1867 Het Rode Kruis Sociale hulp in vredestijd |
|
Het Rode Kruis is ontstaan uit het verlangen hulp te bieden, zonder onderscheid. Overal ter wereld handelt de organisatie volgens dezelfde zeven grondbeginselen: menslievendheid, onpartijdigheid, neutraliteit, onafhankelijkheid, vrijwilligheid, eenheid en algemeenheid. De missie van het Rode Kruis is het voorkomen en verzachten van menselijk lijden waar dan ook, het beschermen van levens en gezondheid en het waarborgen van respect voor de mens. Daartoe mobiliseert het Rode Kruis de kracht van menslievendheid en solidariteit: zij creëert een ruimte waarin mensen in nood, vrijwillige hulpverleners en donoren samenkomen en invulling geven aan ons aller verantwoordelijkheid om anderen te helpen. Aan de wieg van het Rode Kruis staat de Zwitser Jean Henri Dunant (1828-1910). In 1859 is hij tijdens een zakenreis getuige van de Slag bij Solferino, die in Noord-Italië wordt uitgevochten tussen Frankrijk, Sardinië en Oostenrijk. Na de slag blijven 40.000 doden en gewonden achter op het slagveld. Dunant is geschokt door wat hij ziet en werkt drie dagen en nachten achter elkaar om de gewonden te helpen. Met zijn boodschap Tutti fratelli! (’Wij zijn allen broeders!’) mobiliseert hij hulp van vrouwen, kerken en andere vrijwilligers. Drie jaar na Solferino publiceert Dunant het boek Denkend aan Solferino (1862), waarin hij voorstelt permanente, nationale hulpverenigingen van vrijwilligers op te richten om te zorgen voor de gewonden in oorlogstijd. Een jaar later, op 23 oktober 1863, richt hij met geestverwanten het Rode Kruis op. De afspraken worden in 1864 vastgelegd in het eerste Verdrag van Genève. Hiermee is de basis gelegd voor het Humanitair Oorlogsrecht. Henry Dunant krijgt in 1901 (als eerste) de Nobelprijs voor de vrede. Direct na verschijnen leest de legerarts Johan Basting het boek van Dunant. Hij vertaalt het in het Nederlands en zet zich in voor de oprichting van een afdeling in Nederland. Uiteindelijk krijgt hij het in 1867 voor elkaar dat Koning Willem III bij Koninklijk Besluit de hulpverleningsvereniging opricht, die pas in 1895 officieel de naam van het Nederlandse Rode Kruis krijgt. In 1946 begint in Utrecht de eerste Nederlandse sociale hulpverleenster (indertijd ook welfarewerkster genoemd) met bezigheidstherapie voor langdurig zieke militairen. Het werk slaat aan en burgerpatiënten hebben ook interesse voor behandeling. De doelgroep van het Rode Kruis breidt zich uit met chronische zieken en later ook met gehandicapten en eenzame ouderen. In 1948 is het Rode Kruis gestart met sociale hulpverlening. Het Rode Kruis is bij het grote publiek vooral bekend door de internationale noodhulp, het humanitaire oorlogsrecht en EHBO. Van de inspanningen op het gebied van klimaatverandering weet bijna niemand. De sociale hulp door 6.000 vrijwilligers is ook niet zo bekend. Die hulp heeft als doel om eenzaamheid te verminderen en sociale redzaamheid te vergroten. Sommige activiteiten zijn één op één, andere in groepsverband. Ze hebben allemaal tot doel het netwerk te verstevigen (bijvoorbeeld met hulp van een telefooncirkel), waar mensen op terug kunnen vallen. Gehandicapten, ouderen en chronisch zieken doen hieraan mee, maar ook buitenlandse vrouwen en jongeren. Groepsactiviteiten zijn o.a. de cursus ‘Vrienden maken kun je leren’, internetles voor senioren, 1001 kracht – activiteiten voor allochtone vrouwen, uitstapjes voor gehandicapte jongeren, scootmobieltochten, cursus voor chronisch zieken, recreatieve bijeenkomsten. Eén op één zijn de kluscontacten door studenten voor senioren, huisbezoeken bij ouderen, taalcoaches, ’Jong ontmoet oud’-activiteiten, respijtzorg voor mantelzorgers en leren benutten van de nieuwe media – www.maakcontact.nl.
Publicatiedatum: 05-03-2013
Datum laatste wijziging :12-02-2023 Auteur(s): Arend Wesdijk, met aanvullingen van Maarten van der Linde |
|