Verwante vensters
1998 Sémira Adamu
Een schok die hevig natrilde!
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

Op 22 september 1998 werd Sémira Adamu, een twintigjarige Nigeriaanse asielzoekster, door rijkswachters met een kussen verstikt tijdens de SABENA-vlucht waarmee zij België zou uitgezet worden. De kussenmethode was voorgeschreven en werd toegepast om bijten te voorkomen. Er zou sprake geweest zijn van hevig verzet en in bedwang houden, van eerder mislukte pogingen tot uitzetting. De gevolgen waren dit keer dodelijk.
Nog maar enkele maanden eerder was er sprake geweest van solidariteitsacties voor Sémira Adamu die politiek asiel had aangevraagd omdat ze in eigen land uitgehuwelijkt zou worden aan een man die één van zijn eerdere vrouwen vermoord zou hebben. Het asielverzoek werd afgewezen en in afwachting van repatriëring werd ze opgevangen in het repatriëringscentrum 127 BIS te Steenokkerzeel.
Dit drama leidde tot het ontslag van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback. Vijf jaar na haar dood werden een aantal rijkswachters verantwoordelijk gesteld. De Belgische staat diende een vergoeding te betalen aan haar verwanten.

Sémira Adamu staat symbool voor het problematische karakter van repatriëring en uitzetting. Dat het gebeurt is van alle tijden en plaatsen. Zo bestaat er archiefmateriaal dat aangeeft dat er in de 19de eeuw in het Nederlandse Woensel (nu onderdeel van Eindhoven) een armenkar actief was. Die moest een paar keer per week bedelaars en andere behoeftigen op zijn kar laden en buiten de gemeentegrenzen verdrijven. Honderd jaar later met het vliegtuig, maar om dezelfde reden: je hoort niet thuis in ons systeem.
Er brak dit keer hevig protest los over dit inhumane gedrag en over de afwezigheid van geschiktere begeleiding. De opvolger van Tobback, Luc Van den Bossche, kwam op 4 oktober 1998 met een beleidsnota over het federale asielbeleid. De nota veranderde echter niets fundamenteels aan de bestaande benadering, behalve de installatie van een parlementaire onderzoekscommissie en een studiegroep onder de leiding van de Gentse ethicus Etienne Vermeersch die voor dit soort uitwijzingen naar gepastere formules moest zoeken.

Omdat er geen grotere ommekeer plaats vond ageerde de wereld van de asielzoekers zelf; op 22 oktober bezette ze een kerk in het Luikse. Dit met het goedvinden van de pastoor. Dit voorval luidt het begin in van het zogenaamde kerkasiel: kerken worden actieruimtes voor mensen zonder papieren.
Een jaar later brengt Vermeersch zijn rapport uit. De discussie over wanneer asiel te weigeren en hoe de daaropvolgende uitzetting organiseren blijft echter voortduren tot op de dag van vandaag. Vanaf nu speelt de Nationale Beweging voor de Regularisatie van Mensen zonder Papieren en Vluchtelingen een belangrijke coördinerende rol.

Sémira Adamu staat daarnaast ook symbool voor het problematische karakter van een open samenleving. Elke verzorgingsstaat moet haar interne solidariteit bewaken door exclusief te zijn ten aanzien van de buitenwereld, van wie geen lid is van de verzorgingsstaat. Teulings heeft het omschreven als de paradox van solidariteit en uitsluiting: “Geen enkel herverdelingssysteem kan overleven als de kring van rechthebbenden niet strikt wordt gedefinieerd.”
Als oplossing voor bovenstaande dilemma’s wordt wel eens de suggestie gedaan te werken met getrapt burgerschap. Je kan maar een beroep doen op bepaalde delen van de verzorgingsstaat als je een bepaald aantal jaar actief was op de arbeidsmarkt: je kan pas leunen op ons solidariteitsarrangement, als je het eerst al wat ondersteund hebt.

Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :22-12-2013
Auteur(s): Jan Steyaert,
Verder studeren
Literatuur
Links
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste