|
Verwante vensters |
2006 ‘De deal met Zalm’ Het Plan van Aanpak en de vernieuwing van de opvang |
|
In 2006 startten de vier grote steden samen met de rijksoverheid een offensief tegen dakloosheid. Officieel staat dit beleid bekend als Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang, dat inmiddels onder de naam Stedelijk Kompas ook navolging heeft gekregen in andere grote en middelgrote centrumgemeenten. De drijvende kracht achter deze voortvarende aanpak was een minister van wie eigenlijk niemand dit had verwacht: Gerrit Zalm. Zalm werd met de realiteit van daklozen geconfronteerd toen hij in 2004 het rapport Een bankrekening voor iedereen kreeg aangeboden. Dit rapport, opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken en het Leger des Heils, maakte duidelijk dat het voor daklozen bijna onmogelijk was om een bankpasje te krijgen. Vooral de indringende verhalen van luitenant-kolonel Ina Voorham, directeur Welzijn en Zorg van het Leger, zette de minister van Financiën aan het denken. Op uitnodiging van Voorham bezocht hij een aantal sociale pensions. Wat hem verbijsterde, zo schreef hij later in zijn weblog, was de enorme hoeveelheid betrokken instanties. Alleen al in politiek Den Haag telde hij zeven ministeries die zich met dakloosheid bezighielden. Verder zag hij ‘zorgverzekeraars, woningbouwverenigingen, opvanginstellingen (zoals het Leger des Heils), psychiatrische inrichtingen, de GGD en nog meer. Dit is bestuurlijk extreem ingewikkeld en dat dak- en thuislozen in dit mijnenveld hun weg kunnen vinden, is een illusie.’ Een effectieve aanpak moest niet bij voorzieningen, maar bij personen beginnen, meende hij. Zalm haalde in 2005 de vier wethouders van de grote steden om tafel. Vooral de PvdA-wethouders (Hans Spekman in Utrecht, Jetta Klijnsma in Den Haag en Hannah Belliot in Amsterdam) hadden zo hun twijfels: een VVD-minister van Financiën die de dakloosheid wil aanpakken – klopt dat wel? Maar de gedreven Zalm liet zich daardoor niet van de wijs brengen. Hij organiseerde een Grote Daklozenconferentie, waar bewindslieden, wethouders, bestuurders van opvanginstellingen en de Federatie Opvang de basis legden voor het Plan van Aanpak, dat op 7 februari 2006 officieel werd gelanceerd. Rijk, gemeenten en opvanginstellingen schaarden zich achter een dubbele doelstelling: hulp aan daklozen via een persoonsgerichte maatwerkaanpak en het tegengaan van verloedering, waar nodig met behulp van ‘dwang en drang’. Met als motto: ‘geen dakloze moet in de grote steden de nacht op straat doorbrengen’. Daarbij hielp het natuurlijk enorm dat Zalm daarvoor gedurende vier jaar jaarlijks ruim 120 miljoen euro wist vrij te spelen. Het heeft gewerkt. Sinds 2006 zijn in de vier grote steden zo’n 10.000 dak- en thuislozen op weg geholpen naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan onder dak. Het aantal buitenslapers is zeer fors teruggebracht en overlast en criminaliteit zijn met ruim 50 procent afgenomen. Al in 2009 meldde de Federatie Opvang dat voor het eerst in honderd jaar een daling te zien was in de vraag naar nachtopvang. Het plan heeft bovendien een sterke impuls gegeven aan een andere vorm van ondersteuning. De persoonsgerichte aanpak is er vooral op gericht mensen in staat te stellen zelfstandig te leven en ze te laten participeren in sociale netwerken. Huisvesting, inkomen en dagbesteding zijn daarvoor cruciale ingrediënten. De begeleiding is daardoor verschoven van opvangen in een voorziening naar ondersteunen in het dagelijks leven, een principe dat ook gestimuleerd wordt door de Wet maatschappelijke ondersteuning. Met een ingewikkeld woord wordt deze trend in de opvangsector ook wel aangeduid als ‘ambulantisering’ – populair gezegd: de professionele ondersteuner komt naar je toe. Zijn daarmee alle problemen rondom dak- en thuisloosheid nu opgelost? Nee. Dak- en thuislozen zijn er en blijven er. Bij de poorten van de opvang melden zich nieuwe groepen, zoals Midden- en Oost-Europeanen, die door het in het Stedelijk Kompas vastgelegde principe van regiobinding vaak op gesloten deuren stuiten. Ook de behoefte aan crisisopvang en vooral preventieve maatregelen is niet minder geworden. Feit blijft echter dat de opvangsector met ‘de deal met Zalm’ (de uitdrukking is van Marianne van den Anker, de Leefbaar-Rotterdam-wethouder die als vierde wethouder aan de wieg stond van het Plan van Aanpak) niet alleen vele duizenden mensen perspectief heeft geboden, maar ook als sector een belangrijke inhoudelijke stap voorwaarts heeft kunnen doen. Gerrit Zalm zag het zelf als ‘een van zijn belangrijkste politieke prestaties’, maar de echte credits gaf hij in 2011 toch aan Ine Voorham. Ter gelegenheid van haar afscheid bij het Leger stak hij (inmiddels topbankier bij ABN-Amro) zijn bewondering niet onder stoelen of banken: ‘Het lukte haar telkens weer om belangrijke zaken op zo’n manier onder je aandacht te brengen dat je meteen werk maakte van een oplossing.’ Publicatiedatum: maart 2012, |
|