2012 Hoe gaat het met de bewoners
Cliënten hebben nog steeds veel onvervulde zorgbehoeftes
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Vanaf het begin van deze eeuw verandert er veel in de langdurige zorg voor psychisch kwetsbare mensen. Er is meer aandacht voor hun positie en er komen nieuwe begeleidingsvormen en werkwijzen. Deze laten zien dat ook voor deze groep mensen meer verbetering mogelijk is dan eerder werd gedacht. Maar uit verschillende onderzoeken blijkt dat het nog steeds slecht gesteld is met de kwaliteit van leven van mensen die te maken hebben met begeleid en beschermd wonen.

Utopia
Tot 2012 is nauwelijks iets bekend over de cliënten van begeleid en beschermd wonen. Daarin komt verandering door het grootschalige promotieonderzoek “Utopia” naar cliënten in beschermende woonvormen (De Heer-Wunderink, 2012). Het zeer uitgebreide onderzoek wordt verricht in opdracht van de RIBW-Alliantie en laat zien dat het aantal cliënten sinds de start van de RIBW’s is toegenomen van circa 3000 naar ruim 18.000 cliënten in 2010. Daarnaast is er een verbreding van de cliëntenpopulatie en het zorgaanbod. De studie gaat uitgebreid in op het functioneren en de tevredenheid van cliënten. Duidelijk wordt dat veel cliënten van RIBW’s last hebben van psychische problemen als angst en spanningen. Ook geven zij veel chronische lichamelijke klachten aan, evenals de nadelige bijwerkingen van medicatie. Cliënten missen gezelschap, intieme relaties en seksualiteit. Verder constateert het onderzoek dat door hun lage opleidingsniveau en slechte financiële situatie cliënten maatschappelijke drempels ervaren die hun participatie in de samenleving in de weg staat. Het netto-inkomen is laag, waardoor een derde van de cliënten moeite heeft rond te komen. Daardoor is het voor hen ook lastig om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Doen zij dit wel dan ervaren zij discriminatie en stigmatisering.

Kwaliteit van leven
Tot dezelfde bevindingen komt het Trimbosinstituut dat in 2010 is gestart met het panel Psychisch Gezien: een landelijk panel van en voor mensen met psychische aandoeningen, waaronder veel cliënten van RIBW’s. Doel van het panel is meer zicht te krijgen op het maatschappelijk functioneren en de zorg- en leefsituatie van mensen met aanhoudende psychische aandoeningen. Het Trimbosinstituut constateert in 2022 dat, gemeten over een langere periode, er maar weinig verandert in de leefsituatie van cliënten. Zo daalt het aantal cliënten dat betaald werk of vrijwilligerswerk heeft, evenals de deelname aan dagactiviteitencentra. Ook komen steeds minder cliënten dagelijks buitenshuis. Er is geen verbetering als het gaat om sociale contacten, psychische gezondheid, lichamelijke gezondheid, het krijgen van de juiste hulpverlening, verslaving, persoonlijke verzorging, perspectief, huishouden en seksualiteit en intimiteit. Ruim de helft van de panelleden heeft één of meer chronische lichamelijke aandoeningen. Het percentage dat zich erg eenzaam voelt blijft door de jaren stabiel op circa 39%, evenals het gevoel écht mee te tellen in de maatschappij: slechts 24% van de panelleden. Voor de mate van ervaren discriminatie is een (voorzichtig) positieve ontwikkeling te zien. Ten opzichte van de voorgaande jaren is er een lichte daling in het percentage panelleden dat zich gediscrimineerd of achtergesteld voelt vanwege psychische klachten. De rapportcijfers die aan diverse soorten GGZ of GGZ gerelateerde zorg en ondersteuning worden gegeven veranderen niet sterk door de jaren. Lichtpuntje is dat voor de RIBW’s wel een stijgende trend waarneembaar is: het gemiddelde rapportcijfer verandert van een 6,8 in 2015 naar een 7,2 in 2021.

Effectiviteit van begeleiding
Ook een tweede promotieonderzoek uit 2018 wijst op veel onvervulde zorgbehoeftes binnen begeleid en beschermd wonen (Bitter, 2018). Ook hier gaat het om behoeften die betrekking hebben op de fysieke en mentale gezondheidszorg, dagelijkse activiteiten en werk, sociale en intieme relaties en het persoonlijk herstel. Ondanks de begeleiding die medewerkers van RIBW’s bieden blijft dus sprake van veel onvervulde zorgbehoeften. De focus van dit onderzoek betreft de vraag of en hoe de begeleiding kan bijdragen aan het herstel en het welbevinden van cliënten. Volgens het onderzoek laten instellingen weliswaar veelbelovende ontwikkelingen zien met betrekking tot herstel en empowerment, maar de effectiviteit van de huidige begeleiding kan vooralsnog nauwelijks worden aangetoond. Om bij te dragen aan herstel en het verminderen van zorgbehoeften is verdere ontwikkeling en professionalisering nodig van zorg en ondersteuning.

Publicatiedatum: 23-05-2024
Datum laatste wijziging :23-05-2024
Auteur(s): Jan Willem van Zuthem,
Extra De RIBW-Alliantie gaf in 2006 opdracht tot het zogenaamde Utopia-onderzoek. Het onderzoek werd uitgevoerd door Charlotte De Heer-Wunderink die daar in 2012 op promoveerde: Succesfull community living: a ‘Utopia’? A survey of people with severe mental illness in Dutch Regional Institutes for Residential Care, (RGOc-reeks, nummer 31 2012).
In het kader van het onderzoek verschenen een drietal deelstudies die zij samen met andere auteurs schreef:

Utopia, Uit en Thuis
Onderzoek naar de Participerende Instellingen van de RIBW-Alliantie (RGO- reeks, nummer 16, 2007).

De RIBW doet mee
Functioneren en tevredenheid van cliënten die woonbegeleiding ontvangen van de RIBW (RGO- reeks, nummer 22, 2009).

Ontwikkelingen in de RIBW
Tweede prevalentiemeting in het kader van het Utopia-onderzoek (RGO-reeks, nummer 25, 2010).

De zeer omvangrijke studie vergelijkt ook het beschermd wonen in Nederland met die in Engeland en Italië. Daarnaast brengt het tal van het sociaal demografische en diagnostische kenmerken van cliënten in beeld.
Literatuur
  • Bitter, N. (2018), Rehabilitation &Recovery of people with severe mental health problems living in sheltered & supported houding facilities 
  • Hulsbosch, L (e.a.) (2022), Panel Psychisch Gezien 2021, Leefsituatie en ontvangen zorg Trimbos-instituut,
  • De Heer-Wunderink, C (2012), Successful community living: a ‘Utopia’? A survey of people with severe mental illness in Dutch Regional Institutes for Residential Care RGOc-reeks, nummer 31 2012
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste