1930Eerste Nationaal Kongres der Maatschappelijk Assistenten
De grote conferentie van 24 mei 2018, die zich afficheerde als de eerste Sociaal Werk conferentie, was een groot succes en trok ruim 900 deelnemers. Maar was het ook de eerste? Het lijkt erop, maar als we terug gaan in de geschiedenis waren er eerder grote en belangrijke conferenties. Qua reikwijdte en allure valt de conferentie van 2018 bijvoorbeeld goed te vergelijken met de effectief eerste conferentie uit de geschiedenis van het Belgische sociaal werk, het ’Eerste Nationaal Kongres van Maatschappelijk Assistenten in België’, gehouden op zaterdag 14 en zondag 15 december 1930.
Het was toen ook een groots opgezette conferentie, tweetalig en met een stevig erecomité van ministers, staatssecretaris E. Vandervelde en burgemeester Cauwelaert, zoals dat ging in die dagen. Het Atheneum aan het Rooseveltplaats te Antwerpen – dat toen Victoriaplaats heette – bood de vergaderaccommodatie. De belangrijkste vaandeldragers van het sociaal werk van toen, Maria Baers (Vlaams en katholiek) en René Sand (Franstalig en ongebonden) – allebei ook internationaal actief – mochten het congres de eerste dag op gang trekken. Doel was: de promotie van het ‘Maatschappelijk Dienstbetoon’ via een reflectie op de gebieden die in de beginnende praktijk van iets minder dan tien jaar, vorm hadden gekregen. Er waren tot dan 490 ‘maatschappelijk assistenten’ afgestudeerd. Toelichtingen behelsden de praktijk van het sociaal werk in het ‘Kinderwelzijn’, in de sociale diensten van de Commissies van Openbare Onderstand en in privé-organisaties, in het werk bij kansarmen, bij psychiatrische patiënten (m.n.in de ‘Staatskolonie’ te Geel), in bedrijven, het bedrijfsmaatschappelijk werk van toen (met de ‘surintendantes d’usines), in de Genkse koolmijnen (met toen al 32 nationaliteiten), bij de arbeidsinspectie, bibliotheken, verzekeringen, t.a.v. ‘ziekte, ouderdom en invaliditeit’ en volksontwikkeling.
In de naoorlogse geschiedenis werden er congressen georganiseerd met een andere invalshoek: probleem-, actiegebieden en doelgroepen werden centraal gesteld en leidden tot de opzet van een paar zgn. Welzijnscongressen gericht op de ontwikkeling van een eigen Vlaams welzijnsbeleid.
Het eerste Vlaamse Welzijnscongres werd georganiseerd op initiatief van Jan Lenssens als Minister van Gezin en Maatschappelijk Welzijn in de Vlaamse regering. Werd gehouden te Gent op 22 en 23 november 1990. Aan de voorbereiding was uitvoerig studie- en discussiewerk voorafgegaan, De leiding was in handen van prof. Frans Lammertijn van de KU Leuven. Hij produceerde daarvoor een stevige studie onder de overkoepelende titel: ‘De welzijnszorg in de Vlaamse gemeenschap. Voorzieningen en overheidsbeleid’. Een complete staalkaart van het Vlaams welzijnswerk eind 20ste eeuw. De eigenlijke tweedaagse sessies werden voorgezeten door prof. Herman Baert (KU Leuven). Veel aandacht ging uit naar toekomstscenario’s om te anticiperen op wat zich aandiende aan nood, zorg en professionele ondersteuning. Er werd één jaar voorbereid en dat resulteerde in lijvige boekwerken en dus inspiratie, eerst bij en nadien na het congres.
In 1993 werd een volgend Welzijnscongres georganiseerd. Dit keer met een gericht thema: Ouderen in solidariteit, te Antwerpen en met prof. Bea Cantillon (UA) als voorzitter. Dat congres resulteerde o.a. in de oprichting van een zuiloverstijgend Ouderen Overlegkomité (OOK) dat de voorloper zou worden van de huidige Ouderenraad.
Het was niet onlogisch dat er een aantal jaren (1999) later dan een soortgelijk initiatief werd genomen met als thema ‘Jongeren’ door toenmalig minister van Welzijn en Cultuur Pascale Smet onder de leiding van prof. Danny Wildemeersch (KU Leuven).
De actuele overkoepelende conferentie rond het Sociaal Werk van 2018 kwam tot stand door voorbereiding van de drie Masteropleidingen Sociaal Werk. Peter Raeymaeckers (UA), Rudy Roose (UG) en Koen Hermans (KU Leuven) zorgden ervoor dat de samenwerking met de ondersteunende minister Jo Vandeurzen leidde tot een stevig onderbouwd conferentieprogramma. Via trajecten met praktijkwerkers en externe deskundigen is dit voorbereid en opgehangen aan de wil om een toekomstvisie voor het sociaal werk uit te bouwen vertrekkend vanuit het perspectief van mensenrechten.
Het Eerste Nationaal Kongres was in vergelijking met dit behoorlijk primitief. Alleen al de digitale omkadering voor en na, de betrokkenheid van zo’n digitaal platform als Sociaal.net enz. maken het niet meer vergelijkbaar.
Of zal de eindconclusie van dit congres toch in de buurt komen van hoe de voorzitter van het
toenmalige Kongres, Max Patteet, Secretaire-adjoint van de Federatie van Socialistische Ziekenfondsen, afsloot:"Het is volstrekt noodig in onze huidige maatschappij, dat verkleefde en bevoegde mannen en vrouwen zich meer en meer wijden aan den socialen dienst."
Publicatiedatum: 20-05-2018
Datum laatste wijziging :25-05-2018
Auteur(s): Wim Verzelen,