2005 Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA)
Versterk de kracht van bewoners
 
  homepage   volgende   laatste
De eerste Minderhedennota van september 1983 constateert dat in aanwijsbare wijken en buurten achterstanden zich concentreren en dat vooral nieuwkomers en minderheden daarvan de dupe zijn. Om daar tegenwicht aan te bieden, formuleert de regering het zogenaamde PCG-beleid, waarbij de afkorting staat voor Probleem Cumulatie Gebieden. Anders dan het stadsvernieuwingsbeleid richt dit beleid zich niet in de eerste plaats op huizen, maar op mensen. In die zin vormt het PCG-beleid de start van een lange reeks van wijkgerichte interventies met per kabinet wisselende aanduidingen (sociale vernieuwing, grote stedenbeleid, Vogelaarwijkaanpak).

Integraal en onorthodox
Het PCG-beleid bestaat eruit dat er in 18 gemeenten 30 wijken worden aangewezen waarin extra wordt geïnvesteerd om de achterstanden integraal en onorthodox te bestrijden. Voor het Landelijk Platform Opbouwwerk (LPO) is deze ontwikkeling reden om opbouwwerkers uit deze wijken en verantwoordelijke gemeenteambtenaren in een samenwerkingsverband bijeen te brengen. Ook vertegenwoordigers van bewonersorganisaties worden daarbij betrokken, want dat was de les van de stadsvernieuwing: zonder de substantiële inbreng van bewoners loopt het spaak.

Zo ontstaat in 1986, als onderdeel van het LPO, het Landelijk Samenwerkingsverband Achterstandsgebieden (LSA), gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, met als coördinator Dorine Winkels. De bedoeling is om ervaringen uit te wisselen en de uitvoering van bewonersgestuurd opbouwwerk methodisch verder te brengen. Daartoe worden conferenties en landelijke bewonersdagen georganiseerd. Die eerste bewonersdag vindt plaats op 14 oktober 1987, waarbij het gemeentebestuur van Deventer als gastheer optreedt.

De LSA ontwikkelt zich in snel tempo tot een organisatie voor en door bewoners als in 1989 de dan 40-jarige Eindhovense opbouwwerker Henk Cornelissen Dorine Winkels opvolgt. Tot dat moment is Cornelissen in dienst bij de Stichting Opbouwwerk Eindhoven en als opbouwwerker onder andere actief in één van de dertig PCG-wijken: Woensel-West. Door zijn ervaring in de stadsvernieuwing in deze volkswijk is hij er ten diepste van overtuigd dat bewoners in wijken een sturende rol moeten spelen in de aanpak van de wijken waarin ze wonen. Zo is Woensel-West behoed van grootschalige sloop en op basis van de wensen van bewoners gerenoveerd. In de ogen van Cornelissen werken opbouwwerkers dus ten dienste van bewonersgroepen en bewonersorganisaties. Hij heeft een broertje dood aan betwetende welzijnswerkers of instituties die over de hoofden van mensen in naam van goede bedoelingen hun werk doen.

Bewoners zijn woordvoerders
Henk Cornelissen zal tot 2014 een kwart eeuw leiding geven aan het bureau van het LSA, dat zich in die periode omvormt tot een innovatief samenwerkingsverband van actieve bewonersgroepen. Bewoners hebben het voor het zeggen. Cornelissen houdt zich daar zo strikt mogelijk aan. In het openbaar voert hij vrijwel nooit het woord namens het LSA; het zijn altijd vertegenwoordigers van bewonersorganisaties die dat doen. Dat geldt ook intern. De kern van de organisatie wordt in de jaren negentig gevormd door het Bewonersplatform. Dit platform bestaat uit vertegenwoordigers van bewonersorganisaties die regelmatig bij elkaar komen om activiteiten voor te bereiden en kennis en ervaring uit te wisselen.

De Landelijke Bewonersdagen, met steeds andere gemeenten als gastheer, zijn vanaf het begin een succes en worden steeds massaler bezocht. Ze groeien al snel uit tot een evenement waarbij verantwoordelijke bewindslieden niet verstek kunnen laten gaan. Zelfs toen de LSA-bewonersdag op 19 januari 1991 vrijwel samen viel met het begin van de Golfoorlog gaf minister-president Lubbers – tot verrassing van velen – gewoon acte de présence.

Hoogoplopende ruzie
De verandering van samenwerkingsverband van opbouwwerkers naar een steeds zelfstandiger opererende organisatie voor actieve bewoners zorgt binnen het Landelijk Centrum Opbouwwerk (zoals het LPO vanaf 1993 heet), waar Wil van de Leur de scepter zwaait, in toenemende mate voor onderlinge spanning. Het bewonersplatform en Cornelissen claimen in toenemende mate een onafhankelijke positie met een eigen financiering; Van de Leur wil het succesvolle LCO-kindje graag in ‘zijn’ opbouwwerkfamilie houden en verzet zich tegen de pogingen om zelfstandig verder te gaan.

In 2002 besluit het bewonersplatform definitief om een vereniging voor actieve bewoners op te richten en op zelfstandigheid af te koersen. Dat zet de verhouding tussen Wil van de Leur en Henk Cornelissen definitief op scherp. Van de Leur toont zich van zijn meest onaangename kant, dreigt met ontslag en andere onaangenaamheden en weigert elke medewerking. Het duurt mede daardoor tot 2005 voordat de LSA met een eigen financiering los komt van het LCO en een eigen kantoor opent in Utrecht.

ABCD-aanpak
Het LSA is dan, aangejaagd door Henk Cornelissen die een sterke Angelsaksische oriëntatie kent, al enige jaren in de ban van de ABCD-methodeAsset Based Community Development, die onder de naam ‘Wijkontwikkeling op eigen kracht’ vlak na de eeuwwisseling in Nederland wordt geïntroduceerd. Deze aanpak breekt radicaal met het in ons land dominante probleem-georiënteerde beleidsdenken, waarbij wijken en wijkbewoners louter op hun tekortkomingen en beperkingen worden aangesproken. De ABCD-aanpak gaat niet uit van wat mensen niet kunnen, maar onderzoekt wat mensen wel kunnen, waar de potenties liggen en begint vandaaruit aan wijkontwikkeling te werken. In zes gemeenten wordt in samenwerking met het LSA met deze wijkaanpak geëxperimenteerd.

Het Amerikaanse model (ontworpen in een context waar de overheid eigenlijk nauwelijks verantwoordelijkheid neemt) blijkt in de Nederlandse verzorgingsstaat toch niet één-op-één toepasbaar. Institutionele partijen en de overheid kunnen niet echt los komen van het traditionele probleemgestuurd denken, waarbij zij de prioriteiten aangeven en de agenda bepalen. Daarop introduceert het LSA een nieuwe minder omvattende en meer projectgerichte variant, geïnspireerd door de Engelse Can Do-aanpak, waarin wensen, dromen en verlangens van bewonersgroepen desnoods tegen de klippen in toch gerealiseerd worden. Deze Kan-Wel-aanpak is sinds 2006 in dertig gemeenten met succes uitgevoerd. Overigens komen er sinds de introductie met vaste regelmaat projecten op basis van de ABCD-aanpak van de grond.

Positie van bewoners
Het LSA zet zich na de verzelfstandiging steeds nadrukkelijker op de kaart, onder meer door Tweede Kamerleden een wijk te laten adopteren en hen zo te verbinden aan bewonersgroepen. Zo ontstaat een fijnmazig netwerk van politici die rechtstreeks in contact zijn met bewoners uit wijken. Dat heeft het LSA flink geholpen in het verkrijgen van financiering, maar daardoor is de vereniging er ook steeds nadrukkelijker in geslaagd om de positie van bewoners op het netvlies van Haagse plannenmakers te krijgen. De aanpak van de Vogelaarwijken is daar een treffend voorbeeld van. De politieke eis was dat bewoners partij moesten worden in alle wijkactieplannen die aan de wijkenaanpak ten grondslag lagen.

Het LSA is een relatief kleine organisatie van zo’n tien medewerkers, die voortdurend op zoek is naar innovatieve methoden en instrumenten die het bewonersbelang of de positie van bewoners in wijken daadwerkelijk versterken en die helpen om de kennis daarover te verspreiden en te delen. Daarbij schuwt het niet om van het buitenland te leren en goede instrumenten in Nederland te introduceren. Daar heeft het inmiddels een reputatie mee hoog te houden. Voorbeelden zijn:
– een systematiek voor het verdelen van bewonersgelden door bewoners (vouchers voor bewoners – in 2008 door minister Vogelaar omarmd en landelijk ingezet);
– een eigen controlesysteem voor wijkenbeleid (Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie);
– het oprichten en ondersteunen van ondernemingen van waaruit bewoners zelf leefbaarheid en wijkeconomie kunnen stimuleren (BewonersBedrijven);
– ontwerp en lobby voor buurtrechten (onder meer Right to Challenge) een pakket aan rechten en stimuleringsmaatregelen om burgers meer zeggenschap te geven over hun directe leefomgeving. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 hebben ruim 150 gemeenten inmiddels een vorm van deze buurtrechten ingevoerd (zie kaart bij afbeeldingen).

Energietransitie
Het LSA is de oorspronkelijke gerichtheid op kwetsbare wijken inmiddels ontgroeid zonder die overigens uit het oog te verliezen. Bewoners wonen immers overal en ook buiten zwakke wijken nemen ze volop initiatieven. Daarom afficheert het LSA zich sinds 2012 als een landelijk netwerk van actieve bewoners, zoals bewonersorganisaties, buurthuizen in zelfbeheer, BewonersBedrijven en (zorg- en energie)coöperaties. Het zal geen verbazing wekken dat het versterken van de positie van bewoners in de energietransitie en de verduurzaming van de woningvoorraad tot een van de nieuwe LSA-prioriteiten is uitgegroeid.

Publicatiedatum: 08-12-2019
Datum laatste wijziging :27-01-2021
Auteur(s): Marja van Engelen-
KLein
, Jos van der Lans,
met medewerking van Henk Krijnen.
Verwante vensters
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
Video

YouTube, 16 december 2010 | Een introductiefilm over het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken. Wat is het LSA?

YouTube, 15 december 2011 | Dit is de intro-film van de Landelijke Bewonersdag 2011: Tijd voor je wijk. Ruim 600 actieve wijkbewoners deden mee aan deze grote bewonersconferentie op 10 december 2011 in Arnhem. Op deze dag stelden deze bewoners met elkaar het ’Manifest van actieve wijkbewoners` op. Dit Manifest beschrijft de voorwaarden waaronder actieve bewoners samen met professionals de sleutelrol in de wijkaanpak kunnen spelen. Minister Donner nam het document in ontvangst.

YouTube, 13 juni 2016 | BewonersBedrijven is een project van het LSA, een vereniging van en voor actieve bewoners.

 
  homepage   volgende   laatste