Verwante vensters
2006 VN Verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap
Nederland doet tien jaar over ratificatie
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Op 13 december 2006 stelde de VN het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap vast. Het verdrag beoogt een einde te maken aan alle vormen van discrimatie op basis van een handicap. Mensen met een handicap moeten het recht krijgen om bijvoorbeeld betrokken te worden bij het maken van beleid en wetgeving; binnen te kunnen in gebouwen, scholen, woningen en toegang te hebben tot het openbaar vervoer en hun werkplek; beslissingen te nemen, hun eigen geldzaken en goederen te beheren; beschermd te zijn tegen elke vorm van fysiek en psychologisch geweld en misbruik, en om met respect behandeld te worden; te wonen waar en met wie ze willen en hierbij de nodige ondersteuning te krijgen.

Universele verklaring
Dit verdrag kent een lange aanloop die begint direct na de Tweede Wereldoorlog. Het einde daarvan betekende een overwinning voor de democratie en leidde tot de oprichting van de Verenigde Naties (VN), die vrede en veiligheid in de wereld moest zien te bevorderen. Een indringende les uit de oorlog was bovendien dat alle vormen van discriminatie op grond van geloof, ras of andere kenmerken overal in de wereld bestreden dienden te worden. In 1948 nam de Algemene Vergadering van de VN daartoe de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. Deze rechten steunen op ‘de erkenning van de inherente waardigheid en de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap’.

Een overzicht
1948 Universele Verklaring van de rechten van de Mens (VN)
1971 Universele Verklaring van de rechten van Verstandelijk Gehandicapten (VN)
1975 Universele Verklaring van de rechten van Mensen met een Handicap (VN)
1989 Internationaal Verdrag inzake rechten van het Kind (VN)
1994 Standaardregels betreffende het bieden van gelijke kansen aan gehandicapten (VN)
1995 Gelijke kansen voor mensen met beperkingen; actieplan (EU)
2003 Herziene versie van het actieplan (EU)
2006 Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN)
2016 Nederland ratificeert het VN-verdrag



Deze Universele Verklaring leidde in diverse landen tot tal van emancipatiebewegingen die streefden naar gelijke rechten voor minderheidsgroepen, waaronder dus ook burgers met verstandelijke beperkingen. Dat had, zij het dat het enige tijd duurde, succes. In 1971 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van Verstandelijk Gehandicapten aan, in 1975 gevolgd door de Universele Verklaring van de Rechten van Mensen met een Handicap, die vervolgens ook door de Europese Unie (EU) zijn aangenomen. Deze op minderheidsgroepen gerichte verklaringen zijn in feite concretiseringen van de universele rechten, omdat steeds opnieuw blijkt dat de rechten van mensen met beperkingen e vaak over het hoofd gezien worden en daarom om specifieke maatregelen vragen.

Ratificatie
Nu zijn rechten mooi, zeker op papier, maar als een staat zich er niet aan wil binden door een verdrag te ondertekenen en de rechten in concrete actieplannen en maatregelen uit te werken, hebben de betrokken personen er niet veel aan. Met andere woorden: rechten moeten ook echt waargemaakt kunnen worden. Dat is precies wat het in 2006 aangenomen VN Verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap beoogt. Het verplicht landen om alles wat nodig is in het werk te stellen dat die rechten ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
In Nederland had dat nogal wat voeten in aarde. Het duurde bijna tien jaar voordat Nederland in juli 2016 tot ratificatie overging. Daarmee bungelde Nederland in de achterhoede van de ondertekenaars. Wereldwijd gingen meer dan 150 landen ons voor, waarvan 25 van de Europese Unie en vrijwel alle landen in Zuid-Amerika, Azië en een groot deel van Afrika. Het officiële argument daarvoor was dat de regering eerst alle juridische en financiële consequenties wilde doorgronden.

Onbeperkt meedoen
Maar vanaf juli 2016 is het VN-verdrag in Nederland toch echt rechtsgeldig. Het geeft mensen met een beperking of chronische ziekte recht op gelijke behandeling en gelijkwaardig meedoen. Daarop wordt toegezien door het College voor de rechten van de mens, dat de uitvoering van de wet niet alleen jaarlijks monitort, maar waar mensen ook klachten kunnen indienen als zij menen op grond van hun beperking achtergesteld te worden. Het college heeft ook handreikingen uitgebracht voor beleidsmakers, ambtenaren en wetgevingsjuristen die zich bezighouden met wetsvoorstellen die het verdrag uitvoeren of die mensen met een beperking aangaan.
Er zijn sinds 2016 verschillende maatregelen genomen om het verdrag in Nederland te implementeren. Zo is er in 2018 een plan van aanpak opgesteld, genaamd "Iedereen doet mee!", waarin de prioriteiten en acties staan beschreven die nodig zijn om de rechten van mensen met een handicap te waarborgen. Een belangrijk onderdeel van het plan van aanpak is de oprichting van het programma "Onbeperkt Meedoen!" dat tot doel heeft om de participatie van mensen met een handicap in de samenleving te bevorderen. Dit programma richt zich onder andere op het toegankelijker maken van openbare ruimtes, het bevorderen van de toegang tot werk en onderwijs, en het verminderen van discriminatie.

VN-ambassadeurs
Daarnaast is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte aangescherpt en uitgebreid. Naast wonen, werk, onderwijs en openbaar vervoer gaat de wet nu ook over goederen en diensten. Dit betekent onder andere dat mensen daarover doeltreffende aanpassingen kunnen aanvragen, waarbij de wet voorziet in een normenkader over toegankelijkheid.
Nederland heeft op één punt al in de voorbereiding van de ratificatie een bijzondere en in de wereld unieke formule gevonden: VN-ambassadeurs. Sinds 2013 laten steeds meer mensen in Nederland zich zien als ambassadeur voor het VN-verdrag Handicap. Een VN- ambassadeur werkt op zijn eigen manier en met eigen talenten en interesses aan de naleving van het VN-verdrag Handicap. De één is klein bezig, de ander pakt grotere uitdagingen aan. Inmiddels hebben meer dan 400 ambassadeurs deze beweging “van onderop” op de kaart gezet.

Contra-indicaties
Kortom, de rectificatie van het VN-verdrag handicap heeft zeker het nodige in beweging gebracht. Niemand kan er meer omheen. Overheden, maatschappelijke organisaties en werkgevers kunnen zich niet langer onverschillig of afwachtend opstellen. Het verdrag heeft alleen al om die reden een sterk emanciperend effect. Het geeft mensen met een beperking en hun belangenorganisaties een wettelijk wapen. De seinen staan op inclusie.
Maar er zijn contra-indicaties, zeker als het gaat om de positie van mensen met een verstandelijke beperkimng. . Nederland kent in de verstandelijke gehandicaptenzorg een sterke institutionele traditie van inrichtingenzorg, waarin mensen nog steeds eerder worden afgezonderd dan opgenomen in de samenleving. Zo stijgt in de eerste vijf jaar na de ratificatie het aantal mensen dat in deze instellingen woont van zo’n 96.000 naar ruim 100.000. Al jaren groeit bovendien het aantal kinderen dat naar het speciaal onderwijs gaat en waarvoor passend onderwijs in het reguliere onderwijs niet gerealiseerd kan worden. Ook het aantal mensen dat met een beperking in armoede leeft is in de eerste vijf jaar na de ratificatie met 5 procent toegenomen, van 19,5 % naar 24,6 %. Dat zijn geen hoopvolle tekenen. Temeer daar slechts een kwart van de Nederlandse gemeenten ook echt de moeite heeft genomen om voor de naleving van het VN-verdrag een lokaal plan op te stellen.

Langs de lat van het VN-verdrag
In de praktijk staan veel inclusieseinen dus nog op rood en zal er tot op de werkvloeren van onze samenleving, in gemeenten en bij instellingen nog het nodige zelfonderzoek moeten worden verricht om echt een fundamentele omslag te maken. Wat dat betreft leverde de zorginstelling Prisma, in Brabant rechtsopvolger van het oude Huize Assisië, een mooi voorbeeld. Deze organisatie heeft samen met haar cliënten al in december 2015 zelf het VN-verdrag geratificeerd ‘Volgens cliënten zit het grootste belang van het verdrag in bewustwording en erkenning van gelijkwaardigheid. Wij dachten: daarvoor kunnen we net zo goed samen het verdrag ratificeren’, vertelde bestuurder Jac de Bruijn bij die gelegenheid. Met behulp van het lectoraat inclusie van Hogeschool Zuyd legt Prisma zichzelf nu langs de lat van het VN-verdrag. ‘We kijken met externe en interne stakeholders welke stappen we kunnen zetten, van het persoonlijk ondersteuningsplan tot en met visie en beleid.’
Het is een mooi voorbeeld dat nodig navolging verdient. Uit het onderzoek in opdracht van het College voor de rechten van de mens eind 2023 blijkt dat mensen met beperkingen nog steeds nauwelijks worden betrokken bij het maken en uitvoeren van wetten en beleid. Hierdoor blijft de specifieke problematiek die deze groep ervaart buiten beeld. Het College dringt er daarom op aan om de inzet van ervaringsdeskundigheid snel prioriteit te geven. Dit is een belangrijke verplichting van het VN-verdrag handicap.

Publicatiedatum: 01-09-2012
Datum laatste wijziging :02-07-2024
Auteur(s): Ad van Gennep (1937-2019),
Oorspronkelijke tekst bij de revisie van de Canon in 2023 geactualiseerd door de redactie.
Verwante vensters
Extra Recht op kinderen
Dat het VN Verdrag niet altijd even makkelijk toepasbaar is blijkt uit de regelmatig terugkerende discussie over het recht mensen met een verstandelijke beperking op het krijgen van kinderen. Geruchtmakend is het verhaal van Hendrikus uit 2008 die na zijn geboorte direct naar een pleeggezin werd gebracht, omdat hulpverleners twijfelden aan het vermogen van zijn ouders om hun kind veilig te laten opgroeien. De zaak kwam bij de rechter die in 2009 bepaalde dat Hendrikus bij zijn ouders mocht wonen, zij het onder toezicht van jeugdzorg.
In Nederland zijn er naar schatting 1500 gezinnen waarvan de ouders verstandelijk beperkt zijn. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer zeventig procent van deze ouders niet echt in staat is om hun kinderen een veilige opvoeding te geven. De geboden hulp door begeleiders is lang niet altijd toereikend of effectief. Dat roept een dilemma op waar het VN Verdrag geen pasklare oplossing biedt. Want wat weegt zwaarder het recht van mensen op seksualiteit en een leven met kinderen of het recht van kinderen om een veilige opvoeding te krijgen? Waar het VN Verdrag wel voor heeft gezorgd dat in zulke gevallen het ultieme oordeel niet eenzijdig bij de hulpverleners komt te liggen. En dat in plaats van een directe uithuisplaatsing veel intensiever in een dialoog bekeken kan worden naar hoe het wel mogelijk gemaakt zou kunnen worden en de veiligheid van kinderen wel gegarandeerd kan worden.
Verder studeren
  • Gennep, A. van (2007), Waardig leven met beperkingen Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
Video

YouTube - 17 juli 2009 | Het verhaal van de nu 28-jarige Claudia van Thor. Haar moeder heeft een verstandelijke beperking en haar onlangs overleden vader was zwakbegaafd. De laatste maanden is de discussie over de kinderwens van verstandelijk gehandicapten weer actueel, naar aanleiding van de geboorte van baby Hendrikus.Bekijk de hele uitzending hier de uitzending Spraakmakende zaken van 21 juli 2009.

YouTube uitzending 27 maart 2010 | Een lichte verstandelijke beperking en toch een kind krijgen. In Nederland zijn er naar schatting 1500 gezinnen waarvan de ouders verstandelijk beperkt zijn. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer zeventig procent van deze ouders niet in staat is om hun kinderen een goede opvoeding te geven. De geboden hulp door begeleiders is lang niet altijd toereikend of effectief.

YouTube, 20 januari 2020 | Uitleg door Mari Sanders over het sociaal en medisch model als belangrijke uitgangspunten voor het VN-verdrag Handicap.

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste