OPBOUWTEKSTEN en OPBOUW-CAHIER zijn verzamelnamen van twee reeksen uitgaven van de Gradus Hendriks Stichting. Deze in 1988 opgerichte Stichting (genoemd naar topambtenaar Gradus Hendriks) is verantwoordelijk voor de installatie en de financiering van de Leerstoel wetenschappelijk grondslagen van het opbouwwerk.
De leerstoel werd in 1989 voor het eerst bezet door socioloog/architect Cees de Wit, die in 1996 werd opgevolgd door Jan-Willem Duyvendak. Vervolgens vervulden Talja Blokland-Potters (2004-2009) en Justus Uitermark (2012-2015) de leerstoel totdat deze in 2016 werd opgeheven.
In de reeks OPBOUWTEKSTEN rapporteert de Leerstoel over het onderzoek en de resultaten van de werkzaamheden die vanuit de leerstoel worden geëntameerd. In totaal verschijnen er 22 uitgaven in de reeks Opbouwteksten , waarvan de laatste Wilbeschikkingen in 2009 verschijnt en geheel gewijd is aan het leven en betekenis van Wil van de Leur.
In de reeks OPBOUWCAHIER zijn tenminste elf uitgaven verschenen. In het Wil van de Leur-op-bouwwerkarchief zijn vijf uitgaven aanwezig. De cahier-nummers 1, 2, 4, 6, 7 en 8 ontbreken. Wie de redactie kan informeren over de ontbrekende exemplaren is bij deze uitgenodigd.
Op deze pagina volgt een opsomming van de verschillende uitgaven die in beide reeksen zijn verschenen en in het archief aanwezig zijn. Enkelen daarvan zijn gedigitaliseerd, de rest is te raadplegen in het materiële Wil van de Leur-opbouwwerkarchief dat is ondergebracht bij de BPSW.
Meer achtergrond- en bestuurlijke informatie over de Gradus Hendriks Stichting is te vinden in Archiefdoos 10 in het papieren archief dat geraadpleegd kan worden bij de BPSW.
Inhoud: schets van doelstelling en beleidsfilosofie van de Gradus Hendriks Stichting en de leerstoel. Plus een inleiding op het oeuvre van dr. Gradus Hendriks door Harry Broekman.Opbouwteksten 2
Inhoud: uitwerking van het beknopte eerste beroepsprofiel dat in 1987 gepubliceerd werd in mededeling Opbouwwerk nr. 55.Opbouwteksten 3
Inhoud: oratie van Cees de Wit, waarin hij nut en noodzaak van het opbouwwerk schetst tegen het decor van recente maatschappelijke ontwikkelingen.Opbouwteksten 4
Inhoud: overzicht van alle lopende onderzoeken op universiteiten, werkplaatsen, kennsinstituten, et cetera, samenwerkend in het Forum Opbouwwerkonderzoek.Opbouwteksten 5
Inhoud: visie op sociale vernieuwing en beschrijving van sociale vernieuwingsvoorbeelden. Onder meer: WAO, wijkgerichte aanpak sociale veiligheid, rehabilitatie in de ggz, integraal ouderenbeleid, werkgelegenheidsproblematiek.Opbouwteksten 6
Inhoud: Eerste poging om een omvattend kader te schetsen van het opbouwwerk. Waar komt het vandaan? Voorbeelden. Welke methoden zijn er? Welke technieken kan je op welke terreinen toepassen?Opbouwteksten 7
Inhoud: een reader met verschillende bijdragen (in het Engels) over community development in verschillende Europese landen.Opbouwteksten 8
Inhoud: proefschrift over toepassing van verschillende agogische instrumenten in Zuid-Amerika.Opbouwteksten 10
Inhoud: wat komt er allemaal kijken bij professioneel handelen van de opbouwwerker, wat is zijn /beroepscode, hoe ziet het beroepsprofiel eruit. Poging om te komen tot een professioneel statuut van het opbouwwerk.Opbouwteksten 11
Inhoud: Piet Vreeswijk was 25 jaar lang betrokken bij de ontwikkeling van het opbouwwerk. Als opbouwwerker en als beleidsambtenaar op het ministerie. In dit proefschrift onderzoekt hij met behulp van de fenomenologie klassieke opbouwwerkteksten.Opbouwteksten 12
Inhoud: tekst van de oratie van de tweede hoogleraar wetenschappelijke grondslagen opbouwwerk, uitgesproken op 23 januari 1997. Met derden doelt Duyvendak op opbouwwerkers als verbinders, intermediairs tussen bewoners en instituties, tussen leefwereld en systeemwereld. Tussen ogenschijnlijke antagonisten is een brug nodig, verbinders, koppelaars: opbouwwerkers dus.Opbouwteksten 13
Inhoud: Herziene versie van de eerste proeve in Opbouwteksten 6. Het eerste systematische overzicht van werkwijzen, werkgebieden en methoden van he topbouwwerk. Plus een eerste geschiedschrijving van het opbouwwerk.Opbouwteksten 14
Inhoud: kaart van het opbouwwerk, diepgravende interviews met opbouwwerkers over het vak, inzicht in de sociale infrastructuur, en een schets van het toekomstperspectief van J.W. Duyvendak.Opbouwteksten 15
Inhoud: Coen Graaff (1922-1990) was vanaf 1956 werkzaam op het brede gebied van buurtwerk en samenlevingsopbouw, onder meer (na 1970) als directeur van Provinciale Stichting Opbouwwerk Groningen. Graaff publiceerde in Nederlandse en buitenlandse tijdschriften. In deze bundel zijn acht artikelen gepubliceerd die bij elkaar een goed inzicht bieden van de geschiedenis van de community organiszation in Nederland, ook in vergelijking met Amerika en ons omringende landen.Opbouwteksten 16
Inhoud: het levensverhaal van de legendarische Bossche opbouwwerker Piet Willems en zijn werkwijze in de volkswijken van Den Bosch. Zie ook zijn levensverhaal in het Biografisch Portaal Sociaal Werk.Opbouwteksten 17
Inhoud: Proefschrift over een vergelijkend onderzoek naar het functioneren van opbouwwerkers in Nederland, met als conclusie dat Nederlandse opbouwwerkers meer bijdragen aan emancipatie dan hun Portugese collega’s.Opbouwteksten 18
Inhoud: Speeches en bijdragen voor de internationale conference. Algemene beschouwingen van Paul Henderson, Lambert Mulder, Jan Willem Duyvendak; lokale bijdragen van Marcel Spierts over Nederland.Opbouwteksten 19
Inhoud: Praktijkonderzoek in Rotterdam naar de praktijk van opbouwwerkers in wijken met veel verhuisbewegingen en een veranderende demografische samenstelling.Opbouwteksten 20
Inhoud: Bewerking en herziening van haar proefschrift uit 1998: Wat bewoners bindt. Sociale relaties in een achterstandswijk. Weerslag van een veldonderzoek in 1994 en 1995. Wat komt er in de plaats voor de hechte gemeenschappen die vroeger een buurt bevolkten. Blokland munt hier de term familiariteit. Niet te intens, wel vertrouwd.Opbouwteksten 21
Inhoud: Oratie uitgesproken 12 januari 2006. Hoe ziet het sociale leven er in een buurt uit, de betekenis van sociale netwerken en de deelname van lager en hoger opgeleiden.Opbouwteksten 22
Inhoud: biografie van Wil van de Leur, samenvatting van zijn opvattingen over opbouwwerk, overzicht van instituties waar hij het initiatief toe nam, lijst van publicaties.
Inhoud: afscheidscollege van de eerste hoogleraar wetenschappelijke grondslagen van het opbouwwerk. Hoe kan je sociale cpohesie bevorderen in een sterk fragementerende risicomaatschappij (Beck)? De Wit spreekt over ombouwwerkers (ipv opbouwwerkers). Niet opbouwen, maar ombouwen dus.Opbouwcahier 3
Inhoud: 1: kwaliteit in de wijken; 2. Innoveren vanuit het opbouwwerk. Bijdragen aan hedendaags samenlevingsopbouw; 3: Sociaal ontwerpen: fasegewijs handelen door de opbouwwerker; 4:Leidinggeven aan innovatie: profielschets.Opbouwcahier 4
Inhoud: Overzicht van community development-praktijken in meerdere landen in Europa, waarin lokale politici, opbouwwerkers, ngo’s en zelf/belangenorganisaties zich succesvol verenigen tegen de krachten die sociale exclusie.Opbouwcahier 6, 7 en 8
Inhoud: opstellen over de gewenste verhoudingen tussen bewoners, overheden, instellingen en professionals. Bewoners worden in hun initiatief en vermogens vaak onteigend, geforceerd in de taal en de formats van het beleid en van instellingen gedwongen. Dit is een pleidooi voor een dynamische gelijkwaardige verhouding.Opbouwcahier 10
Inhoud: Pleidooi voor assertieve professionals, die robuuste kennis etaleren, kritisch zijn op elkaar en zich mengen in publieke discussies. Uit een quick scan van de auteurs blijkt dat het tegendeel dreigt: veel tijd gaat verloren met overleg en verantwoording. Dat ondermijn het vak opbouwwerk.Opbouwcahier 11
Inhoud: Tegen het decor van de WMO en andere ontwikkeling een plaatsbepaling van opbouwwerkers. Zij zijn de professionele ondersteuners van de beweging die aanstuurt op een radicale omslag, gedragen door zelfstandige kleinschalige burgerinitiatieven. (zie ook project Weven aan de samenleving, archiefdoos 12)