Jaarlijkse Mulock Houwer-lezing
Daan Mulock Houwer (1903-1985) was decennia lang een van de gezichtsbepalende figuren in de Nederlandse kinderbescherming, spraakmakend, kritisch, veeleisend, volstrekt onconventioneel, zeer betrokken bij de inhoud van het werk en altijd nieuwsgierig naar nieuwe en betere inzichten. Om het werk en de betekenis van pioniers, vernieuwers en invloedrijke denkers en doeners uit de geschiedenis van de jeugdzorg meer aandacht te geven in de huidige jeugdzorg en kinderbescherming, organiseren het Nederlands Jeugdinstituut en Defense for Children sinds 2011 jaarlijks de Mulock Houwer-lezing. De Canon Zorg voor de Jeugd Nederland ondersteunt dit initiatief. Op deze pagina een overzicht van de lezingen, die financieel mogelijk gemaakt worden door het fonds Pro Juventute.
Annet van ZonGedeeld opvoederschap: een groots gebaar 2018
Achtste Mulock Houwer-lezing
15-11-2018, Kinderrechtenhuis, Leiden

Uitgesproken door:
Annet van Zon

Titel:
Gedeeld opvoederschap: een groots gebaar

Download de lezing
    overzicht   volgende   laatste
Op 15 november 2018 sprak Annet van Zon, bestuurder van jeugdzorgorganisatie Entrea Lindenhout de achtste Mulock Houwer-lezing uit. Het onderwerp was de pleegzorg, een vorm van jeugdzorg waar ook Daniël Mulock Houwer zich altijd sterk voor heeft gemaakt.

Pleegzorg kent een rijke voorgeschiedenis, die zelfs terug te voeren is naar de zestiende eeuw, toen wezen en vondelingen opgenomen werden in boerengezinnen en verzorging kregen in ruil voor hun hulp in het boerenbedrijf. Deze zogenoemde gezinsverpleging zou uiteindelijk leiden tot wat we nu pleegzorg noemen. In eerste instantie richtte de pleegzorg zich vooral op de verzorging van kinderen. Pas in de negentiende eeuw kwam er meer aandacht voor de opvoeding. De pleegzorg ontwikkelde zich vanuit liefdadigheid naar een steeds verder geprofessionaliseerde voorziening, waarin de vrijwilligheid van pleegouders centraal is blijven staan.

Als bestuurder van de jeugdzorgorganisatie kan Van Zon als geen ander verbanden leggen tussen de geschiedenis en actualiteit van pleegzorg. Haar lezing komt neer op een krachtig pleidooi om de biologische ouder(s) nooit weg te gummen of naar het tweede plan te verdrijven, hoe dramatisch sommige situaties ook kunnen zijn. Ouders verdwijnen niet uit de gedachten als een kind bij pleegouders wordt ondergebracht. Die moeten ook niet een gedelegeerd ouderschap krijgen, maar een gedeeld ouderschap. In feite, aldus Van Zon, krijg je als pleegouders niet te maken met een pleegkind, maar met een gezin, een broos of kwetsbaar gezin. Dat omvattende perspectief moet altijd voorop staan. Ook bij de begeleiding die de jeugdzorg voor pleegouders te bieden heeft.

Dit zijn de aanbevelingen van Annet van Zon:

1. Zet in op gedeeld opvoederschap.
Vanuit de notie dat onze inzet misschien wel het meest gericht zou moeten zijn op ondersteuning van ouders, om hen te helpen de ouder te worden die ze hadden willen zijn. Laten we programma’s ontwikkelen die dit mogelijk maken, of interventies verstevigen of oppoetsen die hier al op gericht zijn. We kunnen daarbij leren van andere programma’s waarbij ouders groepsgewijs samenwerken aan opvoedkracht en elkaar feedback geven. Juist dit leren van elkaar en het delen van ervaringsdeskundigheid blijkt een krachtig middel te zijn.

2. Maak gebruik van de kracht van pleegouders om gedeeld opvoederschap vorm en inhoud te geven.
In de ene situatie zal dat meer mogelijk zijn dan in de andere situatie en dat is prima! Wanneer we erop inzetten ouders het vertrouwen te geven dat ze er mogen zijn voor hun kind en een wezenlijk onderdeel uitmaken van de opvoeding, dan kan dat ook in op het oog heel kleine zaken zitten. Evenzeer zullen we pleegouders het vertrouwen moeten geven dat zij in staat zijn om de wereld van het kind heel te houden, met vallen en opstaan en soms dwars door alle emoties heen. Gedeeld opvoederschap, een groots gebaar!

3. Ervaar de kracht die uitgaat van de geste van het vertrouwen geven.
Er ontstaat ruimte en een ander perspectief. Doe dit vanuit de wetenschap dat er geen zekere uitkomst is, en dat het geven van vertrouwen niet causaal leidt tot het geluk van kinderen. Het betekent wel dat er een kans ontstaat, een plausibiliteit, ‘stel je voor...’ En wat kunnen wij als professionals, beleidsmakers, bestuurders doen om die kans zo groot mogelijk te laten zijn? Hoe kunnen wij op onze beurt vertrouwen geven, ruimte maken en goede omstandigheden creëren om echt te transformeren?

4. Laten we nieuwe taal maken en met nieuwe begrippen gaan werken!
Hanteer bijvoorbeeld een ‘opvoedbelofte’ in de plaats van het Opvoedbesluit. Organiseer een krachtige bevestiging van de gezamenlijke inzet om een kind heen, waarbij het gaat om een belofte, om toewijding en diep commitment: Wij maken ons verantwoordelijk voor de opvoeding van dit kind, van ons kind. Dat beloven wij!

5. Laten we verhalen verzamelen
over hoe dit werkt, over de successen die er zijn, en over de stenige paden die bewandeld worden. Het lukt niet altijd en niet overal goed en dat mag ook gezegd worden.

En al lukt het maar in een deel van de pleegzorgplaatsingen om op deze manier de wereld van het kind heel te houden, het ongedeelde kind gekoesterd in gedeeld opvoederschap, dan is er een wereld gewonnen.


Voor meer informatie kunt u bellen met: Liz van Velzen van Defence for Children op tel. 071 516 09 80 of mailen naar info@defenceforchildren.nl.



    overzicht   volgende   laatste
?>