Daan Mulock Houwer (1903-1985) was decennia lang een van de gezichtsbepalende figuren in de Nederlandse kinderbescherming, spraakmakend, kritisch, veeleisend, volstrekt onconventioneel, zeer betrokken bij de inhoud van het werk en altijd nieuwsgierig naar nieuwe en betere inzichten. Om het werk en de betekenis van pioniers, vernieuwers en invloedrijke denkers en doeners uit de geschiedenis van de jeugdzorg meer aandacht te geven in de huidige jeugdzorg en kinderbescherming, organiseren het Nederlands Jeugdinstituut en Defense for Children sinds 2011 jaarlijks de Mulock Houwer-lezing. De Canon Zorg voor de Jeugd Nederland ondersteunt dit initiatief. Op deze pagina een overzicht van de lezingen, die financieel mogelijk gemaakt worden door het fonds Pro Juventute. |
2013 Derde Mulock Houwer-lezing 21-11-2013, Leiden, Kinderrechtenhuis Uitgesproken door: Prof. Dr. Herman Baartman was van 1988 tot 2005 hoogleraar Preventie en Hulpverlening inzake Kindermishandeling aan de Vrije Universiteit Amsterdam Titel: Eigen kracht, daadkracht en solidariteit Download de lezing |
|
In 2013 werd de Mulock Houwer lezing verzorgd door prof. dr. Herman Baartman, deskundig op het gebied van de preventie en aanpak van kindermishandeling. In zijn voordracht boog hij zich over de vraag hoe bruikbaar de uitgangspunten van de transformatie van de zorg voor jeugd zijn voor de aanpak van kindermishandeling. In het huidige beleid ten aanzien van kindermishandeling neemt hij een paradox waar tussen de actuele visie op ‘het waarderen van eigen kracht’ en de praktijk van ‘drang en dwang’, die vooral is ingezet na de dood van het meisje Savanna. In zijn lezing zette hij uiteen hoezeer beide beleidsvisies een afspiegeling zijn van het eeuwige dilemma dat zorgt voor spanning op de werkvloer tussen families first (het gezin bij elkaar houden) en children first (de veiligheid van het kind als eerste prioriteit) Uit de lezing: ‘Het kan geen kwaad om aan de vooravond van een belangrijk keerpunt in de jeugd¬zorg eens stil te staan bij deze centrale vraagstukken en om te zien naar eerdere keerpunten in de geschiedenis. En dan vast te stellen dat we telkens op een deels nieuwe, deels oude manier oude en nieuwe problemen en oplossingen geherformuleerd hebben. Het maakt ons bescheiden, en het houdt ons kritisch wat betreft visie, beleid en praktijk.Ik behandel eerst drie episodes in de aanpak van kindermishandeling. De eerste begint met de Kinderwetten van 1905, de tweede laat ik beginnen met de oprichting van de Vereniging tegen Kindermishandeling in 1970 en de derde in 2005 met de publicatie van het Inspectierapport in de Savanna zaak. Daarna bespreek ik het verband tussen beleid en werkvloer en de betekenisverschuivingen rond het begrip kindermishandeling. Ik sluit af met een poging om in solidariteit een evenwicht te vinden tussen eigen kracht en daadkracht.’ |
|