Irene Geerts Family Matters The rise of the Dutch family movement in mental health care 1960-2000 33p pp - eigen beheer - Open Universiteit, Amsterdam / Heerlen, 2024 ISBN 9789493391444 Bestellen |
|
de strijd voor erkenning van naasten in de ggz Waarom ontstond er begin jaren tachtig een protestbeweging van familieleden en vrienden van mensen met ernstige psychische problemen? Die geschiedenis legt Irene Geerts bloot in haar proefschrift ’Family matters’. Deze naasten waren in de jaren zeventig ernstig in de verdrukking gekomen door een combinatie van wetenschappelijke anti-familie-opvattingen in de psychiatrie, nieuwe patiëntenwetgeving, onwetendheid en stigma. Met het oprichten van hun eigen organisaties, gingen zij de strijd aan voor erkenning van naasten als partners in de zorg. Inzicht in deze geschiedenis is ook vandaag de dag nog relevant voor de cliënten- en naastenbeweging in de ggz én voor iedereen die zelf te maken krijgt met psychische problemen in de familie of vriendenkring. Beroep op mantelzorgers Meer dan de helft van de Nederlanders krijgt ooit in zijn leven een psychiatrische diagnose. Tegelijkertijd zijn er lange wachtlijsten in de ggz, onder andere door krappe budgetten en personeelstekorten. Dat leidt regelmatig tot schrijnende situaties. Dit probleem is echter verre van nieuw. Sinds eind jaren zeventig wordt daarom een toenemend beroep gedaan op mantelzorgers - op familieleden en andere naasten van mensen met psychische kwetsbaarheden. Vandaag de dag zijn zij via MIND, het platform van cliënten- en naastenorganisaties in de ggz, vertegenwoordigd in het overleg met de overheid en de ggz. Maar die plaats hebben deze naasten flink moeten bevechten. Dat deden zij vanuit de protestorganisaties die zij vanaf begin jaren tachtig oprichtten. Buitenspel De ontstaansgeschiedenis van de naastenorganisaties laat zien hoe familieleden van mensen met ernstige psychische problemen klem kwamen te zitten. Dat kwam onder andere door wetenschappelijke theorieën uit de antipsychiatrie die familieleden van patiënten - met name hun moeders, maar ook partners en hele gezinnen - aanwezen als de oorzaak van de problemen, los van de vraag of er daadwerkelijk sprake was van schadelijke relaties in het gezin. Ook de emancipatie van de cliënten in de ggz zelf droeg er - bedoeld en onbedoeld - aan bij dat naasten buitenspel kwamen te staan. Nieuwe wetten die de erbarmelijke juridische positie van patiënten en cliënten verbeterden werden zo toegepast dat de familie geen informatie kreeg, geen hulp kon inroepen voor iemand in crisis, en niet gezien werd als mantelzorger. Positie sterk verbeterd In haar onderzoek laat Geerts zien hoe naasten zich ontworstelden aan hun schuldgevoelens, onmondigheid en onwetendheid, en de strijd aangingen om erkend te worden als partners in de zorg. Vandaag de dag is de positie van naasten - en cliënten - in de ggz verbeterd, maar tegenover machtige partijen als de overheid, zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen zij nog altijd versterking gebruiken. Kennis van deze historische achtergronden helpt om de strijd voor wat voor hen van levensbelang is, te blijven aangaan. Zeldzaam Geerts: ’De geschiedenis van de psychiatrie is lang vooral geschreven vanuit het perspectief van psychiaters. De laatste veertig jaar is daar wel steeds meer het perspectief van cliënten aan toegevoegd, maar het perspectief van naasten op de geschiedenis is nog zeldzaam, zeker in Nederland. Ik wilde deze geschiedenis belichten vanuit kracht en niet vanuit slachtofferschap, vandaar de keus voor de ontstaansgeschiedenis van de protestbeweging.’ Over Irene Geerts Irene Geerts (Etten-Leur, 1969) is wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van de geschiedenis van de psychiatrie en verslavingszorg. |
|