1982 MO / Samenlevingsopbouw Een eigen vakpers |
|
Vanaf de oprichting van het NIMO in 1965 heeft de samenlevingsopbouw en het opbouwwerk een eigen vakpers gehad. Het begon met het Nimo-bulletin, dat later Tijdschrift Opbouwwerk ging heten. Dat blad fuseerde in 1977 met het tijdschrift Maatschappelijk Welzijn tot het maandblad Marge, dat zich in de geest van de tijd ontwikkelde tot een progressief algemeen welzijnsblad, waarin slechts zijdelings aandacht voor opbouwwerk was. Zo ontstond er een lacune die voor Wil van de Leur, directeur van het Landelijk Platform Opbouwwerk, reden was om in 1982 een start te maken met het uitbrengen van Mededelingen Opbouwwerk, dat later MO/Samenlevingsopbouw ging heten. Met 31 jaargangen en 4 tot 10 nummers per jaar kwam MO/Samenlevingsopbouw op een totaal van 235 nummers. Die weerspiegelen bij elkaar hoe er er tussen 1982 en 2012 over het vak en het werkveld werd gedacht. Terugbladerend zien we hoe het beeld over het vak samenlevingsopbouw zich ontwikkelt en lezen we de veranderende ambities van de redacties. Ook zien we dat de informatiebehoefte voortleeft, maar nu in andere vormen. 1. Beeld van het vak Vele onderwerpen passeerden de revue. Een steekproef uit ieder laatste nummer of voorlaatste nummer van een jaargang leverde het bovenstaande beeld op. Opvallend is dat met slechts drie onderwerpen de helft van het blad werd gevuld: vakontwikkeling (21%), participatie (18%) en volkshuisvesting (12%). Door de jaren heen De onderwerpen in het blad veranderden in de loop der jaren. In het begin was ‘werk en uitkering’ (later 9%) samen met ‘sociale ongelijkheid’, het belangrijkste onderwerp. Van eenzelfde omvang als ‘participatie’ en ‘volkshuisvesting’ in de laatste jaargangen. Henk Krijnen, één van de laatste redactieleden, zegt hierover: “De bevolking collectief verheffen, daar ging het om.“ Er was veel ruimte voor de gevolgen van de WAO en andere overheidsmaatregelen. Andere onderwerpen die in het blad aan bod kwamen, zijn: ▪ Opinievorming (9%) over maatschappelijke vraagstukken en stromingen in welzijn is in al die jaren een vast onderdeel. In 1997 verscheen bijvoorbeeld al een artikel over de generalist en de specialist. ▪ Sociale vernieuwing, in de grafiek onder ‘overheid en politiek’ (8%) geschaard, was lang een terugkerend onderwerp. De inrichting en afkalving van de verzorgingsstaat gingen gepaard met terugtredend belang van het opbouwwerk. Daar werd veel over geschreven. ▪ Overigens had het blad alle jaargangen door aandacht voor een groot aantal onderwerpen. Opbouwwerk is door de jaren heen een zeer divers vak geweest, dat zich op veel terreinen manifesteerde. In het blad is daarbij altijd plek geweest voor regionaal opbouwwerk-nieuws. Om van elkaar te kunnen leren. 2. Ambities van de redacties Uit de redactionele verantwoording blijkt dat men meegaat met de tijdsgeest. Het vak is altijd zelfbewust geweest en professionaliseert steeds verder, dat weerspiegelt zich in het blad. Van ‘wegwerpblad’ tot professionele fullcolour uitgave. Het blad verandert van in zichzelf gekeerd, naar een bredere blik op de buitenwereld, naar opgaan in die buitenwereld wanneer “nieuwe spelers” ook opbouwwerktaken naar zich toe trekken. Zelfs zover dat het in 2012 ophoudt zelfstandig te bestaan en opgaat in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken. Het begin: 1982, Mededelingenblad Opbouwwerk Redactie: Greet Hettinga, Maarten Snel en Wil van de Leur. ▪ “Het mededelingenblad Opbouwwerk is een voortzetting en uitbreiding van de Nieuwsbrief die gedurende de voorbereidingsperiode van het landelijk steunpunt opbouwwerk vrij geregeld aan belangstellenden werd toegezonden.”De tussenfase: 1993, een nieuwe naam: MO/Samenlevingsopbouw Redactie: Fenny Gerrits, Greet Hettinga, Wil van de Leur en Kees Stuurop. ▪ “Er is echter één gegeven dat in die achterliggende jaren niet is veranderd. Dat is de noodzaak tot legitimatie van het opbouwwerk als maatschappelijk nuttig en nodig. Nuttig, omdat het opbouwwerk zeer bruikbare, praktische oplossingen uitdenkt, voor onze maatschappelijke problemen. Nodig, omdat de solidariteitsgedachte permanent onder de aandacht van systeem en burger moet worden gebracht door een instantie die onbaatzuchtig met macht om kan gaan.”Het einde van MO/Samenlevingsopbouw: nr 234/235, winter 2012 Redactie: Henk Krijnen, Kitty van den Hoek, Chris Veldhuysen en Coby van Geffen. ▪ “In het nieuwe blad wordt de focus scherp gericht op professionele ontwikkelingen. Welke nieuwe interactie ontstaat tussen burgers en professionals? Kristalliseren zich bruikbare opvattingen uit over het soort vakmanschap dat we tegenwoordig nodig hebben?”Over die laatste fase zegt Henk Krijnen in 2019: “De neerwaartse spiraal bestond uit een legitimatiecrisis van het vak, gevolgd door de decentralisatie en gevolgen daarvan, plus de komst van meer spelers op het voorheen exclusieve terrein. Daar stond tegenover dat opbouwwerkers wel gewoon doorgingen en experimenteerden binnen de nieuwe kaders. De redactie werkte tegen de heersende tendens in. "We wilden de fakkel brandend houden." In de hoop dat het vak opbouwwerk ooit weer op zou leven. Maar op dat moment waren de kosten voor het maken van het tijdschrift niet meer te dragen. Samenlevingsopbouw had toen geen prioriteit.” 3. Vervolg Een eigen vakblad is er niet meer. Tegelijk is er wel een markt voor onderlinge uitwisseling. Opbouwwerkers kunnen sinds 2012 bij vier bronnen hun vakkennis op peil houden. ▪ Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken4. Nieuwe media Het is zoeken naar een speld in de hooiberg op sociale media naar opbouwwerk / samenlevingsopbouw. Althans, in Nederland.Bovengenoemde bronnen zijn deels via social media te vinden. De Belgen doen het wat dat betreft veel beter.
“… organiseert de door de overheid erkende sector Samenlevingsopbouw zich in acht regionale vzw’s, in de Vlaamse provincies en in de steden Antwerpen, Brussel en Gent.” Die via een LinkedIngroep ontsloten worden: linkedin.com/company/samenlevingsopbouw en een site hebben: https://www.samenlevingsopbouw.be. Plus hun aanwezigheid op Facebook, YouTube en Twitter. Ondersteund door SAM, Steunpunt Mens en Samenleving www.samvzw.be.
Publicatiedatum: 04-09-2019
Datum laatste wijziging :22-09-2023 Auteur(s): Hans Versteegh, met dank aan Gui van Hooijdonk |
|