1947Amerikagangers Hoe naoorlogse studiereizen werden ingekleurd
De naoorlogse situatie bracht de Amerikaanse cultuur bij ons nadrukkelijk op de voorgrond, ook hun sociaal werk. De uitnodigingen en de kansen om in Amerika de ‘ongeschonden’ (lees: zonder grote oorlogsschade) praktijk en de theoretische onderbouw ervan te bekijken, waren groot. Daar werd in de ons omringende landen gretig gebruik van gemaakt. Bij ons minder en vooral heel anders!
De eerste bekende sociaal werkster die in deze periode naar Amerika trok was de veertiger Cécile Arnou.
Al in de jaren twintig had René Sand Brusselse studentes die kant opgestuurd. Maar wat vanaf de jaren veertig gebeurde stond in een bijzonder licht: de Amerikanisering van het sociaal werk nam van dan af exponentieel toe.
Van januari tot april 1947 was Arnou in New York, om er als ‘special student’ aan de Columbia University (NY School of Social Work) te studeren. Haar optiek was niet het casework te onderzoeken, maar het ‘Child Guidance work’ van nabij bekijken. Daar getuigt een uitvoerig en heel precies (Franstalig) rapport van. Daaruit blijkt hoe weloverwogen ze vertrok vanuit de Antwerpse Medisch Psychologische (kinder)kliniek (M.P.K.) die ze mee had opgezet (1936). Ze ging precies naar die school om twee redenen: het internationale en open karakter én de brug naar de kinderklinieken. Terzijde lezen we hoezeer casework de Amerikaanse sociaal werksters status gaf. Ze werden zelfs betrokken bij het onderwijs van medische studenten. Arnou geeft een gedetailleerd overzicht van de opleiding, stages, en specialisatie tot psychiatrisch sociaal werkster.
Arnou bracht de klemtoon op zeer gericht individueel werken mee, maar in haar achterhoofd speelde vooral de wil om de psychiatrische specialisatie in België van de grond te krijgen. In haar conclusies pleitte ze voor Amerikaanse stages voor Belgische studenten, maar wees uitvoerig op de belangrijke (toenmalige) taalbarrière tussen de op Franse vakliteratuur georiënteerde Belgen en de Amerikaanse vakliteratuur.
Een jaar later vertrekt Maria Baers, pionier en leidster van de christelijke vrouwenwerken maar ook van het katholieke sociaal onderwijs, met de nodige bombarie, naar de Verenigde Staten. Van een docente zou je kunnen verwachten dat ze specifiek oog heeft voor methoden en technieken, maar dat is haar missie niet! Baers, op dat moment senator voor de C(hristelijke) V(olks)P(artij), én voorzitter van de internationale katholieke unie van sociale diensten (Union Catholique Internationale de Service Social), is begaan met (katholieke) organisatie en sturing! Ze zal in New York in de UNO het sociaal werk mee proberen verankeren. Ze neemt deel aan de International Conference of Social work in Atlantic City en N.Y. (april 1948) en aan de 75e National Conference of Social Work. Ze zoekt contacten met de hoogste kerkelijke leiders en verstevigt de positie van haar Internationale Katholieke organisatie. Haar bezoek is berekend én machtsgericht. Het is niet dat van de docente maar van de organisator. En als haar blik richting ‘casework’ ging, dan werd die ontegensprekelijk gehinderd door haar vooroorlogse opvattingen over sociaal werk als vrouwelijk lekenapostolaat. Of misschien door haar eigen dirigistische aard?
Een petite histoire bindt beide (eerste) Amerikagangers! Voor haar vertrek krijgt Baers van Arnou een brief waarin ze vraagt, het vermeend foute beeld dat ze over een Amerikaanse opleiding zou hebben gegeven, recht te zetten.
In de jaren zestig is de Amerikaanse invloed gevestigd via toegankelijke vertalingen en introducties. De drempel die de Franstalige achtergrond ooit vormde is geslecht. Zo is de weg geopend voor pas afgestudeerde of jonge werksters om deze keer ter wille van directe professionele basisverdieping, naar de VSA te gaan.
Opvallend weer: het gaat niet om opleiders! In wat te achterhalen valt speelt ook (weer) de Internationale katholieke unie een bepalende rol. Het is hèt draaipunt van waaruit de Beukelaar, Marck, Boone en Thrienpont begin jaren zestig in Amerika (gaan) studeren en Master Social Work worden.
Publicatiedatum: 22-04-2014
Datum laatste wijziging :17-12-2018
Auteur(s): Wim Verzelen,