk moesten wijden. Een verzoek om zelf directrice van de school te worden wees Mercier om gezondheidsredenen af. De sociaal-liberale hervormer Arnold Kerdijk (1846-1905) was voor haar een steunpilaar; hij werd bestuursvoorzitter van de nieuwe school.
Helene Mercier was een pionier, die met haar geschriften veel vrouwen inspireerde. Een flink aantal vrouwen trad in haar voetspoor.Zoals de al genoemde Marie Muller-Lulofs (1854-1954), die in 1904 in Utrecht een kinderhuis voor ‘naschoolse opvang’ oprichtte, met het doel om kinderen van werkende moeders een veilig en gezond heenkomen te bieden. En Emilie Knappert (1860-1952) de oprichtster van het Leidse Volkshuis en vanaf 1915 tot 1926 toonaangevend directeur van de School voor Maatschappelijk Werk. En tenslotte: Johanna ter Meulen (1867-1933) en Louise van der Pek-Went (1865-1951) die vanaf 1894 het woonmaatschappelijk werk op de kaart hebben gezet. In deze traditie van doortastende vrouwen heeft het maatschappelijk werk zich ontwikkeld als vrouwenberoep, tot op de dag van vandaag. Volgens sommigen is daarom ook de status van het beroep onderontwikkeld gebleven.
Publicatiedatum: 01-06-2007
Datum laatste wijziging :23-11-2018
Auteur(s): Jos van der Lans,