Deze canon is mogelijk gemaakt door de volgende maatschappelijke aandeelhouders:
1946Saul Alinsky De vader van de samenlevingsopbouw
Een aantal jaren geleden kwam de naam van Saul Alinsky (1909-1972) opnieuw in de belangstelling te staan en verschijnt er een nieuwe stroom publicaties over zijn werk, dankzij een paar uitspraken van de toenmalige president Barack Obama die hem een bron van inspiratie noemt. Daarin staat Obama niet alleen, ook Hillary Clinton heeft wat met Alinsky, ze schreef er haar eindscriptie over. Maar wie is die Saul Alinsky, en wat voor inspiratie heeft hij te bieden?
Alinsky werd geboren in 1909 in een arme wijk in Chicago en groeide op in een orthodox Joods gezin waar veel nadruk lag op studie, werk en geloof. Chicago is ook de stad waar Jane Addams met het Hull House startte, en dat is niet de enige parallel in hun werk. Alinsky was niet meteen een sociaal activist, hij studeerde af in archeologie. Maar de economische crisis van de jaren 30 betekende dat er geen werk was. Als alternatief op werk en onder invloed van zijn betrokkenheid bij de vakbondsacties van mijnwerkers en de stadssociologen Robert Ezra Park en Ernest Burgess van de Chicago School raakte Alinsky betrokken bij de samenlevingsopbouw in de achterstandswijken van Chicago. Zijn eerste grote project was de Back of the Yards wijk, een arm gebied aan de rand van de vleesverwerkende industrie in het noorden van de stad. Enige tijd later verschoof zijn werk naar de Woodlawn wijk in het zuiden van de stad. Hij was erg goed in het activeren van bewonersgroepen, zo goed dat hij begon rond te reizen en door heel de Verenigde Staten groepen opstartte en/of ondersteunde.
In 1940 richtte Alinsky de Industrial Areas Foundation (IAF) op, een netwerk van locale religieuze of wijkgroepen. De organisatie is vandaag de dag nog steeds actief. Het was ook de inspiratie voor vergelijkbare netwerken van bewonersgroepen. Enkele jaren na de oprichting van IAF, in 1946, publiceerde Alinsky zijn eerste handleiding voor de opbouwwerker: Reveille for radicals. In 1971 kwam daar een vervolg op met Rules for radicals. Beide boeken zijn verschillende keren herdrukt en vertaald. Rules for radicals verscheen in 1974 in het Nederlands onder de titel Dat hoef je niet te nemen!.
Zonder twijfel kan Alinsky omschreven worden als de vader van de samenlevingsopbouw, zowel door zijn eigen acties en publicaties als door de inspiratie die hij was voor anderen. In Nederland was dat bv. Piet Reckman met zijn bekende boek Sociale aktie uit 1971. Samenlevingsopbouw is in de ogen van Alinsky DE manier om levensomstandigheden te verbeteren. Zo zei hij: “to hell with charity. The only thing you get is what you are strong enough to get – so you had better organize.”. Alinsky benadrukte steeds dat samenlevingsopbouw een bottom-up activiteit was, gericht op het geven van instrumenten tot sociale veranderingen aan de armen en onderdrukten. Het ging niet om het bereiken van een bepaald doel, maar om hen de middelen te geven hun eigen doelen te bereiken. Samenlevingsopbouwwerk gaat over een stem geven aan de armen en onderdrukten, niet over hun stem zijn.
Alinsky zal ook steeds herinnerd worden omwille van zijn creativiteit bij acties, of ze nu daadwerkelijk uitgevoerd werden of hij er alleen mee hoefde te dreigen. Zo organiseerde hij een huurstaking tegen huisjesmelkers, een sit-in op het kantoor van de burgemeester, een pis-in op de luchthaven van O’Hare (waarbij alle toiletten permanent in gebruik bleven tot overleg opgestart werd) en dreigde hij met een scheet-in tijdens een chique concert, waarbij de demonstranten eerst een zware maaltijd van bonen zouden nuttigen.
Publicatiedatum: 18-06-2012
Datum laatste wijziging :19-05-2021
Auteur(s): Jan Steyaert,